door: Leo Aquina | 30 augustus 2018
“Het klinkt ambitieus, maar wij willen de meest innovatieve club van Nederland zijn”, zegt voorzitter Koen Gijsbers van Amsterdam Pirates. Met 340 zonnepanelen op het dak van het clubhuis is Pirates in ieder geval al één van de meest duurzame clubs en dat past goed bij de ambitie. “Honkbal staat in Nederland niet direct in het middelpunt van de belangstelling, dus moet je op zoek naar andere manieren om interessant te zijn voor sponsoren”, vertelt Gijsbers. Een duurzaam imago helpt daarbij. Bovendien scheelt het de club een hoop geld. Afgelopen maand kreeg Pirates voor het eerst geld terug bij de afrekening van de energiekosten, maar daarvoor heeft de club flink moeten investeren. Wat komt daar allemaal bij kijken?
Het idee voor duurzame energie kwam bij Pirates in eerste instantie van penningmeester Remko de Bie. “Hij werkte bij een duurzame bank en had veel verstand van duurzame investeringen en subsidiemogelijkheden”, zegt voorzitter Koen Gijsbers. “Energie is bij ons een grote kostenpost. Honkbalvelden zijn heel groot en moeten met zo'n kleine bal bovendien erg goed verlicht zijn om het spel goed te kunnen spelen. Die kosten lopen al gauw op tot 50 euro per uur. Daarnaast hebben we ook nog een eigen sporthal.”
Subsidie
Een sportclub verduurzamen klinkt makkelijker dan het is. Een duurzaamheidscan van de gemeente Amsterdam was het startpunt. Gijsbers: “Vervolgens moet je op zoek naar partijen die je kunnen helpen bij de uitvoering. Als club heb je de technische expertise niet in huis. Bovendien heb je kennis nodig van subsidies. Wij hebben gebruikt gemaakt van de subsidieregelingen EDS en SDE+ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland RVO. Daarnaast konden we voordelig geld lenen via het duurzaamheidsfonds Amsterdam, want met een lening tegen commerciële tarieven was deze investering voor ons volstrekt onmogelijk geweest. Het gaat toch over enkele tonnen.”
"De levensduur van de installatie is zo'n 25 jaar en de terugverdientijd van de investering is ongeveer 14 jaar, afhankelijk van de energietarieven”
Uiteindelijk legde Pirates 340 zonnepanelen op het dak van het clubgebouw, maar daar bleef het niet bij. “We hebben ook een warmte-installatie op het dak en in het clubhuis om warmte vast te houden en ondergronds op te slaan, zodat we daar in de winter gebruik van kunnen maken. Dit biedt op den duur de mogelijkheid om helemaal van het gasnet af te gaan. Daarvoor moeten we nog een nieuwe kookinstallatie hebben en dat vergt nog een extra investering”, legt de voorzitter uit.
Sponsormogelijkheden
Pirates blijft wel aangesloten op het lichtnet. “Daaraan moet je verbonden blijven omdat je zelf ook weer teruglevert en dat biedt nieuwe sponsormogelijkheden. Daarover zijn we in gesprek met Power Peers. Dat is een partij die het voor consumenten mogelijk maakt om te kiezen van welke aanbieder zij duurzame energie betrekken. Mensen kunnen dan dus energie van de Pirates afnemen. Daarmee krijgen ze niet alleen groene stroom, maar ze steunen ook de club.”
Pirates kreeg afgelopen maand voor het eerst geld terug op de energierekening. “Dat heeft te maken met de SDE+-subsidie. Zonder die regeling zouden we meer belasting betalen over de teruggeleverde energie dan we eraan zouden verdienen”, legt Gijsbers uit. Toch kost het jaren voordat de club netto geld verdient aan de duurzame energie. “De levensduur van de installatie is zo'n 25 jaar en de terugverdientijd van de investering is ongeveer veertien jaar, afhankelijk van de energietarieven. Vanaf dat moment gaat het ons dus echt geld opleveren. Het kost de vereniging sowieso niets extra. De contributie gaat dus ook niet omhoog om dit mogelijk te maken."