door: Nicolette Schipper-van Veldhoven
Anno 2031 is het uitgangspunt niet meer een veilig sportklimaat (het bestrijden van de negatieve kant van sport met geweld, racisme, (seksuele) intimidatie en ondermijning in de georganiseerde sport). Natuurlijk blijft veiligheid altijd een belangrijk aandachtspunt binnen alle settingen waarin gesport en bewogen wordt maar in 2031 is eenieder overtuigd van een integrale aanpak van het jeugdsport- en beweegbeleid in Nederland.
Beleidsmensen, ouders, leerkrachten, de politiek, eenieder is doordrongen van het feit ‘Jong geleerd, is oud gedaan’, ook in sport en bewegen. De alarmerende cijfers in het tweede decennia van deze eeuw heeft eenieder wakker geschud. De cijfers over ‘veilig sportklimaat’ (1 op 4 jeugdige sporters kreeg te maken met ernstig emotioneel - en 1 op de 7 sporters met ernstig lichamelijk grensoverschrijdend gedrag) wakkerde de discussie over ‘het plezier in de jeugdsport’ sterk aan.
Alarmfase
Ook de cijfers over het beweeggedrag van jeugdigen versterkte de ‘alarmfase’. Het merendeel van de allerjongste kinderen bewoog minder dan een uur per dag en ook niet intensief genoeg. De helft van de jeugdigen voldeed niet aan de beweegrichtlijnen. De bewegingsvaardigheid van de basisschool kinderen holde zichtbaar en meetbaar achteruit. Het wekelijkse percentage sporters onder jongeren was gedaald met 10%.
"Meer dan 13% van de 4- tot en met 17-jarigen had in die tijd overgewicht"
De drop out in de georganiseerde sport werd ingezet vanaf de puberteit. Per generatie namen de motorische vaardigheden af. Daarmee namen de kansen op welvaartsziekten toe. Meer dan 13% van de 4- tot en met 17-jarigen had in die tijd overgewicht. De gevolgen van bewegingsarmoede werden duidelijk waarneembaar. De corona-epidemie die destijds heerste, bevestigde dat nog eens nadrukkelijk. Sport- en bewegingsruimte voor jeugdigen stond op vele manieren onder druk.
Anno 2031 is (het met plezier) bewegen en sporten voor alle jeugdigen (vanaf de geboorte) in alle settingen waar zij verblijven een vanzelfsprekend uitgangspunt geworden. Het tij is gekeerd…
0- t/m 4-jarigen - ‘Grijpen voor Begrijpen’
Speelplaatsen, kinderspeelzalen en andere (buiten)omgevingen zijn zo ingericht dat kinderen naar hartenlust veilig kunnen bewegen, veel positieve ervaringen opdoen en zij bewegend de wereld ontdekken. Ook de sportclub heeft een klim- en klauterbaan, een speelbak met verschillende materialen, een ‘magisch hoekje’, een vanzelfsprekende plek gekregen. Alle volwassenen - ouders, crècheleidsters, trainers op de sportclub - beseffen dat bewegen de motor is voor een goede ontwikkeling van ook andere functies zoals denken, waarnemen en voelen. Zij bieden positieve stimulerende begeleiding, die kinderen (woordelijk) motiveren tot veelvuldig bewegen en het zelf ontdekken van beweegoplossingen.
5- t/m 11-jarigen - Het fundament wordt verder verstevigd
De weg naar school is zo ‘ingericht’ dat kinderen veilig kunnen fietsen en wandelen naar school, waarbij leuke uitdagingen op de route zijn geïncorporeerd via smartproducten. Op school krijgen kinderen de kans om elke dag minstens een uur te sporten en te bewegen, in de pauze, in de gymles. Speelplaatsen zijn zo ingericht dat op een veilige en sociale manier ‘delibered play’ kan plaats vinden. Digitale technologieën zijn daarvoor geïntegreerd in/op het schoolplein.
"Op de sportclub is men doordrongen van het feit dat de ‘de jeugd de beste trainers verdient’ om talentontwikkeling in optima forma te stimuleren"
Serious gaming & exergames zijn een vanzelfsprekend onderdeel, ook in de gymles, die zij krijgen van een vakleerkracht bewegingsonderwijs, zeker drie keer per week. De scholen werken nauw samen met sportverenigingen en lokale overheid. De naschoolse opvang wordt ‘geïntegreerd’ aangeboden en heeft men gezamenlijk vorm gegeven.
Gymleerkrachten, buurtsportcoaches, kinderopvangbegeleiders en wijkcoördinatoren werken in nauw contact met sportverenigingen en - aanbieders. Op de sportclub is men doordrongen van het feit dat de ‘de jeugd de beste trainers verdient’ om talentontwikkeling in optima forma te stimuleren. Alle vrijwillige trainers hebben een ‘startbewijs pedagogische vaardigheden’ en krijgen professionele intervisie cq. coachbegeleiding op de club om zo ook verder door te ontwikkelen om nog betere trainer/coaches te worden. Tot 12 jaar vinden er geen selecties plaats. Alle kinderen krijgen alle kansen! Het principe van ‘breed motorische ontwikkeling’ is volledig geïncorporeerd in de georganiseerde sport. Sportbonden werken hierin ook nauw samen. Alle kinderen worden passend en ‘kind centraal’ begeleid.
12- t/m 17-jarigen - Ontdekken van de eigen (sport)voorkeuren
Beweegparcoursen op weg naar de school stimuleren tot actieve verplaatsing. Door de prominente zichtbare plaats van (het plezier in) bewegen op scholen is het voor jongeren gemakkelijker geworden om dagelijks voldoende te bewegen. Zij hebben allen een smartwatch, waarmee zij hun (beweeg)activiteiten kunnen registreren en die logischerwijs gekoppeld is aan smartproducten. De scholen zijn dan ook goed toegerust om aan te sluiten bij deze ‘digitale generatie’.
"Jongeren worden uitgedaagd om eigen ‘games’ en/of beweegprogramma’s te ontwikkelen"
Zowel het schoolplein, de gangen, de klaslokalen, de directe omgeving zijn voorzien van interactieve (beweeg)technologie. Er is een jongerenraad opgericht die specifiek meedenkt hoe het beste een gezonde leefstijl te stimuleren die past bij hun behoeften en beleving. Jongeren worden uitgedaagd om eigen ‘games’ en/of beweegprogramma’s te ontwikkelen die hiertoe kunnen bijdragen onder begeleiding van docenten (bewegingsonderwijs, ICT en/of biologie). Scholen staan in nauw contact met Urban Sport-organisaties en hebben waar mogelijk gezamenlijke trainingshallen ter beschikking (natuurlijk uitgerust met de nieuwste interactieve technologie).
Er zijn goede afspraken gemaakt met sportverenigingen om cursussen in specifieke sporten aan te bieden. Scholen stimuleren talentontwikkeling, zodat jongeren hun dromen zo optimaal mogelijk kunnen nastreven. Ook in sport, waarvoor zij goed samenwerken met sportverenigingen, de centra voor topsport en onderwijs en de regionale trainingscentra. Sportclubs hebben voor en in samenwerking met de jongeren ook speciaal (interactief) aanbod ontwikkeld, wat mede begeleid wordt door deze jongeren. De sportclub is daarmee tevens een leerwerkplaats geworden voor (kwetsbare) jongeren. Hierin wordt ook nauw samengewerkt met het sociale domein (jeugdzorg/buurtwerk).
Hybride structuur
Anno 2031 gaan ‘sport als doel’ en ‘sport als middel’ hand in hand, en is samenwerking tussen de diverse beleidssectoren – in het belang van de opgroeide jeugd – onbetwistbaar. De jeugdsport- en beweeginfrastructuur kent een hybride structuur. Er is één gezamenlijk akkoord ‘Jeugdsport- en bewegen’, welke integraal aandacht heeft voor plezierig sportklimaat, vaardig in bewegen, talentontwikkeling, vitale verenigingen en samenwerking in de keten. Het ‘Pedagogisch Sport Kompas’ is daarbij een vanzelfsprekende richtingaanwijzer gebleken.
Dr. Nicolette Schipper-van Veldhoven is sinds eind 2014 lector ‘Sportpedagogiek, in het bijzonder naar een veilig sportklimaat’ aan Hogeschool Windesheim. Zij is tevens Strategisch Adviseur Jeugdsport bij NOC*NSF. Zij heeft een Bachelor Lichamelijke Opvoeding, doctoraal (Ortho)Pedagogiek en promoveerde aan Universiteit Utrecht op onderzoek naar kinderen met astma en lichamelijke activiteit. Ze was universitair docent aan Universiteit Utrecht (1990-2000), senior adviseur bij Ernst & Young (2000-2002) en bekleedde diverse functies binnen NOC*NSF (sinds 2002). Ze publiceerde verschillende wetenschappelijke artikelen, boek hoofdstukken en rapporten over grensoverschrijdend gedrag en pedagogisch perspectief in de sport. Ze is betrokken bij diverse onderzoeksprojecten op het terrein van jeugdsport, zowel nationaal als internationaal, waaronder ‘Kids First, naar een pedagogisch sportklimaat’ (NWO/ZonMw).