Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

De toekomst van schoolzwemmen 2 juni 2020

door: Titeke Postma

Bij schoolzwemmen denken de meeste mensen aan zwemlessen gericht op het halen van een zwemdiploma. Maar dát schoolzwemmen bestaat niet meer. Tegenwoordig heeft 79% van de kinderen op 7-jarige leeftijd al een zwemdiploma A. Mede daarom is het aanbod fors teruggelopen. Toch blijft de roep om schoolzwemmen bestaan. Is dat terecht? Welke rol kan de school spelen bij zwemveiligheid? Hoe moet het schoolzwemmen er dan uitzien? Hoe kan er een zinvolle invulling worden gegeven aan de lessen? Welke rol moet de gemeente daar dan in spelen?

Voor het zoeken naar een antwoord op deze vragen is er nu het witboek 'De rol van de school bij zwemveiligheid' van Kristine de Martelaer, Jarno Hilhorst en Titeke Postma. Een document voor gemeenten, scholen en zwembaden, verenigingen en andere (zwem)organisaties over de ontwikkeling van schoolzwemmen, de beschrijving van een model waarin de betrokkenen bij het leren zwemmen in kaart worden gebracht en veel praktijkvoorbeelden die je kunt plaatsen onder de noemer van schoolzwemmen. Het witboek is geen stappenplan om schoolzwemmen weer opnieuw in te voeren, maar bedoeld als aanzet voor betrokken partijen om na te denken over het (opnieuw) opzetten van bewegen in water tijdens schooltijd. 

"Schoolzwemmen is niet meer per se gekoppeld aan het behalen van een zwemdiploma, het richt zich op meer dan alleen het leren van vaardigheden"

Schoolzwemmen en zwemveiligheid
Schoolzwemmen is vandaag de dag totaal niet meer vanzelfsprekend. Ongeveer een derde van de basisscholen (en gemeenten) is anno 2019 betrokken bij schoolzwemmen, waarbij vorm en inhoud divers zijn. In het witboek wordt de volgende definitie van schoolzwemmen geïntroduceerd: ‘alle vormen van activiteiten waar kinderen tijdens schooltijd diverse aspecten van bewegen in het water leren op het vlak van vaardigheden, kennis/inzicht en attitudes’. 

ColumnXL-TP-witboek-1Schoolzwemmen is in deze definitie dus niet meer per se gekoppeld aan het behalen van een zwemdiploma, het richt zich op meer dan alleen het leren van vaardigheden. De definitie van schoolzwemmen sluit goed aan bij de visie op zwemveiligheid die is ontwikkeld in het kader van het landelijke kennisproject NL Zwemveilig: ‘zwemveilig zijn is in staat zijn om in en om het water te overleven en op een veilige manier te bewegen en te recreëren in de Nederlandse watercultuur’. Kenmerkend voor deze visie is dat zwemveiligheid geen vast gegeven, maar dynamisch is.

Zwemveiligheid is dynamisch
Zwemveilig zijn wordt onder andere beïnvloed door persoonlijke vaardigheden, kennis/inzicht en attitudes. Zwemdiplomabezit wordt gezien als een maat voor zwemveiligheid. Maar we weten dat zwemvaardigheid en dus zwemveiligheid kan afnemen wanneer na zwemles weinig of niet meer wordt gezwommen (Van der Weijden, 2019). Ook kennis van specifieke gevaren (zoals muien in zee) of weten wat men aankan in risicosituaties beïnvloed ‘het zwemveilig zijn’. Voor jonge kinderen is het leren van deze kennis niet standaard onderdeel van het leren zwemmen. Zij kunnen na het behalen van hun zwemdiploma nog veel meer kennis vergaren en daarmee een veiliger attitude ontwikkelen. Waardoor ze ook (zwem)veiliger zullen zijn in nieuwe waterrecreatiesituaties zoals zwemmen in de zee, kitesurfen of waterskiën.

‘Zwemveilig zijn’ verder blijven ontwikkelen sluit naadloos aan bij het nieuwe onderwijscurriculum"

‘Zwemveilig zijn’ kan en moet zich dus steeds blijven ontwikkelen. Blijven zwemmen en je bewuster worden van je eigen talenten en (on)mogelijkheden dragen bij aan duurzame zwemveiligheid. En maken het ook mogelijk om steeds nieuwe uitdagingen op te zoeken en nieuwe vaardigheden te leren. Lesprogramma’s binnen schoolzwemmen kunnen daar prima invulling aan geven. ‘Zwemveilig zijn’ verder blijven ontwikkelen sluit ook naadloos aan bij het nieuwe onderwijscurriculum waarin staat dat bij bewegingsonderwijs ‘een leven lang met plezier bewegen als onderdeel van een actieve en gezonde leefstijl en zich daarin blijvend kunnen ontwikkelen’ centraal staat. Ongeacht of kinderen al wel of niet een zwemdiploma hebben gehaald, indien (beter) leren zwemmen als onderdeel van bewegingsonderwijs wordt gezien, dan past dat perfect. 

