2032 – sport als motor van de gezonde maatschappij
door: Mariken Leurs
Tien jaar lijkt misschien lang, maar is ook best snel. Veel interventies in de medische sector doen er veel langer over. Maar toen kwam corona en konden we ineens heel snel veranderen, alleen, we veerden steeds terug. In de hoop om weer terug naar ‘normaal’ te gaan. Wedstrijden werden afgelast, en kwamen weer op de kalender, werden nogmaals verzet, er vielen gaten in competities. Maar normaal zou het vast wel weer worden.
Dat dachten we nog in 2021. Echter, we gingen niet meer terug. Na de vijfde golf, volgde een zesde, en zevende. Er kwam een nieuw normaal, een samenleving waarin weer veel mogelijk was maar net op een andere manier, op een ander moment. De overheid ging leren van de sport. Daar was jaren eerder al ingezet op een olympische top 10-notering. Niet langer gaan voor het zesje en achteraan bungelen, maar ambitie tonen en er op tijd bij zijn.
"De sportwereld heeft zich opnieuw moeten uitvinden om in het ritme van de pandemiebestrijding mee te kunnen veren"
Gaan voor goud
We hebben het moeten leren hoor, we bungelden verschillende keren onderaan de Europese ranglijsten als het ging om vaccineren en boosteren bijvoorbeeld. Maar sinds we het zijn gaan benaderen als topsport, en het ons lukte om ver vooruit over de grenzen van domeinen samen te werken zoals in de sport, gaan we ook in de globale pandemiebestrijding voor goud. En in de sport is men gelukkig ook niet stil blijven staan. De sportwereld heeft zich opnieuw moeten uitvinden om in het ritme van de pandemiebestrijding mee te kunnen veren. En inmiddels heeft ze zich binnenstebuiten gekeerd opdat we duurzaam kunnen sporten en bewegen.
Zo sporten we nu veel meer buiten, samen in het groen, zwemmen we in buitenbaden die het hele jaar open blijven en is Thialf waar een semi-buitenlocatie geworden. Fietspaden hebben volop ruimte gekregen, ’s ochtends en ’s avonds druk met forensen en overdag worden deze paden overgenomen door pensionado’s en schoolkinderen. Zowel in het onderwijs als in de zorg is sport en bewegen inmiddels corebusiness geworden. Van peuterspeelzaal tot hoger onderwijs, overal is ruimte voor spelen, sporten en bewegen. We hebben ontdekt hoe belangrijk het is om de motorische ontwikkeling van kinderen weer op peil te brengen en te houden. En we merken dat herstel van operaties veel sneller gaat als mensen fitter de operatie in zijn gegaan. Dat scheelt kosten. En niet alleen in de zorg. Mensen worden minder snel ziek, ze zijn weerbaarder, hebben sociale netwerken waar ze op terug kunnen vallen en zitten niet meer vast aan één tak van sport.
Nieuw: gezondheidsinvesteringsfonds
De deskbikes en loopband onder de laptop zijn gemeengoed geworden. Acht uur non-stop binnen in een kantooromgeving is nog iets van pre-corona. Dat is nu echt passé. Een dag niet gesport, een dag niet geleefd. Urban sports is mainstream geworden. De zorgverzekering bestaat niet meer, we hebben tegenwoordig een gezondheidsinvesteringsfonds. Via bijdragen aan dit fonds helpen we elkaar om zo fit en gezond te blijven, waarbij je je premie laag kunt houden op basis van het aantal extra hartslagen per dag. Of je nu jong of oud bent, iedereen telt mee en mag ook meedoen. Discussie over vergoeding van sportprotheses bijvoorbeeld, daar kunnen we ons nu niets meer bij voorstellen, dat hoort bij het nieuwe normaal. Vroegen keken we naar zoiets als extra stappen per dag. Maar we kunnen de bijdrage van sport & bewegen inmiddels veel beter monitoren door het aantal extra hartslagen per uur te monitoren.
"We koppelden gedragsexperts aan bewegingswetenschappers, en zetten welvinden op één. Dat bleek een gouden greep"
Begin jaren twintig hadden we het over een combinatie van communicatie, context en controle bij de pandemiebestrijding. Juist het aanpassen van de context - de omgeving - bleek een hele belangrijke te zijn om duurzaam gedrag te veranderen. Die les namen we snel over toen we aan de slag gingen met de gezonde, groene en sportieve leefomgeving. We koppelden gedragsexperts aan bewegingswetenschappers, en zetten welvinden op één. Dat bleek een gouden greep. Het ging niet langer om de centen of de medailles, maar het ging om het sportieve spel, het aantal gewonnen minuten leven in goede gezondheid. Een leefomgeving die met heel veel duurzame slimmigheidjes uitnodigt tot sport & spel. En waar geen olifantenpaadjes meer zijn om af te snijden.
Mariken Leurs is sinds najaar 2017 werkzaam bij het RIVM, als hoofd van het centrum Gezondheid en Maatschappij. En vanaf voorjaar 2020 ook als hoofd van de Corona Gedragsunit. Eerder was zij vanaf 2013 plaatsvervangend directeur Sport bij VWS en van 2009 tot 2013 hoofd van het Centrum Gezond Leven van het RIVM. Zij is haar loopbaan gestart bij nationale sportkoepel NOC*NSF met Nederland in Beweging!.