Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Betalen we ons nou werkelijk scheel aan sport?

door: Marc Hoeben | 14 juli 2016

Hoe betaalbaar is sport in Nederland? Betalen we ons scheel aan contributies van verenigingen en toegangskaartjes van zwembaden of valt het allemaal wel mee en komt de werkelijkheid niet overeen met onze perceptie. Een ‘Contributiemonitor’, voortkomend uit een samenwerking tussen de Hogeschool Arnhem Nijmegen en het Mulier Instituut, moet hierover vanaf volgend jaar meer duidelijkheid gaan verschaffen.

Op 20 juni jl. ondertekenden directeur Koen Breedveld van het Mulier Instituut en onderzoeker Willem de Boer van het Sports Economics Research Centre van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) de samenwerkingsovereenkomst voor de Contributiemonitor.
XL26Contributiemonitor-1
“We hadden vorig jaar een onderzoeksprogramma, ondersteund door het Ministerie van VWS, naar de financiële aspecten van sport,” zo legt onderzoeker Jan-Willem van der Roest van het Mulier Instituut over de achtergronden uit. “Daaruit kwam de wens naar boven dat het nog meer over de betaalbaarheid van sport zou moeten gaan. Voor het ontwerp van de plannen van 2016 is hierop ingezoomd en toen kwam het idee van de monitor op, om dat in samenwerking met de HAN uit te werken.”

Inzicht in ontwikkeling contributies
De monitor moet inzicht gaan geven in de ontwikkeling van sportcontributies en -toegangsprijzen in Nederland, voor verschillende sporten en regio’s. In oktober gaan studenten van HAN Sport en Bewegen beginnen met de dataverzameling. Jaarlijks worden van ongeveer tweeduizend sportaanbieders de contributies en toegangsprijzen verzameld en geanalyseerd. De eerste resultaten uit het project worden eind 2016 verwacht.“We zien steeds vaker vragen,” zegt Van der Roest, “als het gaat om de ontwikkeling van de hoogte van contributies.” In zijn algemeenheid werkt het Mulier Instituut onderzoekslijnen uit met een instellingssubsidie van het Ministerie van VWS. Uit die pot wordt ook het onderzoek van het Mulier Instituut voor de Contributiemonitor bekostigd.

"De monitor verschaft straks het ministerie inzicht of mensen kunnen blijven sporten of dat er een grens is bereikt"

“We doen dit ook voor beleidspartners als gemeenten en de Vereniging Sport en Gemeenten. Het is voor hen bijvoorbeeld belangrijk om te weten wat de effecten zijn als ze regionaal of lokaal moeten bezuinigen. Anderzijds verschaft de monitor straks het ministerie inzicht of mensen kunnen blijven sporten of dat er een grens is bereikt. Zulke dingen willen sportbonden ook weten. Mijn ervaring is dat ze zelf nauwelijks in de gaten hebben hoe contributies zich ontwikkelen. Dat is zelfs bij de grootste bonden in Nederland zo.”

Toegankelijk voor breed publiek
De gegevens van de monitor, is het streven, moeten toegankelijk worden voor een breder publiek, zeg maar de sportconsument. “Dat willen we interactief maken, met klikkaarten. Zodat mensen kunnen zien wat het prijsniveau in hun regio is.

"We gaan kijken naar tennis, hockey, voetbal, gymnastiek, atletiek, volleybal, zwemmen en de toegangsprijzen voor zwembaden en ijsbanen"

”De informatie uit de tennissport is al beschikbaar. Daarnaast gaan studenten van de HAN ‘grazen’ op websites van circa tweeduizend clubs. De HAN gaat een verdiepingslaag in het onderzoek aanbrengen, als studiemateriaal. “We gaan kijken naar tennis, hockey, voetbal, gymnastiek, atletiek, volleybal, zwemmen en de toegangsprijzen voor zwembaden en ijsbanen. Dat moet een representatief beeld opleveren. Je hebt in Nederland in het totaal zo’n 25.000 clubs, aldus Van der Roest.”

XL26Contributiemonitor-JanWillemVanDerRoestIn de toekomst gaat de monitor wellicht nog verder en pakt het ook de kosten voor een bezoekje aan de sportschool mee. Zo kan er een steeds betere vergelijking tussen verschillende sporten worden gemaakt. “Je hoort heel veel mensen klagen als de contributie omhoog gaat. Dat is bij mijn eigen voetbalclub ook zo. Maar dan kan het goed zijn om te kijken wat anderen betalen voor fitness of de ijsbaan. Het gaat erom dat inzichtelijk te maken.”

Langlopend onderzoek
De Contributiemonitor moet niet een eenmalig ding worden, als het aan de HAN en het Mulier Instituut ligt. “We willen dit tot een langlopend onderzoek maken, zodat je ook echt de ontwikkeling kunt zien. Onze verwachting is wel dat er qua stijging van de contributies, misschien in tegenstelling tot het gevoel van mensen, geen schokkende ontwikkelingen zijn te zien. Maar dat kan natuurlijk wel per gemeente behoorlijk verschillen, als een gemeente bijvoorbeeld een bezuinigingsslag heeft moeten maken. Wat dat betreft gebeurde er tot 2014 weinig. We onderzoeken nog of er in 2015 meer bezuinigd is. Dat zal, vermoeden we, een spannender beeld geven. De Stichting Waarborgfonds Sport en het Jeugdsportfonds behoren tot onze partners en zij zijn nu al, logischerwijs, heel benieuwd naar de uitkomsten.”

Voor meer informatie over de Contributiemonitor: Jan-Willem van der Roest (Mulier Instituut), j.vanderroest@mulierinstituut.nl

« terug

Reacties: 6

Henk Goor
14-07-2016

Is het mogelijk om ook de ontwikkelingen net over de grens, bijv in het Euroregio gebied, mee te nemen? Duitsland kent een ander verdienmodel en een andere financiering van sportlocaties. Daardoor betalen leden van sportverenigingen een andere, lagere, contributie dan in Nederland het geval is.

Simon Gribling
14-07-2016

Als mensen tegen mij beginnen over de contributie van sportverenigingen wijs ik ze altijd op de kosten die verbonden zijn aan saxofoonles. Misschien goed om ook die vergelijking eens te maken... 

Brian Veldboom
14-07-2016

Neem het deel van de afdracht die sportverenigingen aan bonden moeten doen! Met andere woorden welk percentage van de contributie gaat naar de sportbond toe. 

Odin Wenting
14-07-2016

En neem svp ook mee, het aandeel van de contributie die nodig is voor het huren / gebruiken maken van de (binnen)sportaccommodatie. BvD. 

Jan-Willem van der Roest
15-07-2016

Dank voor de reacties, allen! Wij gaan kijken wat we met jullie suggesties kunnen doen.

Vriendelijke groet,

Jan-Willem van der Roest,
Mulier Instituut

Roel
16-07-2016

Ook niet vergeten mee te nemen:

- Kosten van de opleiding.

- Een "bij deze tijd" horend salaris/vergoeding voor de trainer(s).

- Het verschil in zaalhuren diverse gemeenten.

- Het verschil in sporten op het platteland en in de steden.

- Helemaal met Gribling eens. Vergelijk het ook eens met cultuur en betrek daarin ook het subsidieaandeel.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst