Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Column XL-Item

FC Twente verantwoordelijk of Joop Munsterman? 10 december 2015

door: Jan de Leeuw en Mark van den Heuvel

Op 14 december neemt de gemeenteraad van Enschede een beslissing over een reddingsplan voor FC Twente. Het plan houdt in dat de gemeente garant staat voor 32 miljoen euro voor de voetbalclub. Op die manier kan de club worden gered van de ondergang. Het lijkt er op dat er een meerderheid in de raad is voor dit plan. Bij een ondergang van de club is de gemeente zeventien miljoen euro kwijt. Dat lijkt geen aantrekkelijk perspectief.

FC Twente is dan nog niet uit de problemen. Vanuit de KNVB dreigt een sanctie in de vorm van een geldboete of intrekking van de licentie voor het spelen van betaald voetbal. Een dergelijke straf kan worden opgelegd als de club in strijd met het licentiereglement en/of andere regelgeving heeft gehandeld. Dat zou het geval zijn als FC Twente de KNVB een ander contract (met Doyen) heeft voorgelegd dan het contract dat werkelijk is gesloten. In het werkelijke contract zou Doyen verregaande zeggenschap hebben verkregen over het transferbeleid van FC Twente.

"Door opinieleiders is aangegeven dat FC Twente niet verantwoordelijk en aansprakelijk is, maar de bestuurders Joop Munsterman en Aldo van der Laan”

FC Twente niet verantwoordelijk?
In de publieke discussie die is ontstaan naar aanleiding van deze feiten, is door een aantal opinieleiders aangegeven dat FC Twente niet verantwoordelijk (en aansprakelijk) is, maar de bestuurders Joop Munsterman en Aldo van der Laan. Door hun wanbeleid zou de club in de problemen zijn gekomen en nu voor haar bestaan moeten vechten.

Het zijn vooral opiniemakers uit de voetballerij die deze positie innemen. Daarbij lijkt een belangrijke overweging dat het verantwoordelijk en aansprakelijk stellen van FC Twente kan leiden tot de ondergang van de club. Pierre van Hooijdonk en Dick Advocaat gaven in het tv-programma NOS Studio Voetbal aan dat een teloorgang van de volksclub een drama zou zijn. Ze spraken over een van de grotere clubs van Nederland als over een ‘voetbalbolwerk’, een prachtige vereniging met een mooi stadion.

Door anderen werd ook gewezen op de sociale en economische betekenis van de club voor Enschede en omgeving. Ook werd gerefereerd aan de voortrekkersrol die FC Twente heeft gehad wat betreft maatschappelijke projecten voor de lokale samenleving.

Johan Derksen gaf in het programma Voetbal Inside aan dat de club ongemoeid moest worden gelaten en dat Munsterman en Van der Laan verantwoordelijk zijn en eventueel moeten worden aangepakt. De gewone FC Twente-supporter mocht toch niet zijn club worden afgepakt omdat deze twee bestuurders en een puinhoop van hadden gemaakt...

"Aan mensen wordt verantwoordelijkheid toegekend. Maar geldt dat ook voor organisaties? Is er sprak van een collectieve verantwoordelijkheid?"

De club handelt en is dus verantwoordelijk
Hoe zit het eigenlijk met de verantwoordelijkheid (en juridisch gezien ‘aansprakelijkheid') van een BVO? Aan mensen - in het recht zijn dat ‘natuurlijke personen’ - wordt verantwoordelijkheid toegekend. Maar geldt dat ook voor organisaties? Is er sprak van een collectieve verantwoordelijkheid? (Wempe & Melis 1991, Johan Verstraeten & Jef van Gerwen 1990).

Niet bij elke groep mensen is er sprake van collectieve verantwoordelijkheid. Zo worden 50.000 toeschouwers in de Ajax Arena niet als organisatie gezien. Ze hebben geen vaste structuur; geen duurzame, onderlinge afstemming; geen formeel leiderschap; etc.

Het is ook heel lastig om een grote groep supporters - als groep - verantwoordelijk te houden voor bepaalde vernielingen. Het betreffende gedrag komt immers veelal op een relatief ongeorganiseerde wijze tot stand. Anders wordt het wanneer een groep supporters een bepaalde structuur aanneemt, formele of informele leiders heeft, een eigen mobiele communicatiestructuur ontwikkelt, etc.

De verantwoordelijkheid van een groep mensen - als groep - neemt toe wanneer er sprake is van meer organisatie bij een groep.

BVO is een zelfstandige morele actor
Een betaald voetbalorganisatie kan gezien worden als een hechte organisatie. De organisatie heeft een bedachte, vaste structuur, met bedachte procedures en handelingskaders. Het gedrag van een BVO komt op een georganiseerde wijze tot stand.

Een BVO is een zelfstandige morele actor. Het belangrijkste argument is dat zij vrij is in haar handelen. Zij kan steeds kiezen uit gedragsalternatieven en ze kan ook rationeel opereren. Via de medewerkers wordt rationaliteit binnengebracht. Een BVO kan ook respect hebben voor mensen, om maar eens een elementaire morele categorie te noemen.

"Het handelen van een BVO creëert morele verantwoordelijkheid. Als zodanig is de BVO moreel aanspreekbaar"

Een ander argument voor de BVO als zelfstandige morele actor is dat er vanuit mag worden gegaan dat zij een krachtige en effectieve leiding heeft. Dankzij deze leiding wordt er willens en wetens, námens de organisatie, gehandeld op allerlei beleidsgebieden. Het handelen van een BVO creëert morele verantwoordelijkheid. Als zodanig is de BVO moreel aanspreekbaar. Ze is verantwoording schuldig voor haar gedrag en ze kan juridisch aansprakelijk worden gesteld door derden.

Contract met Doyen bindt FC Twente als organisatie
Munsterman sloot het contract met Doyen. Daarmee werd ook FC Twente moreel verantwoordelijk. Door een handeling van een leidinggevende van een BVO wordt hij allereerst zelf een moreel subject. Dit noemen we primair moreel handelen. De leidinggevende wordt moreel aanspreekbaar op zijn gedrag, bijvoorbeeld door de club.

Aangezien de leidinggevende echter ook handelt namens en door de organisatie, creëert zijn handelen nog een tweede moreel verantwoordelijk subject: in dit geval FC Twente als organisatie. Wanneer een leidinggevende in functie handelt, maakt hij ook de organisatie verantwoordelijk en aanspreekbaar. Dit noemen we secundair moreel handelen.

"Individueel, functioneel handelen kan worden opgevat als organisatie-handelen"

Tegelijkertijd met het individuele functionele handelen van een leidinggevende (of een andere werknemer) ontstaan verplichtingen en verantwoordelijkheden voor de organisatie. Wanneer een beslissing van een leidinggevende via de besluitvormingsstructuur van de organisatie tot een organisatiebeslissing wordt, kunnen we spreken van een organisatie-verantwoordelijkheid, ook in morele zin. Individueel, functioneel handelen kan dus worden opgevat als organisatie-handelen.

Verantwoordelijkheid organisatie is blijvend
Stel u koopt een fitnessapparaat bij bedrijf X en u krijgt mondeling van de verkoper garantie toegezegd van een jaar. Na een maand ontdekt u een constructiefout aan het apparaat. U gaat terug naar de leverancier. U krijgt een andere medewerker te spreken en die zegt: 'Die garantie gaat niet op. Dat klopt gewoon niet: wij geven geen garantie. Bovendien: die medewerker werkt hier niet meer'.

Grote kans dat u zult antwoorden: 'Ik ben een transactie aangegaan met de winkel, níet met die verkoper'. Rechten en plichten liggen dus bij de winkel en bij u als koper. Het handelen van de verkoper destijds heeft organisatieverantwoordelijkheid gecreëerd. En daar spreekt u de organisatie op aan.

In de affaire rond de manipulatie van de Libor- en Euriborrente door de Rabobank werd de bank zelf uiteindelijk ook moreel verantwoordelijk gehouden en juridisch aansprakelijk gesteld. De bank kreeg een boete opgelegd van 774 miljoen euro door de Amerikaanse, Britse en Nederlandse toezichthouders.

Contract met Doyen
Zo is het ook met de zaak FC Twente. Munsterman en Van der Laan hebben door het contract met Doyen FC Twente als organisatie verantwoordelijk gemaakt. Dat was ook het geval toen ze de KNVB een ander contract voorhielden dan het werkelijke contract. Door deze handelingen werden andere BVO’s benadeeld. Immers, FC Twente had op oneigenlijke gronden meer financiële middelen ter beschikking. Daardoor kon de club betere spelers kopen en had ze sportief een betere concurrentiepositie. Terecht dat die clubs en de KNVB FC Twente hier op aanspreken.

Het feit dat er sprake is van organisatieverantwoordelijkheid, en dus verantwoordelijkheid van de BVO FC Twente, laat onverlet dat de club onder voorwaarden bestuurders persoonlijk financieel aansprakelijk kan stellen voor wanbeleid en schade die de club daardoor leidt.

"De fraaie traditie en geschiedenis van FC Twente laat haar verantwoordelijkheid onverlet ten opzichte van andere BVO’s, de KNVB, fans, lokale samenleving en sponsoren"

FC Twente: too big to fail?
Ook wij hopen dat FC Twente kan blijven bestaan. Het is inderdaad een prachtige club, geworteld in de oostelijke regio en met een rijke geschiedenis. Denk aan iconen als Epi Drost, Theo Pahlplatz, de broertjes Van de Kerkhof, Bryan Ruiz en Theo Janssen. En uiteraard ook het landskampioenschap van de club in 2010.

Maar de diepe betekenis die FC Twente heeft voor veel mensen in Enschede en omgeving, en de fraaie traditie en geschiedenis van de club, laat onverlet haar verantwoordelijkheid ten opzichte van de verschillende stakeholders, zoals andere BVO’s, de KNVB, fans, lokale samenleving en sponsoren. Deze dient onverkort te gelden. Het ontkennen en negeren van de verantwoordelijkheid van FC Twente als organisatie past daar niet bij.

Zoals bij het Bosmanarrest het arbeidsrecht in het betaald voetbal in lijn werd gebracht met het arbeidsrecht in de civiele maatschappij, moet ook het denken over organisaties (en de verantwoordelijkheid van organisaties) afgestemd zijn op de heersende opvattingen in de samenleving van 2015.
 
Jan de Leeuw is docent aan de opleidingen SPECO en Johan Cruyff University van Fontys Economische Hogeschool Tilburg en lid van de kenniskring van het lectoraat 'Sportbusiness' van deze hogeschool. Hij schreef meer dan honderd boeken waaronder De Sportwereld voor het HBO (2014) en Sportbusiness en ethiek (2013).

Mark van den Heuvel is lector iMotion of Sportbusiness aan Fontys Economische Hogeschool Tilburg/SPECO. Hij was eerder jarenlang werkzaam voor het Mulier Instituut, als onderzoeker en docent verbonden aan de vakgroep Vrijetijdwetenschappen van de Universiteit Tilburg en gepromoveerd op historisch sociologisch onderzoek naar jeugdcultuur in de periode 1945-1965.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst