Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

Fysiek actieve kinderen zijn sneller op de MQ Scan 8 mei 2018

door: Iris van Gestel

Het is tegenwoordig common sense dat fysieke activiteit belangrijk is in het leven van kinderen. Veel beweegprogramma’s en -activiteiten worden regionaal en nationaal georganiseerd om te zorgen dat kinderen fysiek actief zijn en blijven. Gerelateerd aan de fysieke activiteit van kinderen zijn de fundamentele bewegingsvaardigheden die het Athletic Skills Model (ASM) de Basic Movement Skills (BMS) noemt. Deze BMS zijn van groot belang voor de motorische ontwikkeling. De BMS zijn belangrijk omdat ze de basis vormen om contextspecifieke en specifieke sport- en spelvaardigheden effectief te kunnen gebruiken en in te zetten bij bewegingsactiviteiten. Het worden ook wel grondvormen van bewegen genoemd. Deze BMS zijn niet alleen gerelateerd aan de fysieke activiteit gedurende de kinderjaren, maar hebben ook een voorspellende waarde voor de fysieke activiteit in de toekomst. Het idee is dat kinderen die deze BMS leren te beheersen in de toekomst meer fysiek actief zijn in vergelijking met kinderen die de BMS in mindere mate beheersen. 

De meetinstrumenten die worden gebruikt om de BMS te meten binnen de lichamelijke opvoeding zijn niet allemaal even praktisch in gebruik. De nadelen die veel van deze meetinstrumenten bevatten zijn dat ze veel tijd in beslag nemen en er is veel kennis vereist over de procedure en het protocol van de test. Ook zijn er in de gymzaal vaak speciale materialen nodig die niet aanwezig zijn of een erg hoge aanschafprijs hebben. Voor kinderen zijn de testen vaak niet plezierig en duren ze vaak te lang om zich te kunnen blijven concentreren. De oplossing is de MQ Scan op basis van de filosofie van het Athletic Skills Model.

De MQ Scan dient professionals inzicht te geven waar ze direct mee aan de slag kunnen, praktisch of beleidsmatig

De MQ Scan
Een nieuw meetinstrument voor het meten van de BMS is bedacht en uitgetest in een samenwerking tussen de Haagse Hogeschool, VU Amsterdam en Athletic Skills Model (ASM) met als doel om voor bovenstaande nadelen een oplossing te vinden. Deze MQ Scan is een beweegbaan voor kinderen die erg plezierig is en makkelijk opgebouwd kan worden met alleen materialen uit de (Nederlandse) gymzaal. Het onderzoek van Hoeboer en zijn collega’s in 2016 wees uit dat de MQ Scan een gemakkelijk en snel te gebruiken meetinstrument is. Het dient professionals inzicht te geven waar ze direct mee aan de slag kunnen, praktisch of beleidsmatig. Inzicht is het startpunt om gericht motoriek te kunnen verbeteren en zo beleid en daaruit voortvloeiende activiteiten te kunnen vormgeven. 

Het doel van de beweegbaan is om zo snel mogelijk alle onderdelen te doorlopen en daarmee een snelle eindtijd neer te zetten. Het idee is dat de snellere kinderen hun BMS beter beheersen in vergelijking met de kinderen die een minder snelle tijd neerzetten. Om erachter te komen of de geleverde prestatie op de MQ Scan (totaal, in seconden) ook daadwerkelijk kan aanwijzen welke kinderen in meer of mindere mate fysiek actief zijn hebben wij een onderzoek gedaan naar de relatie tussen deze variabelen. 

XL16FotoBijColumnXL-IrisVanGestelAlmere Kenniscentrum Talent (AKT) - sportdagen in Almere
De metingen voor dit onderzoek zijn uitgevoerd door onderzoekers van Bewegingswetenschappen, VU Amsterdam tijdens de AKT-sportdagen in Almere. Tien basisscholen uit Almere hebben deelgenomen aan deze sportdagen. Tijdens deze sportdagen was de MQ Scan een van de onderdelen die de basisschoolkinderen ondergingen. De beweegbaan wordt door ieder kind twee keer doorlopen, een keer om te oefenen en de tweede keer voor de echte meting. Het automatische systeem meet de totale tijd in seconden en een aantal deeltijden. Het idee is dat de kinderen die een snellere tijd neerzetten ook de kinderen zijn die een betere beheersing hebben van hun motoriek. Dit laatste is onderzocht en bevestigd in een onderzoek van Brocken e.a. in 2017 waarbij een onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling door gymdocenten werden vergeleken met de tijden op de MQ Scan. Kinderen die een goede kwaliteit van bewegen lieten zien, hadden ook de sneller tijden op de baan.

Voorafgaand aan de MQ Scan hebben onderzoeksassistenten een korte vragenlijst afgenomen bij de kinderen. Deze vragenlijst bevatte vragen aangaande de fysieke activiteit van de kinderen. De vragen waren gericht op twee indicatoren van fysieke activiteit, namelijk: ‘sportparticipatie’ en ‘type transport naar school’. Allereerst vroegen we de kinderen of zij aan een sport deden (en zo ja, welke sport). Daarna vroegen wij ze naar het aantal keer per week dat zij hun sport beoefenen. Ook vroegen we ze hoe zij naar school komen. Bijvoorbeeld op de fiets, met de auto of met de step. Aan de hand van de informatie hebben wij voor de indicatoren een tweedeling gemaakt. Voor de indicator sportparticipatie was de tweedeling: ‘sport’ of ‘geen sport’. Voor de indicator type transport naar school was de tweedeling: ‘actief transport’ en ‘inactief transport’. Onder actief transport verstaan we types zoals fietsen, skateboarden, steppen of lopen. Voorbeelden van inactief transport zijn vervoer met de auto, bus of achterop de scooter. 

Kinderen die sneller op de MQ Scan zijn, zijn ook de kinderen die meer sporten en op een actieve manier naar school komen

De resultaten  
Na alle informatie verzameld te hebben op de sportdagen hebben we de data geanalyseerd. We hebben de indicatoren voor fysieke activiteit van ieder kind naast de totale tijd op de MQ Scan gelegd en deze vergeleken met de data van andere kinderen. Hieruit kwam naar voren dat de kinderen die sneller op de MQ Scan zijn ook de kinderen zijn die meer sporten en op een actieve manier naar school komen. Tegelijkertijd, de kinderen die een minder snelle tijd neerzetten op de MQ Scan, sporten in mindere mate en gaan vaker op een inactieve manier naar school.

Tabel 1. Gemiddelde tijd in seconden op de MQ Scan per tweedeling per indicator
Indicatoren voor fysieke activiteit Gemiddelde MQ Scan-totaal  Gemiddelde MQ Scan-totaal
sport 40.10
geen sport 44.02
actief transport  39.91
inactief transport 44.52

Ook wanneer we de indicatoren voor fysieke activiteit indelen in drie groepen met oplopende mate van fysieke activiteit zien we een verband. 

Tabel 2. Gemiddelde tijd in seconden op de MQ Scan per tweedeling per indicator
Fysieke activiteit in 3 groepen Gemiddelde MQ Scan-totaal 
Groep 1: geen sport én inactief transport 46.95
Groep 2: sport óf actief transport 43.25
Groep 3: sport én actief transport 38.91

Verder hebben we nog een aantal aanvullende analyses gedaan op basis van de beschikbare data. In Tabel 3 is te zien dat de kinderen die meerdere keren per week sporten gemiddeld een snellere tijd neerzetten op de MQ Scan in vergelijking met kinderen die minder vaak sporten per week. 

Tabel 3. Gemiddelde tijd in seconden op de MQ Scan (gecorrigeerd voor leeftijd) voor het aantal keer sporten per week.
Aantal keer sporten per week   Gemiddelde MQ Scan-totaal
0x 44.08
1x  43.47
2x 41.40
3x 38.40
4x 37.15
5x 33.22
totaal 39.62

Als laatste hebben we een indeling gemaakt per sportcategorie om te kijken of daarin verschillen te zien zijn op de MQ Scan. Zoals je ziet in tabel 4 zijn de kinderen die geselecteerd zijn voor de ASM-sportlessen (kinderen met talent) degenen die de snelste tijd neerzetten, wel waren dit er maar twee. Kinderen die extra gymlessen krijgen omdat zij aan beweegachterstand of overgewicht hebben scoren lagere tijden (extra fysieke activiteit). De sportcategorieën die ertussenin liggen laten verschillen zien, maar daarover is met deze informatie lastig een conclusie te trekken. 

Tabel 4. Gemiddelde tijd in seconden op de MQ Scan per sportcategorie
Sportcategorie Gemiddelde MQ Scan-totaal Aantal kinderen
ASM 31.61 2
balsport 37.60 290
atletiek 38.52 22
vechtsport  41.55 122
dansen & gymnastiek 42.47 145
geen sport 44.02 219
extra fysieke activiteit 49.81 10

Uit de data komt naar voren dat fysieke activiteit en de Basic Movement Skills gerelateerd zijn aan elkaar. Wel moeten we voorzichtig blijven met de interpretatie omdat de twee indicatoren voor fysieke activiteit gebruikt in dit onderzoek geen uitspraak kunnen doen over de volledige fysieke activiteit van een kind. Naast sport en transport zijn er natuurlijk nog meer vormen van fysieke activiteit. Ook hebben we de totale tijd die een kind besteed aan zijn/haar sport per week en duur van het transport niet meegenomen in onze analyses. 

Voor een meer kritische en gedetailleerde beschrijving van het onderzoek: Iris van Gestel (irisvangestel5@gmail.com), Annelies Brocken (j.e.a.brocken@hva.nl) of Geert Savelsbergh (G.J.P.Savelsbergh@vu.nl). Voor meer informatie over de MQ-scan: Ziggy@Mqscan.nl of www.mqscan.nl 

Iris van Gestel is net afgestudeerd Bewegingswetenschapper en Gezondheidswetenschapper; gespecialiseerd op het gebied van sportpsychologie en (internationale) volksgezondheid. Op het moment is zij werkzaam bij Esprit Scholen in Amsterdam als bestuurssecretaris. Daarnaast is zij op zoek naar een uitdaging in de (semi-) publieke sector, gericht op het sociaal domein, gezondheid, sport en/of welzijn. Tips en ideeën zijn altijd welkom! (irisvangestel5@gmail.com, 06-2353 5680).

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst