Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuws Alert-Item

Rapportage Sport 2014 23 januari 2015

PERSBERICHT | Sociaal en Cultureel Planbureau
Den Haag, 23 januari 2015

  • Het aandeel Nederlanders dat wekelijks aan sport doet, is de afgelopen 10 jaar licht gestegen (van 52% naar 56% in 2013) en tweederde van de Nederlanders beweegt voldoende.
  • Steeds vaker sporten mensen alleen of in zelf georganiseerde groepjes, tegelijkertijd is het lidmaatschap van sportverenigingen stabiel gebleven.
  • Het overgrote deel van de Nederlanders (87%) is tevreden met het sport- en beweegaanbod in de buurt.
  • 11% van de Nederlanders is maandelijks actief als sportvrijwilliger en 23% bezoekt sportwedstrijden of -evenementen. Dit aandeel neemt niet toe, maar ook niet af.

Dit zijn enkele conclusies uit de SCP-publicatie Rapportage sport 2014, die vrijdag 23 januari 2015 verschijnt en is aangeboden aan minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en sport (VWS). Onder redactie van drs. Annet Tiessen-Raaphorst schetsen 22 auteurs van diverse onderzoeksinstituten de ontwikkelingen in de sportsector in de afgelopen jaren. Eerdere edities van de Rapportage sport verschenen in 2003, 2006, 2008 en 2010. De Rapportage sport wordt in opdracht van het ministerie van VWS opgesteld.

CoverSCPRapportage-sport-2014Achterstand in sport blijft bij ouderen, lager opgeleiden, mensen met slechtere gezondheid en bij inwoners uit buurten met matige leefbaarheid
Ruim de helft van de Nederlanders (56%) sportte in 2013 wekelijks of vaker, maar tegelijkertijd doet een kwart van de bevolking (25%) niet of nauwelijks aan sport. Leeftijd, opleidingsniveau en gezondheid blijven belangrijke factoren van sportdeelname.

De verschillen tussen jong en oud zijn sinds 2001 kleiner geworden, maar tussen lager en hoger opgeleiden juist iets toegenomen. Mensen met een matige of ernstige fysieke handicap zijn de afgelopen jaren meer aan sport gaan doen, maar hun wekelijkse sportdeelname is nog steeds veel lager dan die van mensen zonder handicap (34% versus 63% in 2013). Inwoners uit buurten met een matige leefbaarheid sporten minder en zijn minder vaak lid van een sportvereniging dan inwoners uit buurten met een (zeer) positieve leefbaarheid.

87% van de Nederlanders is tevreden over het lokale sport- en beweegaanbod

Grote meerderheid tevreden met lokale aanbod
Het overgrote deel van de Nederlanders (87%) geeft aan dat ze tevreden zijn over het lokale sport- en beweegaanbod, zoals het aantal wandel- en fietspaden in de buurt, aanwezige sportaccommodaties en keus uit voldoende sporten. Ten opzichte van inwoners uit andere Europese landen scoort de tevredenheid van Nederlanders hoog. Wel hangt deze waardering samen met de buurt waarin men woont: inwoners uit buurten met een (zeer) positieve leefbaarheid zijn meer tevreden dan inwoners uit de buurten met een matige leefbaarheid.

Bijna de helft van de sporters actief in georganiseerd verband
45% van de sporters is lid van een sportvereniging of andere (veelal commerciële) sportaanbieder. Steeds vaker kiezen sporters ervoor ook alleen te sporten of zelf een groepje om zich heen te organiseren, een trend die ook in andere maatschappelijke sectoren zichtbaar is. Dit heeft gevolgen voor de inrichting van de openbare ruimte (zoals verlichting van wandel- of fietspaden) en het type accommodaties (zoals multifunctionele ruimtes).

Ten opzichte van andere Europeanen zijn Nederlanders kampioen ‘zitten’

Nederlanders bewegen meer, maar zitten ook veel
Twee derde van de Nederlanders beweegt voldoende volgens de geldende beweegnormen. De afgelopen tien jaar is dit percentage zeer licht gestegen. Ten opzichte van andere Europeanen bewegen Nederlanders veel; maar tegelijkertijd zijn Nederlanders ook kampioen ‘zitten’.

Het aantal sportblessures neemt toe
Het aantal sportblessures is gestegen tot 2 blessures per 1.000 uur sport. Een verklaring voor deze stijging is voor een deel de toegenomen populariteit van fitness en hardlopen.

Aandacht voor ongewenst gedrag in de sport blijft nodig
Van de regelmatige sporters of wedstrijdbezoekers voelt 73% zich doorgaans veilig op en rondom sportwedstrijden; maar 38% heeft ook wel eens ongewenst gedrag ondergaan of gezien. Wangedrag in de sport komt voor in alle leeftijdsgroepen en bij alle sporten, maar bij teamsporten relatief vaak. Excessen blijken vooral een voetbalprobleem te zijn. Groepen die relatief vaak wangedrag meemaken zijn niet-westerse migranten, lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender sporters en gehandicapte sporters, evenals topsporters. Een groeiend aantal sportbonden en sportverenigingen heeft aandacht voor sportiviteit en respect. Desondanks blijft het van belang sportverenigingen te triggeren om de ontwikkelde (beleids)instrumenten actief in te zetten.

Nederlandse topsportbeleid scoort op planning en coördinatie
Uit een internationale vergelijking blijkt dat het Nederlandse topsportbeleid in 2011/’12 goed scoort ten opzichte van andere landen op terreinen waar langetermijnplanning en coördinatie belangrijk zijn, zoals sportparticipatie en de organisatie en structuur van de topsport. Op terreinen die meer financiële middelen vragen, zoals internationale competities, wetenschappelijk onderzoek en trainingsfaciliteiten, scoort Nederland gemiddeld.

Prestaties van landen die al langer een focusbeleid voeren, zijn niet perse succesvoller dan landen die dit niet doen

NOC*NSF heeft eind 2012 de focus gericht op een beperkt aantal sporttakken. Het is de vraag of dit tot meer succes gaat leiden: prestaties van landen die al langer een focusbeleid voeren, zijn niet perse succesvoller dan landen die dit niet doen. De schaarste aan middelen en de toegenomen internationale concurrentie dwingen tegelijkertijd wel tot prioritering. De komende jaren zal het effect blijken.

Economische impact sportevenementen vooral regionaal
De economische impact van sportevenementen is vooral op regionaal niveau zichtbaar; de omvang hangt samen met de schaal, duur en type sport(en). Bij de lokale bevolking bestaat een groot draagvlak en veel waardering voor het organiseren van evenementen, maar dit wisselt wel naar type evenement en de regio. Van de Nederlanders bezoekt 23% maandelijks of vaker een sportwedstrijd of -evenement. Bezoekers die niet aan sport doen, lijken niet van plan dit wel te gaan doen door toedoen van het evenement.

Zonder overheidsbijdrage krijgen zwembadexploitanten en sportverenigingen hun begroting niet rond

Overheidsbijdrage blijft van belang voor sportsector
De overheid (rijk, provincies en gemeenten) gaf in 2012 netto ruim 1,2 miljard euro uit aan sport, waarvan het merendeel door gemeenten aan de exploitatie van sportaccommodaties werd besteed. Dit bedrag is stabiel sinds 2010. Deze overheidsbijdrage blijft met name belangrijk voor exploitanten van zwembaden en voor sportverenigingen. Subsidies en andere donaties vormen bij hen respectievelijk 36% en 9% van hun totale baten. Zonder de overheidsbijdrage zouden zij hun begroting niet rond kunnen krijgen. Voor exploitanten van andere overdekte of openluchtsportaccommodaties geldt deze redenering niet, bij hen vormen subsidies 4% van alle baten.

Minder sportaccommodaties door clustering en multifunctioneel gebruik
Sinds 2000 is het totaal aantal sportaccommodaties afgenomen. In 2012 waren er minder zwembaden (–8%) en openluchtsportaccommodaties (–7%) onder andere vanwege clustering. De clustering heeft daarentegen niet geleid tot minder wedstrijdvelden en –banen in de openlucht (+5%). Het aantal overdekte sportaccommodaties (+2%) is licht gestegen. Steeds meer overdekte sportaccommodaties zijn multifunctioneel, waardoor ruimtes voor meerdere sporten geschikt zijn. In het afgelopen decennium ligt de exploitatie van zwembaden en openluchtsportaccommodaties steeds vaker bij stichtingen of bedrijven. Bij overdekte sportaccommodaties is deze trend niet te zien en blijft doorgaans de gemeente de beheerder.

Bij 82% van de sportclubs zijn vrijwilligers actief

Aandeel vrijwilligers in de sport stabiel
In 2012 was 11% van de bevolking maandelijks of vaker actief als vrijwilliger in de sport. Voor verenigingen zijn zij van groot belang: bij 82% van de sportclubs zijn vrijwilligers actief. Omgerekend vervullen zij gezamenlijk 56.000 onbetaalde voltijdsbanen.
 


Titel: Rapportage sport 2014,
Uitgever: Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP-publicatie 2015/1)
Auteur: A. Tiessen-Raaphorst (red.)
ISBN: 978 90 377 07311
Prijs: € 39,90

De publicatie is verkrijgbaar bij de (internet)boekhandel, te bestellen via www.scp.nl of hier te downloaden

  • Voor meer informatie: Annet Tiessen-Raaphorst, 070–340 7157 of a.tiessen-raaphorst@scp.nl.
  • Voor algemene vragen: Irma Schenk (voorlichter), 070–340 5605 of i.schenk@scp.nl

Nieuws Alert
Vrijwel dagelijks krijgt Sport Knowhow XL vanuit het hele land van allerlei instanties verschillende Persberichten en andersoortige artikelen toegezonden. Slechts een deel daarvan gebruiken wij als input en/of als inspiratie voor de productie van onze eigen nieuwsberichten. Toch kunnen vele aan ons gestuurde (pers)berichten die onze redactie niet (meteen) zelf gebruikt interessant zijn voor onze lezers. De rubriek 'Nieuws Alert' bundelt deze artikelen.

Klik hier om de Nieuws Alerts van Sport Knowhow XL automatisch in je mailbox te ontvangen
« terug

Reacties: 1

Hilde Bax
24-01-2015

Het was even wachten op de nieuwe Rapportage Sport. Mooi dat er weer een actuele versie is verschenen. De verschillende onderzoeken ga ik met heel veel belangstelling lezen.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst