Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

De crisis en de clubs (2) 9 maart 2021

Drie weken geleden verscheen het eerste deel in een tweeluik over de gevolgen van de pandemie voor clubs. De pandemie, zo betoogde Jan Janssens toen, brengt belangrijke trends en ontwikkelingen in de sport in een stroomversnelling en zorgt voor een ‘reset’. Dat betekent dat clubs, ook al verlangen zij er nog zo naar om terug te keren naar het ‘oude normaal’, niet zomaar de draad kunnen oppakken als straks de beperkende maatregelen worden ingetrokken. Zij moeten rekening houden met blijvend andere omstandigheden. In het slot van dit tweeluik wordt hierop voortgeborduurd. Kunnen verenigingen ook sterker uit de crisis komen? Wat staat ze dan te doen?

door: Jan Janssens

De tijd en energie, en ook het geld dat sporters vóór de pandemie staken in hun sportbeoefening hebben in het afgelopen jaar geheel of gedeeltelijk een alternatieve bestemming gekregen. Wanneer de beperkingen van de pandemie voorbij zijn zullen zij (en dat geldt ook voor vrijwilligers) vroeger of later nieuwe afwegingen gaan maken rond de invulling van hun vrije tijd. Zo schreef ik in het eerste deel van dit tweeluik.

"De behoefte aan meer geïndividualiseerde en flexibele vormen van sport en beweging zal verder groeien"

Dat de behoeften aan sport, beweging en sociale ontmoeting groter worden biedt voor sportverenigingen natuurlijk goede perspectieven. Maar, zo leert het recente verleden, meer sport betekent niet automatisch meer verenigingssport. Er zijn voor verenigingen ook belangrijke uitdagingen. De behoefte aan meer geïndividualiseerde en flexibele vormen van sport en beweging zal verder groeien en ook de concurrentie op de sportmarkt zal verder toenemen.

Betrokken en bezig
De meeste sportclubs hebben hun leden in het afgelopen jaar niet de reguliere activiteiten kunnen aanbieden. Dat snappen de sporters en de vrijwilligers, en daar hebben ze ook begrip voor. Maar dat betekent niet dat ze de club ook trouw zullen blijven. Of dat gebeurt hangt van push- en pullfactoren. Hoeveel moeite heeft de club gedaan om de leden en vrijwilligers betrokken en bezig te houden? Hoe aantrekkelijk zijn de alternatieve vormen van sport en vrijetijdsbesteding die sporters en vrijwilligers hebben gevonden?

XL9ColumnXLJanJanssens-2ecrisis-1Veel clubs hebben hun best hebben gedaan om ook in deze lastige tijd op de een of andere wijze toch relevant te blijven voor hun sporters, vrijwilligers en sponsors. De voorbeelden van mooie initiatieven zijn talrijk. Een club die een digitaal clubhuis inricht met ontmoetingsruimten voor de leden, een vereniging die een kleurplaat maakt en rondbrengt bij de allerjongste leden, telefooncirkels om het isolement van de oudere leden te doorbreken, boodschappenhulp voor leden die de deur niet uit durven, huiswerkbegeleiding om ouders van jeugdleden even te ontlasten, online jubileumvieringen, online huldiging van verdienstelijke vrijwilligers, ludieke acties om sponsors een hart onder de riem te steken, online challenges, gezamenlijke trainingen via Zoom, on-demand trainingen voor thuis met playlist op spotify, sporten onder het viaduct, foto-estafette via Whatsapp, extra nieuwsbrieven, drone-filmpjes van het verlaten sportcomplex, online pizza party, mondkapjes in clubkleuren, enzovoorts enzoverder.

Laag pitje
Zo’n opsomming maakt duidelijk dat er best veel creativiteit is en dat niet iedereen bij de pakken neerzit. En zij geeft ook al gauw de indruk dat er heel veel is gedaan om de achterban betrokken en bezig te houden, maar dat is eerlijk gezegd toch niet echt het geval. Bij het merendeel van de clubs stonden en staan de activiteiten op een laag pitje. Daar worden slechts bij uitzondering dit soort activiteiten opgepakt. Dat is ook best begrijpelijk, want het valt allemaal niet mee. 

"Er zal moeten worden nagedacht over nieuwe sportvarianten en -arrangementen, nieuwe lidmaatschapsvormen en aanbod voor nieuwe doelgroepen"

In veel takken van sport kan al heel lang heel weinig en bij heel veel clubs komt net als onder gewone omstandigheden te veel werk op de schouders van te weinig mensen terecht. Dat was problematisch vóór de pandemie. Dat is sinds de uitbraak van het virus waarschijnlijk niet minder geworden en het is te verwachten dat dit in de toekomst nog meer het geval zal zijn. Daardoor zullen veel clubs nog meer moeite hebben om goed in te spelen op de veranderende wensen en eisen vanuit de leden, de vrijwilligers, de sportbond, de sponsors, de overheid en de samenleving.

Inspirerende voorbeelden
Toch zal dat meer dan ooit noodzakelijk zijn om de bestaande leden en vrijwilligers vast te houden en nieuwe te werven. Er zal moeten worden nagedacht over nieuwe sportvarianten en -arrangementen, nieuwe lidmaatschapsvormen en aanbod voor nieuwe doelgroepen. Gelukkig zijn daarvan overal inspirerende voorbeelden te vinden. 

coverIdeeenboek

De introductie van beach- en walking sportvarianten in verschillende takken van sport, padel, 3x3 basketball, baseball5, de volleybaltuin. De invoering van early bird-, twilight-, vakantie-, deel- en duo-lidmaatschappen, strippenkaarten, kwartaal- en halfjaarabonnementen of sporten zonder lidmaatschap. Sport voor speciale doelgroepen, variërend van obese of autistische jongeren tot ouderen die kampen met eenzaamheid of chronische ziekten. 

