door: Thomas van Zijl | 28 september 2017
Sommige kinderen lijken voorbestemd om later de top te halen. Ze beginnen vroeg aan een sport om hun droom na te jagen. Vaak loopt de weg naar succes toch anders. NOC*NSF heeft er sinds een paar jaar nog een route bij; die van de Talentdagen. Met de slogan 'Ik wist niet dat ik het in me had' spreekt de sportkoepel jongeren aan die pas later ontdekken dat ze in een voor hen onbekende sport kunnen uitblinken.
Er is zowel een Paralympische als een Olympische Talentdag. Uiteraard zijn die familie van elkaar, maar de opzet is wezenlijk anders, zegt Prestatiemanager Talentontwikkeling Kayan Bool van NOC*NSF. “Op de Paralympische Talentdag is het oog van de meester het belangrijkste. Deelnemers beoefenen een sport terwijl een bondscoach langs de lijn direct toekijkt en het potentieel inschat.” Bij de Olympische Talentdag draait het om het verzamelen van data. "Deelnemers leggen verschillende tests af die inzicht geven in bijvoorbeeld kracht en uithoudingsvermogen. Gekoppeld aan leeftijd en testcriteria ontstaat zo een profiel waaruit blijkt of iemand voor een bepaalde sport interessant is."
Laat-specialistische sporten
Het gaat in alle gevallen om zogenoemde laat-specialistische sporten. Mensen die tussen hun 13e en 18e jaar beginnen met roeien of baanwielrennen hebben nog een behoorlijke kans de top te halen. Hetzelfde geldt voor triatlon en volleybal.
De Paralympische Talentdag is op 15 oktober toe aan zijn negende editie, de Olympische variant wordt op 12 november pas voor de derde keer georganiseerd. “Paralympisch is ooit begonnen als een soort ‘experiment’ met toenmalig prestatiemanager en Chef de Mission André Cats als aanjager. De totstandkoming van een Olympische Talentdag duurde iets langer. Daarbij hebben we goed gekeken naar het buitenland. Het moest geen proeftuin of losse flodder worden zonder wetenschappelijke onderbouwing.”
Op de Paralympische Spelen van Rio waren zestien atleten actief die op een talentdag zijn ontdekt, vijf sporters wonnen een medaille
Weg naar podium
Het Verenigd Koninkrijk gold voor NOC*NSF als gidsland. Daar wordt deze manier van talentherkenning langer toegepast en heeft het al geleid tot olympisch succes. Om in te schatten of dat in Nederland ook geval zal zijn, is nog even geduld nodig. “We zijn nu drie jaar onderweg, de weg naar het podium duurt meestal langer. Voor paralympiërs. ligt dat anders. De concurrentie is daar overzichtelijker en soms hebben sporters die op latere leeftijd gehandicapt raken al een achtergrond in de sport.” Ter illustratie: op de Paralympische Spelen van Rio waren zestien atleten actief die op een talentdag zijn ontdekt, vijf sporters wonnen een medaille.
Bool hecht eraan te zeggen dat de Talentdag georganiseerd wordt in samenwerking met de sportbonden. “Dit is een aanvulling op hun eigen programma. Het voordeel dat wij hebben is dat we meer mensen bereiken door onze naamsbekendheid en de combinatie van sporten.”
Screening
Deelnemers worden geworven via social media. Daarnaast kunnen docenten lichamelijke opvoeding leerlingen erop wijzen. Paralympische sporters met potentie worden daarnaast vaak opgemerkt door mensen in revalidatiecentra, prothesemakers of door stichtingen die zich er in het bijzonder op richten. Dat wil overigens niet zeggen dat iedereen welkom is op de talentdagen. Er gaat een serieuze screening aan vooraf. Leeftijd, trainingsachtergrond, fysieke kenmerken en ambitie zijn belangrijk en in het geval van mogelijke paralympiërs ook de vraag of hun handicap te ‘classificeren’ is.
Het is een utopie, zegt Bool, om na een dag in te schatten of iemand de top haalt. “Wij maken samen met de sportbonden een grove selectie, kijken of mensen aan de randvoorwaarden voldoen. Als dat het geval is, informeren wij de deelnemers. Daarna neemt de bond het van ons over.” Er moet sprake zijn van wederzijdse interesse. Als iemand veel liever wil volleyballen moet hij of zij lekker blijven volleyballen, ook als de kansen op succes als roeier groter zijn.”
"Voor deelnemers die én potentie hebben én graag willen stelt de bond een programma op maat samen"
Het is aan de bond om ervoor te zorgen dat het vuurtje bij de deelnemers en hun ouders gaat branden. Iemand die er op basis van de tests op de Talentdagen boven uitspringt zal in de meeste gevallen niet direct gaan deelnemen aan bondsprogramma’s. De overgang loopt vaak geleidelijk. “Van niets naar alles is een te grote sprong. Voor deelnemers die én potentie hebben én graag willen stelt de bond een programma op maat samen. Soms spelen verenigingen daar als tussenstation een belangrijke rol in. Alles om de kans op succes zo groot mogelijk te maken.”
Voor meer informatie: www.nocnsf.nl/talentdag en/of www.paralympisch.nl/talentdag