Voorbeelden van lesprogramma’s
Schoolzwemlesprogramma’s zullen altijd afgestemd moeten worden op de beginsituatie van de kinderen. Beginners kunnen de eerste vaardigheden leren om zwemveiliger te worden. En eventueel daarna doorstromen naar echte zwemles. Kinderen in het bezit van een of meer zwemdiploma’s kunnen hernieuwd kennismaken met het zwemmen, het zelfvertrouwen weer ontwikkelen en vandaaruit met plezier verder leren. Vaardige zwemmers kunnen nieuwe vaardigheden leren om zichzelf en anderen te redden of nieuwe uitdagingen te ontdekken.

ColumnXL-TP-witboek-2De vele praktijkvoorbeelden in het witboek 'De rol van de school bij zwemveiligheid' sluiten aan bij één van bovenstaande beginsituaties. Ze bieden praktisch houvast om lesprogramma’s te ontwikkelen. Van bewegen in water met plezier tot ‘gewoon’ leren zwemmen om je A-diploma te halen tot jezelf en je vriendje leren redden in risicosituaties. Daarnaast zijn er ook voorbeelden van kant-en-klare lespakketten die in de les op school kunnen worden gebruikt. 

Het belang van schoolzwemmen
De praktijk bewijst al dat schoolzwemmen een enorm belangrijke rol kan spelen in ‘zwemveilig zijn en blijven’ op lange termijn. De roep om schoolzwemmen (weer) aan te bieden is wat mij betreft helemaal terecht. Betekent dit inhoudelijk pleidooi nu dat alle scholen dan ook weer schoolzwemmen gaan organiseren? Dat zou mooi zijn, maar dat zal vooral afhangen van de lokale situatie. Hoe groot is de wens voor zwemveiligheid? Is er veel water in de omgeving? Zijn er veel kinderen zonder zwemdiploma? Wat is de visie en het beleid van de gemeente? Wie draait op voor de kosten? Hoe denken scholen (en ouders) over schoolzwemmen? Is er een zwembad in de buurt? Is er expertise binnen het zwembad of plaatselijke zwemverenigingen of reddingsbrigades? En wie neemt het initiatief om met elkaar om de tafel te gaan zitten?

"Door gezamenlijke doelen, enthousiasme, geloof in het belang van blijven leren zwemmen, kennis delen, wensen afstemmen en goede afspraken maken kan veel succes worden bereikt"

De toekomst
De toekomst van het schoolzwemmen hangt af van de samenwerking op lokaal niveau. Gemeenten kunnen de verantwoordelijkheid nemen door het belang van zwemveiligheid als speerpunt te benoemen en te koppelen aan sportstimulerings- en gezondheidsbeleid. Zwembaden kunnen contact zoeken met scholen om mogelijkheden te onderzoeken voor passende lesprogramma’s. Scholen kunnen kiezen voor zwemmen als onderdeel van het bewegingsonderwijs. Door gezamenlijke doelen, enthousiasme, geloof in het belang van blijven leren zwemmen, kennis delen, wensen afstemmen en goede afspraken maken kan veel succes worden bereikt. 

ColumnXL-TP-witboek-3Het witboek wakkert (hopelijk) het enthousiasme aan om stappen te zetten en nieuwe ‘schoolzwemmogelijkheden’ te onderzoeken. Het geeft houvast in de onderbouwing van het belang van schoolzwemmen. Het geeft richting en ondersteuning aan de invulling voor lesprogramma’s. We nemen definitief afscheid van hét schoolzwemmen en richten ons op ‘bewegen in water onder schooltijd op maat’. Wat nog ontbreekt is een vervangende naam die de lading dekt. Heb je een idee? We horen het graag! 

Voor meer informatie: witboek 'De rol van de school bij zwemveiligheid'

Titeke Postma is bewegingswetenschapper en expert in zwemonderwijs. Ze initieert en ondersteunt vernieuwing in bewegen en sport. Ze geeft presentaties, workshops en trainingen, begeleidt teams in veranderingsprocessen en was o.a. als projectleider betrokken bij het project NL Zwemveilig en de vernieuwing van het Zwem-ABC. Contactgegevens: titeke@propulztp.nl of 06-4486 0998.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst