Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Per 1 januari 2018 van start: de Nationale Raad Zwemveiligheid

door: Leo Aquina | 7 december 2017

Het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ gaat per 1 januari 2018 verder als Nationale Raad Zwemveiligheid. Dat maakt directeur Evert-Jan Hulshof vandaag bekend tijdens de Praktijkdag Zwemonderwijs in Nieuwegein. De nieuwe organisatienaam past binnen een aantal vernieuwingen dat op 1 januari 2018 wordt doorgevoerd, zoals de introductie van de nieuwe Nationale Norm Zwemveiligheid, de doorontwikkeling van de exameneisen bij het diplomazwemmen en het nieuwe uiterlijk van het Nationale Zwemdiploma. De vernieuwingen worden luister bijgezet door prof. mr. Pieter van Vollenhoven, die het 15 miljoenste Nationale Zwemdiploma uitreikt aan een kind dat kort geleden het Zwemdiploma C heeft behaald. Aansluitend neemt de heer Van Vollenhoven het eerste exemplaar van het nieuwe Nationale Zwemdiploma in ontvangst.

De jaarlijkse Praktijkdagen Zwemonderwijs - twee studiedagen voor zwemonderwijzers - staan in het teken van vernieuwing. Thema is dit jaar: ‘Heel Nederland zwemveilig’. Zo’n zeshonderd zwemonderwijzers komen bijeen in Sport- en Evenementencomplex Merwestein in Nieuwegein voor praktijksessies en lezingen. 

Nieuwe definitie zwemveiligheid
XL41ZwemveiligheidEvertJanHulshof-1 copy“Mede door het project NL Zwemveilig is onze kennis op het gebied van zwemveiligheid vergroot”, licht Hulshof toe. “Op basis van deze inzichten hebben we een aantal veranderingen doorgevoerd. We hebben zwemveiligheid opnieuw gedefinieerd. Het betekent dat je ‘in en om het water kunt overleven en op een veilige manier kunt bewegen en recreëren in de Nederlandse watercultuur’. Zwemveiligheid wordt bepaald door de vaardigheden die je beheerst in het water, door wat je aan het doen bent en door de omstandigheden. Van daaruit hebben we een nieuwe Nationale Norm Zwemveiligheid ontwikkeld, die is gekoppeld aan het Zwemdiploma C.”

Er was veel onduidelijkheid over welke vaardigheden vereist waren voor de Zwemdiploma’s A, B en C. Hulshof: “Per zwemdiploma is nu duidelijk gedefinieerd wat je ermee kunt. Met het Zwemdiploma A beheers je de vaardigheden voor een zwembad zonder attracties; met B voor een zwembad met attracties, zoals een (wildwater)glijbaan, een golfslagbassin en een stroomversnelling. Pas bij C beheers je de vaardigheden voor open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en vaarten. Met dit diploma voldoe je aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.”

"Bij elk onderdeel van het diplomazwemmen hebben wij de vraag gesteld: is het belangrijk dat je dit kunt om te overleven wanneer je bijvoorbeeld onverwacht in het water valt?"

Vernieuwde exameneisen 
De nieuwe norm gaat samen met nieuwe exameneisen. Iedere paar jaar worden deze exameneisen in samenwerking met de zwembranche geëvalueerd en herzien. De zogenaamde ‘Bepalingen, Richtlijnen en Examenprogramma’s Zwem-ABC’ (afgekort BREZ), wordt vervangen door de ‘Examenregeling Nationale Zwemdiploma's’. Hulshof: 

“Met de herziening sluiten de exameneisen beter aan bij de verschillende niveaus. Er is opnieuw bekeken welke vaardigheden je nodig hebt om te overleven en plezier te hebben in het water. Bij elk onderdeel van het diplomazwemmen hebben wij de vraag gesteld: is het belangrijk dat je dit kunt om te overleven wanneer je bijvoorbeeld onverwacht in het water valt? Onderdelen die niet voldeden, zijn aangepast of geschrapt. Nieuwe onderdelen zijn toegevoegd.”

