door: Thomas van Zijl | 28 september 2017
Mensen met een lumineus idee om de kwaliteit van buitensportaccommodaties te verbeteren en te verduurzamen, doen er goed aan dat niet voor zichzelf te houden. De Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek (BSNC) stelt namelijk subsidies beschikbaar voor praktijkrelevant onderzoek. Uiteraard krijgt de eigen achterban een kans voorstellen in te dienen, maar de blik is ook met nadruk naar buiten gericht.
De BSNC is er voor iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met het beheren, ontwikkelen en realiseren van buitensportaccommodaties. De branche, zegt directeur Ben Moonen, is volop in beweging. Soms komt daar een hoop publiciteit bij kijken, bijvoorbeeld omtrent de (veiligheids)eisen die gesteld worden aan kunstgrasvelden. “Het is belangrijk dat we onze kennis vergroten als het gaat om actuele vraagstukken en dat we door middel van onderzoek eventuele problemen kunnen oplossen.”
Subsidie ook voor niet-leden
In het recente verleden werd op die manier onder andere onderzocht hoe de verspreiding van rubber rond kunstgrasvelden voorkomen kan worden. Het geld dat de BSNC daarvoor beschikbaar stelt, komt van de leden. Toch wordt het budget niet zomaar rondgepompt. Aan de subsidieronde mogen namelijk ook niet-leden deelnemen. Moonen: “Wij stellen als voorwaarde dat de branche er beter van moet worden. Als dat het geval is profiteert uiteindelijk ook onze eigen achterban.”
"Duurzaamheid stond niet meer bovenaan de agenda. In de crisistijd ging het om iedere euro. Nu groeit weer het besef dat die duurzame component belangrijk is”
Overigens wil dat niet zeggen dat ieder voorstel dat de branche ten goede komt in overweging wordt genomen. Aan de hand van een strategische onderzoeksagenda formuleerde de BSNC twee speerpunten waaraan een project moet voldoen. Het eerste is de kwaliteit van buitensportvoorzieningen en dan met name de verlenging van de levensduur. Het tweede is duurzaamheid. Het zijn onderwerpen die nauw verweven zijn met de brancheorganisatie en die niet per se nieuw zijn. Toch behoeven ze juist nu extra aandacht. Moonen merkte dat het belang van duurzaamheid de afgelopen jaren ogenschijnlijk afnam. “Het stond niet meer bovenaan de agenda. In de crisistijd ging het om iedere euro. Nu groeit weer het besef dat die duurzame component belangrijk is.”
Strenge voorwaarden
Voor de BSNC is het niet de eerste keer dat praktijkrelevant onderzoek op deze manier een stimulans krijgt. De branchevereniging heeft een paar jaar ervaring en kent inmiddels ook de moeilijkheden. Mede daarom gelden er bij de subsidieaanvraag een paar strenge voorwaarden. Zo moet er hoe dan ook zicht zijn op co-financiering. De BSNC neemt maximaal vijftig procent van de totale projectkosten voor zijn rekening, oplopend tot 35.000 euro per jaar. Voor het resterende deel is degene die het voorstel indient zelf verantwoordelijk. Moonen:
“Wij zien bij voorkeur een plan waarin dit thema al is afgekaart, maar als er goede perspectieven zijn is dat soms ook voldoende. Groot voordeel is dat financiering tegenwoordig van meerdere kanten kan komen. Projecten waren voorheen meestal opgebouwd uit verschillende subsidies, vandaag de dag haken vaak gemeenten en bedrijven aan.” Co-financiering geldt dus als een harde eis, hetzelfde geldt voor een uitgebreid communicatieplan. Daarmee wil de BSCN garanderen dat de opgedane kennis wordt gedeeld met de leden. “Wij zijn er niet om individuele bedrijven een voorkeursbehandeling te geven, maar hebben altijd het belang van de branche voor ogen.”
“Voor de moraal is het goed om zo af en toe iets te presenteren. Dat houdt de leden betrokken en de projectindiener scherp”
Intellectueel eigendom
Mede om die reden maakt de BSNC voordat de subsidie verstrekt wordt duidelijke afspraken over intellectueel eigendom. “Aan kennis die niet breed verspreid wordt hebben wij als branchevereniging niet veel. Dat kunnen we niet verantwoorden. Wij spelen heel duidelijk open kaart. Het is aan de projectindiener om daar wel of niet in mee te gaan.”
Die kan op zijn beurt wel rekenen op intensieve begeleiding. De BSNC stelt een speciale commissie in die kan dienen als klankbordgroep. In de meeste gevallen zitten er vertegenwoordigers in van aannemersbedrijven, gemeenten en adviesbureaus. Ze zijn beschikbaar voor overleg en - minstens zo belangrijk - ze monitoren de voortgang. Projecten kunnen soms jaren in beslag nemen, terwijl de leden van de BSNC graag op de hoogte blijven. Moonen: “Voor de moraal is het goed om zo af en toe iets te presenteren. Dat houdt de leden betrokken en de projectindiener scherp.”
De deadline voor het bij BSNC indienen van voorstellen is 1 december 2017. Voor meer informatie: klik hier