Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Open Podium-Item

Fluiten, je moet er van houden 1 februari 2011

door: Bart de Liefde

Als fanatieke hockeyer speelde ik al op jonge leeftijd met veel plezier wedstrijden op zaterdag. Op een gegeven moment bereikte ik de leeftijd dat je ook ‘vrijwillig’ wedstrijden van de F-jes, E-tjes en D-tjes moest gaan fluiten, zoals dat bij andere takken van sporten ook gebruikelijk is. Al bij de eerste keer ontdekte ik tot mijn grote verrassing dat ik fluiten heel leuk vond. Niet een heel veelvoorkomend standpunt onder 15-jarigen, kan ik u vertellen.

Vanaf die dag ben ik iedere zaterdag vol enthousiasme een wedstrijd gaan fluiten; van mijn 18de tot 21ste heb ik met veel plezier zelf op zondag gespeeld én op zaterdag bij de jeugd gefloten. Maar het was wel een beetje veel ‘hockey’ in het weekend. Om tijd vrij te maken moest ik van mezelf kiezen: verder in het fluiten of zelf blijven hockeyen. Beiden vond (en vind) ik even leuk! Een lastige keuze dus. Uiteindelijk heb ik gekozen voor het fluiten omdat ik het gevoel had daar verder mee te komen, en dus een hoger niveau te bereiken. En dat is ook gebleken: ik ben sinds 2005 internationaal scheidsrechter en fluit in Nederland op het hoogste niveau. Dat was mij als hockeyer nooit gelukt.

Regelmatig krijg ik de vraag: waarom vind je het nou zo leuk om te fluiten? Ik heb daar eerlijk gezegd geen goed antwoord op. Behalve zeggen dat ik er simpelweg plezier en voldoening uit haal. Waarom wordt iemand violist, een ander voetballer en weer iemand anders pokeraar? Volgens mij omdat je een ‘klik’ hebt op het moment dat je iets voor het eerst doet, ziet of hoort. Daar word je door gegrepen, of niet. De waarom-vraag kan ik dus het beste beantwoorden met: ‘nou gewoon, daarom’.

Voor het geld hoef je het niet te doen. Als hockeyscheidsrechter krijg je 19 cent per kilometer. Elke drie à vier jaar krijg je een nieuw kledingpakket (twee shirts, twee truien en een broek) en op het hoogste niveau krijg je nog een paar kleine extraatjes (o.a. schoenen, trainingspak, een sporttas en een maaltijdvergoeding bij avondwedstrijden). Het is dus echt een hobby. Een hobby waar je bovendien - zeker op het hoogste niveau - ook veel tijd aan kwijt bent. Ter illustratie: voor een wedstrijd van twee keer 35 minuten in Eindhoven, die om kwart voor drie begint, ga ik om twaalf uur van huis en ben rond zeven uur ’s avonds weer thuis. Daarnaast zijn er ook regelmatig avondwedstrijden op woensdag of vrijdag. En dan zijn er ook nog vier verplichte bijeenkomsten per seizoen en twee conditietesten. Het is dus een hobby die je echt leuk moet vinden, wil je het volhouden.

Vanuit de hockeybond is er de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekomen voor ‘de arbitrage’, een ontwikkeling waar ik heel blij mee ben. Er wordt o.a. in de opleiding en begeleiding van nieuwe én ervaren scheidsrechters geïnvesteerd. Dat is een belangrijke eerste stap in het professionaliseren van de arbitrage. Een volgende stap is volgens mij het financieel belonen van arbiters. Want zoals (in het algemeen) financiële prikkels bijdragen aan betere en hogere prestaties binnen het bedrijfsleven, is dat ook in de sport en arbitrage het geval.

Ik ben belanghebbende, dus u zou mijn pleidooi als lezer eenvoudig kunnen afdoen met: hij wil zijn eigen zakken vullen. Mijn reactie hierop is dat het voor de motivatie van vrijwilligers (want dat zijn de meeste scheidsrechters) belangrijk is ze het gevoel te geven dat ze gewaardeerd worden. Of dat nou op een sportveld is of achter de bar in het buurthuis. Dat gebeurt door begeleiding, opleiding, een kleine attentie op zijn tijd, maar ook door geld te geven. Niet voor niets heeft de overheid enkele jaren geleden de fiscale vrijstelling voor vergoedingen aan vrijwilligers verhoogd naar 1.500 euro per jaar.

De beste hockeyers, trainers en coaches verdienen inmiddels 50.000 tot 100.000 euro per seizoen. Een 18-jarige die uit de A-jeugd is doorgestroomd naar het eerste elftal kan bij de diverse topclubs inmiddels rekenen op een vergoeding van enkele duizenden euro’s per seizoen. Een hoofdklassescheidsrechter krijgt naast de 19 cent per kilometer nog een vergoeding van tweehonderd euro per seizoen… Bij enkele andere sporten krijgt een scheidsrechter vijftien tot vijfendertig euro per gefloten wedstrijd.

Eigenlijk zouden alle sportbonden naast opleiding en begeleiding hun arbiters een redelijke vergoeding moeten gaan geven. Een redelijke vergoeding motiveert vrijwilligers en draagt bij aan het verbeteren van het niveau van scheidsrechters. Hoe hoger het niveau, hoe meer de spelers op het veld tot hun recht komen. Kortom: goede scheidsrechters dragen bij aan meer doelpunten en mooiere wedstrijden. Alleen al daarom verdienen zij een redelijke vergoeding.

Bart de Liefde is sinds 2005 internationaal hockeyscheidsrechter en fluit in Nederland op het hoogste niveau. Daarnaast is hij sinds 26 oktober 2010 Tweede Kamerlid voor de VVD en tevens onder meer woordvoerder sport voor die partij. Eerder maakte hij vanaf 2006 deel uit van de gemeenteraad van Den Haag. De Liefde studeerde bestuurskunde aan de Thorbecke Academie te Leeuwarden.
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst