door: Robert Kok
Windsurfen kent een grillige carrière. Na de uitvinding ervan rond 1965 door Jim Drake is de sport vermarkt door Hoyle Sweitzer en gestaag gegroeid. De eerste partij die voor popularisering van de sport heeft gezorgd was de Nederlandse zeildoekproducent Ten Cate. Dit bedrijf kocht halverwege de jaren zeventig een licentie van Hoyle Sweitzer en produceerde de eerste oer-windsurfplank. De nieuwe watersport werd erg populair omdat het mogelijk was deze sport - in tegenstelling tot het verwante zeilen - te beoefenen op elke plas en eigenlijk een fietskarretje al voldoende was voor het vervoer. De populariteit van onder meer windsurfen groeide in de jaren zeventig en tachtig ook doordat veel jongeren werden aangetrokken door de wijze waarop juist deze lifestylesporten zich onderscheidden van de traditioneel georganiseerde sporten.
Windsurfen was in de jaren tachtig een grote sport met in Nederland naar schatting 300.000 boards en 500.000 beoefenaren. Op dit ogenblik is het een betrekkelijk kleine sport, het aantal actieve beoefenaren in bedraagt naar schatting 17.500. In Nederland is tot nu toe weinig onderzoek gedaan binnen deze sport. Daarom is er vanuit het lectoraat van Fontys Economische Hogeschool Tilburg opleiding SPECO een onderzoek opgestart rondom het windsurfen. Vooral ook omdat de sport een aantal specifiek interessante kenmerken heeft, bijvoorbeeld de enorme verkleining van de schaal en het later toch weer iets groeien door de zogenaamde herintreders. In dit onderzoek is getracht een beeld te schetsen van de Nederlandse windsurfer in 2015 met betrekking tot de wijze van beoefening, opgeofferde middelen, motieven en toewijding.
Windsurfen is een mannensport, van de 313 respondenten bestaat 95,3% uit mannen
Het onderzoek is gestart met verkennende diepte-interviews die als basis dienden voor een kwantitatief online onderzoek (n=313) via verschillende online platforms. Windsurfen is een mannensport, van de 313 respondenten waren er 299 (95,3 %) man en 14 (4,7%) vrouw. Als je op een populaire surfstek als strand Horst bij Harderwijk kijkt dan klopt dit beeld. De leeftijd van de respondenten in dit onderzoek varieerde van 12 tot 69 en was gemiddeld 39, voor een lifestylesport redelijk hoog. Die hoge leeftijd is gezien de periode waarin de sport booming was logisch te verklaren.
Van de respondenten beoefent 61,7% de sport in totaal langer dan elf jaar terwijl 80,5% de sport in totaal zeven jaar of langer beoefend. Van de Nederlandse windsurfers surft binnen het seizoen (april-oktober) 42,8% drie tot en met vijf keer per maand en 28% doet dit zes keer of vaker.
Hogere klasse
Ruim 80% van de respondenten geeft aan dat windsurfen hun primaire sport is. Daarnaast beoefent men vaak andere individualistische sporten als fitness, hardlopen en mountainbiken. 12,5 % van de windsurfers heeft een netto gezinsinkomen tussen 1.801 en 2.600 euro, bij 51,4% bedraagt dat meer dan 2.600 euro. Windsurfen wordt dus beoefend door de hogere socio-economische klassen.
Aan windsurfen wordt op jaarbasis door 27,2% tussen de 5.00 en 1.000 euro uitgegeven, 23,6% zegt tussen de 1.000 en 2.000 euro per jaar te besteden, 12,1% geeft tussen de 2.000 en 3.000 euro per jaar uit en 13,7% meer dan 3000 euro. Het hedendaagse windsurfen vergt dus flinke investeringen en kan gezien worden als een relatief dure, materiaal intensieve sport. Surfspullen kopen doet men het liefst in de traditionele surfshop (63,6%), tweedehands via Marktplaats is een goede tweede met 54,5% en nieuw online wordt er door 22,4% van de windsurfers gekocht.
Windsurfen is echt een hard core sport van het open water geworden
Nederlandse windsurfers hebben vooral slalom intenties, het zo hard mogelijk heen en weer varen met snelheden rond de 40 à 50 kilometer per uur met een gijp als draaimoment (50,8%), daarna volgt freemove inclusief springen (31.6%) en het waven (26,2%) dat vooral op zee gebeurt. Windsurfen is echt een hard core sport van het open water – bijvoorbeeld op het IJsselmeer - geworden, 73% geeft daar de voorkeur aan. Daarna komt de kust met 31,9% en de recreatieplas met 23,6%.