Tijdens mijn research voor Het Grote Ideeënboek voor Sportclubs (inmiddels uitverkocht) heb ik een paar jaar geleden bij honderden clubs op allerlei aandachtsgebieden mooie praktijkvoorbeelden gevonden. Aan goede ideeën en voorbeelden is geen gebrek. Maar wel aan daadkracht. Helaas doet goed voorbeeld niet automatisch ook goed volgen. 

Mee veranderen
De samenleving verandert, en clubs veranderen zeker mee. Maar dat laatste gaat langzaam en gelet op het afnemend aandeel van de verenigingen in de sportmarkt te langzaam. Nu de ontwikkelingen in de sport in een stroomversnelling komen is er des te meer reden om sterker in te zetten op verandering. Veel clubs hebben daar moeite mee. Daar zijn drie redenen voor: geen noodzaak, geen mensen, geen middelen. Op het eerste gezicht zijn dit goede redenen. Kun je van clubs die worstelen met een gebrek aan mensen en middelen, of helemaal geen noodzaak voor verandering zien, wel verwachten dat zij iets anders of iets nieuws doen? Wie meegaat in dit narratief, zal zich erbij neerleggen. Het is niet anders. 

"Sportbestuurders moeten zichzelf vooral niet neerleggen bij het gebrek aan mensen en middelen. Verenigingsbestuurders zijn niet machteloos"

Sportbestuurders zouden dat niet moeten doen. Zij zouden de ogen niet moeten sluiten voor de eerder geschetste ontwikkelingen in sport en samenleving. Deze raken de ene vereniging eerder en harder dan de andere, maar ze brengen voor alle sportverenigingen kansen én bedreigingen met zich mee. Op het oog voltrekken deze ontwikkelingen zich misschien langzaam maar ze laten de verenigingen echt niet onberoerd. En sportbestuurders moeten zichzelf vooral ook niet neerleggen bij dat gebrek aan mensen en middelen. Dat is weliswaar reëel, maar het is geen natuurverschijnsel. Verenigingsbestuurders zijn niet machteloos. 

XL9ColumnXLJanJanssens-dashboardIn eigen hand
Hoewel zij zich daar niet altijd van bewust zijn, hebben de bestuurders van sportverenigingen heel veel knoppen waar ze aan kunnen draaien om de gang van zaken in hun vereniging op korte en lange termijn te beïnvloeden. Zie het dashboard hierboven. Er zijn heel veel manieren om de betrokkenheid van leden te vergroten, het vrijwilligerswerk leuker te maken en de deelname eraan te bevorderen. Er zijn ook allerlei methoden om kosten te besparen en inkomsten te verhogen.

"Er zijn verschillende vormen van professionalisering en allerlei interessante mogelijkheden voor contributiedifferentiatie"

En wat te denken van professionalisering en contributieverhoging. Dat zijn de knoppen die verenigingsbestuurders vaak nauwelijks durven te beroeren. '…Als we een betaalde kracht gaan inzetten dan loopt de helft van de vrijwilligers weg en wil de andere helft voortaan ook worden betaald.' '…Wij zijn als vereniging veel te klein voor een verenigingsmanager.' '…Het moet wel betaalbaar blijven. Als we de contributie gaan verhogen wordt de sport minder toegankelijk en gaat dat leden kosten.' De praktijk leert dat noch het ene noch het andere probleem zich hoeft voor te doen, dat er verschillende vormen van professionalisering en allerlei interessante mogelijkheden voor contributiedifferentiatie zijn. 

Er zal meer concurrentie komen, maar ook meer aandacht voor sport en bewegen als middel voor preventie van gezondheidsproblemen en als plaats voor sociale ontmoeting. Sportclubs die in hun sportaanbod weten in te spelen op de veranderende wensen van de sporter, aandacht hebben voor gezondheidsaspecten (blessurepreventie, assortiment kantine, rookvrij complex, alcoholmatiging) en hun rol als ontmoetingsplaats cultiveren hebben ook na de pandemie een mooie toekomst. Die clubs laten de toekomst niet over zich heen komen, maar nemen deze in eigen hand.

Jan Janssens is directeur-eigenaar van onderzoek- en adviesbureau Chionis. Eerder was hij o.a. directeur van het Mulier Instituut, lector Sport Management & Ondernemen bij de Hogeschool van Amsterdam en sportformateur in acht gemeenten.

« terug

Reacties: 2

Jan Raateland
09-03-2021

Beste Jan,

Ik deel jouw analyse en toekomstbeschouwing. Het realiseren van de kansen die er voor de bestuurders van sportverenigingen liggen om te beginnen bij het vinden van samenwerking op lokaal niveau. Die samenwerking professionaliseren met als belangrijk onderdeel de vertegenwoordiging van de georganiseerde sport bij de sectoren onderwijs, welzijn, zorg en bij de gemeente: politiek en ambtelijk.

Robert Barclay
10-03-2021

Goed tweeluik Jan, kan me volledig vinden in jouw beschouwing! In Den Bosch staat sinds dit jaar toekomstbestendigheid centraal in onze dienstverlening als verenigingsondersteuners. Er zijn inderdaad veel knoppen waaraan gedraaid kan worden en in veel gevallen aan gedraaid zal moeten worden om toekomstbestendig te blijven. Geruststellend dat er nog genoeg kansen zijn, maar voor veel bestuurders tegelijk overweldigend. Professionalisering kan een bestuur zeker hierbij helpen. In Den Bosch gaan we samen met de verenigingen toewerken richting een helder dashboard en onze rol wat ombuigen van verenigingsondersteuner naar verenigingscoach.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst