door: Martin Breedijk
Ik heb een paar jaar regelmatig twee middagen per week in het Sloterparkbad gezwommen. Fijn bad, aardige mensen en lijnen bij minimaal zes van de acht banen. Dat is al een vooruitgang bij menig ander bad in Nederland waar vaak geen lijnen liggen. Dat laatste leidt vaak tot het kriskras door elkaar zwemmen waardoor er en een zeer inefficiënt gebruik van de ruimte en vaak de nodige irritatie ontstaat tussen bijvoorbeeld de fanatiekere borstcrawlzwemmers en de zwemmers die met het hoofd boven water schoolslag zwemmen en liever geen natte haren willen hebben.
Een indeling in banen en dan ook in snelheid en/of zwemslag is een goed idee. Alleen zie je dan meestal bordjes staan met termen als snelle en langzame baan. En die benaming wordt niet alleen bij dit soort 'banen-uurtjes' gebruikt, nee deze benaming is zeer gebruikelijk bij vele (duur)sporten waar het handig is om mensen op snelheid in te delen. Daarmee creëer je homogene groepen en kunnen mensen lekker met elkaar trainen, elkaar pushen en hebben ze wat gezelligheid tijdens de training of pauze (al borstcrawlend is het wat lastiger om even bij te praten).
"Niemand vindt het volgens mij leuk om te horen: 'Jij traint met de langzame groep mee'"
Ongewenste diskwalificatie
Allemaal helemaal goed, en ik doe dat ook altijd als ik een duursportles geef aan de studenten Sportkunde in Amsterdam of een (gast)training bij een club. Alleen, ik gebruik nooit meer de term langzame baan of langzame groep, nooit! Hoe je het ook wendt of keert, dat is toch een beetje een diskwalificatie, niemand vindt het volgens mij leuk om te horen: 'Jij traint met de langzame groep mee' of 'Ga jij maar in de langzame baan'. Ik word inmiddels ook ouder en langzamer en daar heb ik mij echt wel bij neergelegd, maar als ex-topsporter vind ik het nog steeds heel vervelend om te horen dat ik bij de langzame groep moet meetrainen. En dat geldt volgens mij voor veel meer mensen.
In het Sloterparkbad waren ook regelmatig zwemmers in de 'snelle baan' die daar wat betreft hun snelheid helemaal niet hoorden, ik ben ervan overtuigd dat ook zij niet in de langzame baan wilden. Of je komt als beginnend (duur)sporter bij een club en ongeveer het eerste wat je te horen krijgt is 'jij mag met de langzame groep meetrainen'. Zeg nou zelf, dat is toch niet motiverend?
Snel vs. heel snel
Mijn oplossing? Als ik de studenten voor de eerste keer lesgeef zeg ik altijd: 'De snelle zwemmers in deze baan….', dan wacht ik even en zie de studenten die zichzelf een mindere zwemmen vinden al de andere kant op lopen, om dan te vervolgen met: 'En de hele snelle zwemmers aan deze kant'. Ik vind het altijd geweldig om dan alle glimlachen op die hoofden te zien. Ik leg het ook altijd uit, ze moeten later immers ook in de sport gaan werken, en eindig met de stelling: 'De langzame baan/groep zit op de bank, iedereen die hier sport is snel en sommige zijn nog iets sneller'. En ja, ik weet, dat is ook enigszins stigmatiserend omdat er goede redenen of oorzaken kunnen zijn waarom mensen op een bank zitten, dus ik ben nog op zoek naar een ander voorbeeld. De zin, de mensen die op de bank zitten terwijl ze eigenlijk weten dat ze ervan af moeten komen, is toch wat te lang om impact te hebben.
"Laten we met z’n allen bijdragen aan een positief sportklimaat en alleen nog maar spreken over verschillende gradaties van 'snel'"
Ik roep bij deze dus alle zwembaden, duursporttrainers, coaches en vooral ook opleiders van trainers op om nooit meer het begrip 'langzame baan' of 'langzame groep', laat staan 'de langzaamste groep' (ooit eens heb gehoord) te gebruiken. Laten we met z’n allen bijdragen aan een positief sportklimaat en alleen nog maar spreken over verschillende gradaties van 'snel'. Of misschien nog beter, gebruik andere termen. Als bestuurder van de ETU hebben we dit jaar een virtuele race opgezet in samenwerking met WTRL en zij hebben verschillende koffienamen voor de diverse niveaus die ze hebben, van latte machiato tot dubbelle ristretto.
Probeer het eens uit en merk zelf het verschil en laat me je ervaring weten.
Martin Breedijk is docent Sportkunde aan HvA en daarnaast onder meer duursport-/triathlontrainer (niveau 4). Ook is hij lid van de Executive board van de European Triathlon Union (ETU).