Technologische ontwikkelingen worden breed geadopteerd. Een GPS om afstanden en vooral snelheid te meten wordt door 48,2% in meer of mindere mate gebruikt. Van de windsurfers is slechts 35,8% lid van een watersportvereniging en een veel groter aantal (67,1%) maakt regelmatig gebruik van het forum op windsurfing.nl. De sport is laag georganiseerd maar kent dus wel nieuwere online organisatieverbanden zoals windsurfing.nl en gps-speedsurfing.com.
Motivatie
Windsurfers in dit onderzoek geven aan dat ontspanning, de kick, grenzen verleggen en gezelligheid de hoofdmotieven zijn. Conditie en gezondheid spelen een ondergeschikte rol. Opvallend is de hoge score op gezelligheid en de lage score op groepsgevoel. Bij veel ander lifestylesporten is het groepsgevoel ‘being a windsurfer’ juist heel sterk.
De herintreder
Een fenomeen dat bijvoorbeeld ook voorkomt bij wintersporten en hardlopen zijn de zogenaamde herintreders: een groep sporters die na afwezigheid de sport weer opnieuw oppakt. Van de respondenten geeft 38,2% aan langer dan drie jaar gestopt te zijn met het windsurfen. Gemiddeld is dit een periode van ruim zeven jaar geweest. Om inzicht te krijgen in deze groep zijn een aantal specifieke vragen gesteld in twintig open vragenlijsten. Om de essentie van de herintreder te illustreren zijn volgende quotes uit deze vragenlijsten treffend:
‘Altijd het gevoel gehouden windsurfer te zijn. Wel nam de onrust die ik had als het waaide tijdens de pauze af, altijd met weemoed gekeken naar windsurfers die wel nog aan het surfen waren als ik toevallig aan de waterkant kwam’
‘In 1980 (ben geboren in 1971) gestart met surfen. Fanatiek blijven surfen (als het waaide en naar schatting circa vijftig vaardagen gemiddeld per jaar) tot 1993. In 2007 weer gestart en net zo fanatiek (zo niet fanatieker)’
De redenen waardoor herintreders met windsurfen gestopt zijn kunnen vooral als extrinsiek gekenmerkt worden. Een omgeving die van een sporter meer gaat vragen waardoor de tijdsintensieve beoefening langzaam stopt. Geen plezier meer hebben of blessures werden nauwelijks genoemd.
Windsurfers scoren op de toewijdingsvragen erg hoog, 93,6% geeft aan vastbesloten te zijn om te blijven windsurfen
Toewijding
In een eerder onderzoek over commitment bij windsurfers ( Jeon, & Ridinger 2007) is uitgegaan van een aangepast Sport Commitment Model (SCM) dat voorspelt dat de mate van sportcommitment afhangt van zes factoren: plezier, alternatieven, mogelijkheden, investeringen, sociale druk en sociale steun. In dit onderzoek zijn dezelfde elementen als zodanig verwerkt in de vragenlijst en na afname getoetst of dezelfde factoren te onderscheiden waren. Windsurfers scoren op de toewijdingsvragen erg hoog, 93,6% geeft bijvoorbeeld aan vastbesloten te zijn om te blijven windsurfen. De plezierbeleving is ook erg hoog, rond de 90% geeft aan erg veel plezier te beleven aan windsurfen. De tijdsopoffering wordt als redelijk ervaren evenals de financiële investeringen. Sociale beperkingen worden door de huidige windsurfers niet ervaren. De Nederlandse windsurfers is duidelijk minder beperkt door zijn sociale omgeving dan de Amerikaanse in eerder onderzoek.
Kortom, windsurfen is een kleine lifestylesport geworden. De essentie van de sport is verschoven van recreatieve zomerse lifestylesport naar hardcore lifestylesport. Dat wil zeggen een sport die er niet naast een andere sport wordt bedreven maar die eerste keuze is. De relatief oudere beoefenaren investeren relatief veel tijd en geld maar de plezierbeleving in de vorm van ontspanning, de kick, grenzen verleggen en gezelligheid compenseren deze investeringen nog steeds ruimschoots. Beperkingen vanuit de sociale omgeving gelden voor deze gemiddeld 39 jarige windsurfers minder.
Windsurfen, een lifestylesport op herhaling
Dit artikel is een samenvatting van een uitgebreider artikel van de hand van Robert Kok, getiteld Windsurfen, een lifestylesport op herhaling. Klik
hier om het uitgebreidere artikel te lezen.
Robert Kok is hogeschooldocent Sportmarketing en sportsponsoring bij de opleiding SPECO van de Fontys Economische Hogeschool Tilburg (FEHT). Voor meer informatie: r.kok@fontys.nl