door: Marc Hoeben | 28 september 2017

Altijd al willen weten hoe het is om de bijna zesduizend meter hoogte van de Kilimanjaro in Tanzania aan te tikken? Altijd al een sluimerende sympathie voor War Child en het idee gehad dat het geen kwaad kan om af en toe iets te doen voor het goede doel en daar misschien ook je omgeving op te wijzen? Dan is de Kili Challenge een mooie optie. In januari beleeft de tocht naar het dak van Afrika de vierde editie.

Om precies te zijn heeft de Kilimanjaro de duizelingwekkende hoogte van 5895 meter. “Bij de eerste editie van de Challenge ben ik destijds zelf meegelopen”, zegt Danny Wouters van War Child. “Het is een behoorlijke inspanning, je moet het niet onderschatten.”

De bergreus in Tanzania heeft altijd al een magische aantrekkingskracht uitgeoefend op mensen die naar de top wilden. Hij rijst duidelijk afgetekend als een soort ‘eenzame’ berg op uit het landschap en van heinde en verre wagen toeristen een poging naar boven te komen. “Waarom wij voor de Kilimanjaro hebben gekozen heeft zowel praktische als inhoudelijke redenen. Het meeste van ons werk met War Child speelt zich af in Afrika. Tegelijk is het een uitdagende berg, maar je hoeft niet echt aan bergbeklimmen te doen, compleet met touwen en noem maar op.”

Overnachten op de berg
Wie meegaat met de Kili Challenge moet rekening houden met een beklimming van zeven dagen. Vijfeneenhalve dag omhoog, anderhalve dag naar beneden. Tussendoor wordt overnacht op de berg, de benodigde spullen gaan met dragers omhoog. “Je overbrugt elke dag gemiddeld toch zo’n 800 hoogtemeters. Daar heeft het lichaam het wel zwaar mee. Onderweg naar de top doorkruis je vijf klimaatzones, dat maakt het ook apart. Beneden is het tropisch regenwoud met tropische vogels, langzaam verdwijnt de vegetatie en wordt het kaal, grijs en stenig. Het kan boven vijftien tot twintig graden onder nul zijn en sneeuwen.”

Op de Kilimanjaro lopen verschillende routes. De Kili Challenge kiest niet voor de snelste optie. “Omdat het belangrijk is om te acclimatiseren. Onze route biedt mooi uitzicht. Het eerst deel stijgen we snel, daarna lopen we om de kraterrand heen en voor de nachten dalen we voor het acclimatiseren telkens weer een stukje af. Op die manier, zo is onze ervaring, haalt negentig procent van de deelnemers de top. Terwijl het gemiddeld op vijftig procent ligt.”

Expertise Mountain Network
War Child maakt gebruik van de kennis en kunde van de organisatie Mountain Network. “Ze hebben klimhallen in Nederland, maar beklimmen ook zo’n beetje alle toppen in de wereld. We steken zeker tijd in de voorbereiding. Op zaterdag 23 september was de kick-off voor deze vierde Challenge. In oktober hebben we bovendien een voorbereidingsweekeinde in de Ardennen. Dan doen we allerlei oefeningen, leer je lopen met stokken en krijg je allemaal tips. We raden mensen wel aan om een medische test te doen en het is wel zaak om een goede basisconditie te hebben. Als mensen dat willen, bieden we ze een trainingsschema aan.”

Op drie data (20, 23 en 29 januari) vertrekken de groepen van de Kili Challenge. “De inschrijving loopt nog tot 20 oktober, er zijn nog dertien plekken vrij. We gaan met drie groepen, wat neerkomt op zo’n 75 deelnemers.” De kosten zijn niet onaanzienlijk. Voor hun reis en verblijf leggen deelnemers sowieso 2665 euro per persoon neer, waarbij de totale kosten vermoedelijk oplopen richting de vierduizend euro. Daarnaast is het de bedoeling dat mensen sponsors voor hun trip vinden, met een minimum van 2400 euro per persoon. 

“Dit is een heel inspirerende manier om fondsen te werven. Dat zit hem in de combinatie. Mensen willen graag zo’n activiteit hebben, dat is gewoon tof. Daarnaast zijn ze, zo is onze ervaring, ongelooflijk gemotiveerd om geld op te halen. We geven mensen ook tips in dat opzicht. Het gemiddelde dat deelnemers ophalen, ligt op zo’n 4000 euro per persoon. Dat betekent voor ons dat we een kleine vier ton met de Kili Challenge binnenhalen." 

"Dat is ongeoormerkt geld, het heeft geen specifieke bestemming. Dat is voor ons heel belangrijk. Wij werken soms in oorlogsgebieden als Zuid-Soedan en Burundi, die minder in de belangstelling staan. In een oorlogssituatie kunnen conflicten plotseling oplaaien. Dan is het heel belangrijk dat we zelf geld hebben en meteen actie kunnen ondernemen en niet hoeven te wachten tot we na lange tijd geld van de overheid of andere instanties krijgen.”

Kili Challenge mooi in beeld 
Eén van de deelnemers aan deze Challenge is Lex Szanto, een filmregisseur uit Amsterdam-IJburg. Hij was al eerder als filmer actief voor War Child in Libanon. “We willen heel graag dat hij de Kili Challenge mooi in beeld gaat brengen. We weten nog niet precies hoe we het aanpakken, maar het gaat wel om het vertellen van bijzondere verhalen. Vele deelnemers hebben wel zo’n bijzonder verhaal. Zo gaat er nu iemand mee die destijds uit Bosnië is gevlucht. Heel toevallig zijn wij daar ooit, nu twintig jaar geleden, met War Child begonnen.”

Voor meer informatie: www.warchild.nl/kili-challenge