Schermafbeelding 2017-12-06 om 16.04.16 copyWelke aanpassingen springen in het oog? Hulshof: “Een voorbeeld zijn de kledingeisen. Die zijn aangepast naar lange mouwen en lange broek in plaats van korte mouwen en korte broek. Met het Nederlandse weer draag je meestal lange mouwen en lange broek. Wij vinden het belangrijk dat voor ouders duidelijk is wat de kinderen kunnen na het behalen van een zwemdiploma. Wanneer je me vraagt of je met Zwemdiploma A in een recreatieplas zou moeten gaan zwemmen, zeg ik ‘nee’. Zwemdiploma C voldoet wel. Zwemvaardig zijn is en blijft de beste remedie tegen verdrinking.”

Kwaliteitseisen zwemlesaanbieders
Een paar jaar geleden introduceerde het Nationaal Platform Zwembaden | NRZ de Licentie Zwem-ABC, die kwaliteitseisen stelt aan de zwemlesaanbieder en aan de organisatie van het diplomazwemmen. Zwemlesaanbieders kregen de tijd om de overstap naar de Licentie Zwem-ABC te maken. Per 1 januari 2018 wordt de koppeling definitief: alleen zwemlesaanbieders die in het bezit zijn van deze licentie mogen de door de Nationale Raad Zwemveiligheid uitgegeven Nationale Zwemdiploma’s, waaronder het Zwem-ABC, verstrekken. 

Hulshof: “Op deze manier weet iedere ouder dat de zwemlesaanbieders die licentiehouder zijn, gecontroleerde en aantoonbare kwaliteit bieden. Licentiehouders werken onder andere met gekwalificeerd personeel dat in het bezit is van een VOG, hanteren een zwemlesplan en houden ouders op de hoogte van de vorderingen van het kind.”

"Het minste dat een ouder mag en moet verwachten, is gekwalificeerd personeel"

Het zijn zaken die op het eerste gezicht logisch lijken, maar dat helaas niet altijd zijn. Hulshof: “Ouders dragen hun kinderen in vertrouwen over aan de zwemonderwijzer, waarbij het zwemwater nog eens een extra gevaarlijke factor vormt. Het minste dat een ouder mag en moet verwachten, is gekwalificeerd personeel. Sinds de overheid de zwembranche op dit vlak heeft losgelaten, zijn geschoolde zwemonderwijzers helaas geen vanzelfsprekendheid meer. De Licentie geeft zekerheden en meer transparantie in de kwaliteit van zwemlesaanbieders. Vanaf 1 januari 2018 kunnen ouders terecht op de consumentenwebsite www.allesoverzwemles.nl die dan vernieuwd zal zijn.” 

Superspetters
De Licentie Zwem-ABC gaat verder als Licentie Nationale Zwemdiploma’s en biedt zwemlesaanbieders die aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen de ruimte om met hun eigen zwemlesmethodiek aan te sluiten. Dat geldt onder meer voor Superspetters, de eigen methodiek die de zwembond KNZB zo’n drie jaar geleden heeft opgezet.

Voor meer informatie: www.allesoverzwemles.nl


Factsheet zwemvaardigheid/zwemdiplomabezit

Tijdens de Praktijkdag Zwemonderwijs vandaag in Nieuwegein maakt de Nationale Raad Zwemveiligheid (nieuwe naam van Nationaal Platform Zwembaden | NRZ) de nieuwste cijfers over zwemvaardigheid en het zwemdiplomabezit bekend.

XL41Zwemveiligheid-3In 2016 heeft 3 procent van de 11-16-jarigen geen zwemdiploma, een daling van twee procentpunt ten opzichte van 2014. Kinderen van ouders met een laag inkomen of met een niet-westerse herkomst hebben minder vaak een diploma of alleen het A-diploma dan kinderen van ouders met een hoger inkomen of kinderen van Nederlandse komaf.

G4
Ook kinderen uit de G4 hebben minder vaak een diploma doordat daar meer mensen wonen met een lager inkomen of van niet-westerse komaf. Schoolzwemmen speelt in de G4 wel een rol van betekenis. Vooral kinderen met een niet-westerse migrantenafkomst of uit een gezin met een lager inkomen halen het A-diploma uitsluitend via het schoolzwemmen.

Tot slot stromen kinderen van ouders met een laag inkomen of van niet-westerse herkomst minder vaak door naar een B- of C-diploma.

Het Mulier Instituut heeft deze factsheet gemaakt met de belangrijkste resultaten van onderzoek uitgevoerd door SCP en CBS.
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst