Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Sportgerichte wetenschap-Item

Moderne inzichten in motorisch leren 26 maart 2019

cover-SG-1-2019Vakblad over training, coaching, sportrevalidatie en toegepaste sportwetenschap

Sportgericht is hét vakblad over training, coaching, sportrevalidatie en toegepaste sportwetenschap in Nederland en België. Het bestaat al 72 jaar en biedt elk nummer een grote hoeveelheid vakinformatie voor iedereen die werkt op het gebied van top- en wedstrijdsport, bewegen en fitness. De artikelen gaan bijvoorbeeld over inspanningsfysiologie, motorisch leren, kracht- en revalidatietraining, coaching, mentale training, didactiek, functionele anatomie en biomechanica. 

Hanno van der Loo - hoofdredacteur van Sportgericht - licht voor Sport Knowhow XL in de rubriek 'Sportgerichte wetenschap' steeds één van die interessante artikelen eruit en geeft er een beknopte samenvatting van. De volledige versie van het artikel is te lezen via een link onderaan elke samenvatting.

door: Hanno van der Loo

Hoe leren sporters bewegingen aan en wat kunnen ze het beste doen om deze ‘technieken’ steeds verder te perfectioneren? Wat is daarbij de rol van de trainer/coach, de docent LO en de sportfysiotherapeut? Vragen als deze krijgen in Sportgericht regelmatig aandacht. De inzichten op dit gebied staan namelijk bepaald niet stil en zijn bovendien zeer relevant voor de alledaagse sportpraktijk.

Toen ik zelf als jonge sporter (zo’n dertig tot veertig jaar geleden) de technieken van ‘mijn’ sport (atletiek) moest aanleren en perfectioneren (voor zover ik dat laatste stadium, als tienkamper, ooit heb bereikt), was ik graag op de hoogte geweest van die moderne inzichten. Ik herinner me dat er destijds veel verbale uitleg werd gegeven over de beoogde techniek, die ‘volgens het boekje’ tot het beste resultaat zou leiden. Veel van de aanwijzingen die werden gegeven hadden betrekking op mijn ledematen en gewrichten, die zich op kritieke momenten in het bewegingsverloop in cruciale posities of standen moesten bevinden.

Ideale techniek
Toen ik al wat verder gevorderd was, dienden fotoseries van topatleten als voorbeeld. Als ik erin zou slagen te leren van mijn fouten (ten opzicht van hun ideale techniek) en veel zou oefenen, zouden zich in mijn hersenpan motorische programma’s vormen, die steeds minder ‘bugs’ zouden bevatten en steeds dieper (en dus robuuster) in mijn geheugen zouden worden ‘ingeslepen’. Daardoor zouden ze steeds betrouwbaarder tot het gewenste resultaat leiden: altius, citius, fortius. 

Uiteraard is deze historische schets een beetje kort door de bocht. Maar op hoofdlijnen kunnen we stellen dat de sporter toentertijd werd gestimuleerd om zijn aandacht te richten op zijn eigen lichaam (een zogeheten ‘interne focus’), dat er veel expliciete aanwijzingen werden gegeven en dat bewegingsvariaties zoveel mogelijk dienden te worden uitgebannen. Op deze drie punten zijn de inzichten intussen veranderd.

Door het stelselmatig variëren van de ‘constraints’ leert de beweger steeds beter om de beweging iedere keer zo aan te passen dat het beoogde doel wordt bereikt

Variatie
Waar we toen dus dachten dat het resultaat van een beweging steeds betrouwbaarder zou worden door deze keer op keer zo exact mogelijk te herhalen, is er tegenwoordig steeds meer aandacht voor het benutten van de zogeheten oplossingsruimte die de beweger ter beschikking staat. Door het stelselmatig variëren van de zogeheten ‘constraints’, dat wil zeggen de bewegingstaak zelf, de context waarbinnen deze moet worden uitgevoerd en de (fysieke en mentale) toestand waarin de beweger zicht bevindt, leert de beweger steeds beter om de beweging iedere keer zodanig aan te passen (coördineren), dat het beoogde doel wordt bereikt. 

De ‘vrijheidsgraden’ van het lichaam worden niet in rigide, maar juist in flexibele onderlinge samenhang benut. Hoe het lichaam dat precies organiseert weten we nog niet goed, maar dat er bij bewegen sprake is van ‘herhalen (resultaat) zonder exacte herhaling (beweging)’ staat vast.

XL11SportgerichteWetenschap-foto-hamerslagenBernstein
Erg modern is dit inzicht overigens ook weer niet, want de oorsprong ligt bij onderzoek dat de Russische neurofysioloog Nikolai Bernstein al bijna een eeuw geleden verrichte, maar dat pas in 19671 in Engelse vertaling beschikbaar kwam. Hij toonde onder meer aan dat bij het effectief op de kop slaan van een spijker (zie foto) steeds een iets andere beweging wordt gemaakt. Expertise bestaat dus niet uit het zo exact mogelijk kopiëren van een eerder gemaakte effectieve beweging, maar uit het steeds zodanig aanpassen van de beweging, dat het beoogde resultaat (de spijker verdwijnt binnen een paar slagen in het hout) wordt bereikt. Met variatie sla je de spijker op de kop!

De Duitse sportwetenschapper Wolfgang Schöllhorn propageert de meest extreme toepassing van variatie bij motorisch leren, door hem differentieel leren2 genoemd. Wie gewend is aan de klassieke manier van oefenen bij een atletiekonderdeel als kogelstoten, denkt bij het zien van deze video aanvankelijk dat hij (met name vanaf 1:35) voor de gek wordt gehouden, of wordt getrakteerd op een uitmuntend stukje slapstick. De boodschap van de video is echter bloedserieus: door werkelijk alle denkbare varianten van een ‘techniek’ te ervaren, leer je uiteindelijk die ‘functionele’ variant te vinden die leidt tot het beste resultaat leidt: jouw individuele ideale techniek.

Er zijn dus aanwijzingen dat differentieel leren effectiever is dan traditionele leermethodes waarbij een ‘ideale’ beweging steeds wordt herhaald

XL11SportgerichteWetenschap-figuurBewijs
Uiteraard vormt deze video van één enkele sporter geen bewijs dat de theorie van Schöllhorn klopt. Een recent overzichtsartikel3, dat in de laatste editie van Sportgericht werd samengevat door Bas Van Hooren4, laat echter hetzelfde zien, zie ook de figuur links. In rood zijn de bevindingen van meta-analyses bij contextuele interferentie5 en differentieel leren3 te zien. De figuur is aangepast overgenomen uit Schollhorn et al.6

Er zijn dus sterke aanwijzingen dat differentieel leren effectiever is dan traditionele leermethodes waarbij een ‘ideale’ beweging steeds wordt herhaald. Coaches kunnen daarom experimenteren met deze methode om de leerprogressie te bevorderen.

Boek
Er zijn nog meer moderne inzichten op het gebied van motorisch leren die de moeite waard zijn om kennis van te nemen. Prof. Peter Beek (VU Amsterdam) vatte ze in de periode 2011-2014 samen in een tiendelige artikelenreeks in Sportgericht, die inmiddels in de sport veel praktische navolging heeft gekregen. 

Uit zeer betrouwbare bron heb ik vernomen, dat prof. Beek binnenkort gaat beginnen met het schrijven van een boek, waarin deze reeks zal worden geactualiseerd (het eerste deel ligt immers al weer acht jaar achter ons) en zal worden aangevuld met extra onderwerpen en met voorbeeldtoepassingen van de theorie. Het boek zal in 2020 verschijnen, zo is het plan. In de tussentijd zullen er in Sportgericht artikelen over het interessante thema motorisch leren blijven verschijnen.

Meer lezen?
Het recente artikel van Bas Van Hooren4 en de 10-delige artikelenreeks (2011-2014) van prof. Peter Beek2 zijn hier te vinden.

Referenties

  1. Bernstein NA (1967). The co-ordination and regulation of movements. Oxford: Pergamon Press.
  2. Beek PJ (2011). Nieuwe, praktisch relevante inzichten in techniektraining (deel 5). Motorisch leren: het belang van random variaties in de uitvoering. Sportgericht, 65 (6), 30-35.
  3. Serrien B et al. (2018). Theoretical and empirical appraisal of differential motor learning: systematic review and meta-analysis. doi: 10.31236/osf.io/6jqeg.
  4. Hooren B Van (2019). Is differentieel leren effectief? Sportgericht, 73 (1), 34-35.
  5. Brady F (2004). Contextual interference: a meta-analytic study. Perceptual and Motor Skills, 99, 116-126.
  6. Schöllhorn WI et al. (2009). Time scales of adaptive behavior and motor learning in the presence of stochastic perturbations. Human Movement Science, 28 (3), 319-333.

Hanno van der Loo (1968) is voormalig tienkamper en studeerde bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam. Hij werkt als sportwetenschappelijk adviseur, auteur en docent via bureau AdPhys in Boskoop (www.adphysbureau.nl) en is hoofdredacteur en uitgever van Sportgericht (www.sportgericht.nl).

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst