door: Thomas van Zijl | 10 december 2015

Het vrouwenvoetbal zit de laatste jaren behoorlijk in de lift, maar het kan altijd beter. De provincie Noord-Brabant grijpt het EK 2017 aan om de sport nog meer onder de aandacht te brengen en vooral meisjes zich beter thuis te laten voelen bij een voetbalvereniging. Samen met gemeenten organiseert de provincie in aanloop naar dat kampioenschap speciale toernooien in de wijk om het enthousiasme verder aanwakkeren.

“We zijn met het vrouwenvoetbal inmiddels een heel eind, maar er zit nog veel meer potentie in”, zegt Roos Duijs. In opdracht van de provincie werkt zij namens BMC in de aanloop naar het EK 2017 aan evenementen die ervoor moeten zorgen dat de sport ook na dat toernooi populair blijft. “Het gaat steeds meer om legacy, blijvend iets achterlaten waar de sport mee verder kan. We proberen hier structureel iets op te bouwen.”

Nog steeds mannenbolwerk
Duijs heeft het tij mee. Steeds meer meisjes en vrouwen ontdekken het voetbal. Dat laat onverlet dat zij nog altijd worden geconfronteerd met vooroordelen en zich staande moeten houden in een mannenbolwerk. Geen wonder, meent Duijs: “Het bestuur wordt meestal gevormd door mannen, de meeste teams bestaan uit mannen. Het kost tijd om dat te veranderen en er zijn prestaties voor nodig op het hoogste niveau. Kijk maar naar de aandacht die de hockeydames krijgen sinds zij prijzen zijn gaan winnen. Topsport heeft breedtesport nodig, maar andersom geldt dat net zo.”

Duijs merkt bij verenigingen nog te weinig bewustzijn voor het vrouwenvoetbal. Ondanks dat het een enorme doelgroep is, zijn clubs er nauwelijks op ingericht. “Het ontbreekt hen aan visie. Vrouwenvoetbal wordt door verreweg de meeste clubs op voorhand beschouwd als recreatief. Dat doet geen recht aan meiden die hartstikke goed zijn en op hoog niveau door willen. De kans dat zij na verloop van tijd afhaken bij een vereniging is mede daardoor erg groot. De voetbalcarrière van jongens duurt gemiddeld twee keer langer dan die van meisjes."

Versnippering
Al met al constateert Duijs veel versnippering. "Er zijn in Brabant nog te weinig vrouwelijke leden om meerdere teams mee te laten doen in competitieverband. Daardoor is er zelfs binnen een en hetzelfde elftal vaak sprake van een enorm verschil in leeftijd en niveau.”

Voor veel meisjes en vrouwen is het lid worden van een voetbalvereniging niet direct een aanlokkelijk idee, terwijl zij de sport wel interessant vinden. Om hen toch in de gelegenheid te stellen wedstrijden te spelen, initieert de provincie samen met Sportservice Noord-Brabant en de vijf grootste gemeenten van Brabant (Eindhoven, Tilburg Den Bosch, Breda en Helmond) vanaf het schooljaar 2016 verschillende toernooien in woonwijken. Dat betekent overigens niet dat verenigingen er niet bij betrokken zijn.

“We willen juist afstanden verkleinen en een verbinding tot stand brengen. Wat ons betreft komt er een grote samenwerking op gang en kan zo’n toernooi in de wijk de opmaat zijn naar het lidmaatschap van een club”, zegt Duijs. Het zou mooi zijn, zo formuleert ze de doelstelling, als er na het EK in 2017 meer volwaardige meisjesteams op de been worden gebracht, zij goed getraind worden en duurzaam blijven sporten. Of dat daadwerkelijk lukt, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de prestaties van de Oranje Leeuwinnen tijdens het toernooi.

Sport in provinciale genen
De ambitie is helder, de vraag is alleen waarom juist de provincie Noord-Brabant zich daar zo voor inzet. Voor Duijs is dat duidelijk: “De provincie vindt sport en topsport heel belangrijk, het lijkt hier in de genen te zitten. Kijk alleen al naar de grote clubs en kampioenen die hier vandaan komen. Dat is geen toeval.”

Als het aan Duijs ligt, blijft sport de komende jaren een prioriteit, maar ook zij ziet dat het budget onder druk komt te staan. Dat maakt het des te belangrijker om de maatschappelijke waarde van sport over het voetlicht te brengen. “Gezond zijn, fit blijven en voldoende bewegen zijn voor overheden zwaarwegende thema’s. Op deze manier proberen wij daar via sport invulling aan te geven. Het is de moeite van een investering waard als zowel de maatschappij als top- en breedtesport daarvan profiteren.”  

Voor meer informatie: Roos Duijs of Roger Schouwenaar