Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Aanpak seksueel misbruik begint bij verenigingen zélf

door: Thomas van Zijl | 16 maart 2017 

Beleid is er al sinds eind jaren negentig, maar veel clubs maken slechts mondjesmaat gebruik van de ontwikkelde instrumenten om seksueel misbruik binnen de sport tegen te gaan. Lector ‘sportpedagogiek, in het bijzonder naar een veilig sportklimaat’, Nicolette Schipper-Van Veldhoven van hogeschool Windesheim kijkt met bovengemiddelde interesse naar het aangekondigde nieuwe onderzoek over dit thema, maar pleit bovenal voor meer aandacht in het onderwijs en voor de bestaande handvatten. 

Wie slechts af zou gaan op de mediahype van de afgelopen maanden, zou kunnen denken dat de aandacht voor seksueel misbruik in de sport nieuw is. Het tegendeel is waar, zegt Schipper-Van Veldhoven die bij NOC*NSF ook werkzaam is als programmamanager Research. Wel is er vaak een incident voor nodig om het thema weer op de agenda te krijgen. “Dan schrikt iedereen even op, vervolgens verflauwt de interesse tamelijk snel.” 

Licht op groen
De overheersende gedachte is dat sport goed is. Of zoals Schipper-Van Veldhoven het uitdrukt: alle lichten springen direct op groen. Als ouders hun kind naar de crèche sturen willen ze tot achter de komma weten hoe de zaken geregeld zijn. Bij een sportclub stellen ze amper vragen. 

XL7 LectorSportpedagogiek-1

Veel bestuurders voeren liever geen actief beleid voeren op het voorkomen van seksueel misbruik. “Ze denken dat het afschrikt, want waar rook is zal wel vuur zijn"

Schipper-Van Veldhoven wil geen argwaan wekken, maar stelt dat er juist bij sportclubs grote verschillen zijn hoe ze omgaan met de preventie van seksueel misbruik. “Verenigingen kunnen autonoom handelen, er is geen wet die van bovenaf wordt opgelegd. Het gaat er dus om wat zij zelf op touw zetten.” 

Geen prioriteit
Voor de meeste verenigingen is preventief beleid geen prioriteit, het verdwijnt tamelijk snel van het lijstje. Veel clubs denken in de eerste plaats aan de wedstrijden die ze moeten organiseren, pas daarna aan wat zij als randzaken beschouwen. Daar komt bij dat veel bestuurders liever geen actief beleid voeren op het voorkomen van seksueel misbruik. Schipper-Van Veldhoven: “Ze denken dat het afschrikt, want waar rook is zal wel vuur zijn. In de praktijk zien we het tegendeel gebeuren. Juist clubs waar wél een duidelijk plan is, hebben nu een wachtlijst.” 

XL9-SportpedagogiekSeksueelMisbruikNu het thema weer in de belangstelling staat, is de kans aanwezig dat meer verenigingen zich over het onderwerp gaan buigen. Onder leiding van oud-minister Klaas de Vries komt er bovendien - en niet voor het eerst - een groot onderzoek naar seksueel misbruik in de sport. Wat er precies wordt onderzocht, hoe en door wie is op dit moment nog niet geheel duidelijk. Het luistert nauw, zegt Schipper-Van Veldhoven. “We beschikken al over veel informatie, er is in het verleden al meermaals onderzoek naar gedaan. Wereldwijd hoort Nederland in dat opzicht bij de kopgroep.” 

Dark number
Of daarmee ook boven tafel komt hoe omvangrijk het probleem in de sport is, is moeilijk vast te stellen. Er zijn meerdere instanties en meldpunten, maar veel mensen deinzen daar voor terug. “Er zal altijd een dark number blijven, dat geldt voor elk onderzoek en is absoluut geen reden om dan maar van dat onderzoek af te zien, zeker niet als dat iets toevoegt.”

"De ene bestuurder vindt seksueel misbruik een belangrijk thema, zijn opvolger denkt er net weer anders over” 

Schipper-Van Veldhoven weet dat er nog veel stappen te zetten zijn om grensoverschrijdend gedrag in de sport tegen te gaan. Verder onderzoek kan daar aan bijdragen, maar misschien nog wel belangrijker is dat clubs er echt werk van maken. Veel verenigingen weten niet eens wat er allemaal al mogelijk is, om welke begeleiding ze bij hun bond of NOC*NSF kunnen vragen. “Kennis en kunde vervliegt snel binnen de sport, vooral omdat er gewerkt wordt met een grote groep vrijwilligers. De ene bestuurder vindt seksueel misbruik een belangrijk thema, zijn opvolger denkt er net weer anders over.” 

Masterstudie
Die ongedwongen structuur maakt het lastig om duurzaam beleid te voeren. Schipper-Van Veldhoven pleit dan ook voor goede voeding vanuit het onderwijs, zodat mensen die nieuw instromen in de sport het goede voorbeeld kunnen geven. Zelf is ze als lector sportpedagogiek betrokken bij de master Phsysical Education & Sport Pedagogy (PESP). 

"Grensoverschrijdend gedrag, seksuele integriteit, is ook binnen opleidingen nog vaak een lastig bespreekbaar onderwerp, maar als thema wel van belang. In de master PESP wordt dan ook nagedacht over hoe we thema’s als het bespreekbaar maken en aankaarten van seksueel misbruik in de sport via het curriculum kunnen verankeren in het doen, laten en denken van toekomstige sportprofessionals. Masterstudenten hebben vaak al ervaring in de sport, ze weten hoe ze lesstof kunnen vertalen in de praktijk. Dat kan er voor zorgen dat we eindelijk het beleid kunnen implementeren dat we al tijden hebben.” 

Voor meer informatie: lectoraat Sportpedagogiek, in het bijzonder naar een veilig sport- en beweegklimaat bij Windesheim

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst