door: Robert Barclay
In een tweeluik probeer ik een antwoord te geven op de vraag: 'Hoe zorgen we ervoor dat sportverenigingen toekomstbestendig worden?' In deel 1 beschreef ik de eerste stap richting toekomstbestendigheid: zorgen dat verenigingen goed begrijpen wat hun 'problemen' veroorzaakt, want daarmee zien ze ook de oplossing en ontstaat er perspectief. In dit tweede deel beschrijf ik hoe we verkregen inzichten kunnen omzetten in daden. Kansen liggen er genoeg en de vereniging wordt ook steeds meer een bredere maatschappelijke rol toegedicht. Om deze kansen en potentie te benutten, dienen overheden en sportbonden betere randvoorwaarden scheppen. Want dan zijn volgens mij veel meer sportverenigingen in staat om de benodigde doorontwikkeling te maken en ligt er een mooie toekomst in het vooruitzicht.
Kort door de bocht gesteld wordt er steeds meer kwaliteit en flexibiliteit gevraagd door de huidige sportconsument. Met name de fitnessbranche heeft hier goed op ingespeeld, en is er een gedifferentieerd aanbod ontstaan. Variërend van duurdere clubs of abonnementen waar je veel kwaliteit en flexibiliteit krijgt tot de meer basic clubs en abonnementsvormen. Het heeft deze sporttak geen windeieren gelegd want fitness/conditietraining is al jaren de meest beoefende sport. Bij de sportverenigingen zien we productdifferentiatie pas op kleine schaal ontstaan. En waar het niet ontstaat spelen commerciële sportaanbieders op deze vraag in. Het succes van voetbalscholen is hier een voorbeeld van. Maar hoe ver kun en wil je gaan in gedifferentieerd aanbod bij sportverenigingen?
"Er zijn genoeg redenen om sporten in verenigingsverband te koesteren"
Ik denk dat we er voor moeten waken dat onze verenigingsinfrastructuur te veel op het Brits onderwijssysteem gaat lijken waarbij de portemonnee leidend is. Sport mag geen luxeproduct zijn, maar tegelijkertijd zijn er steeds meer mensen die bereid zijn om te betalen voor flexibiliteit en kwaliteit. Met dat gegeven moeten we wel iets, anders gaan deze sporters verloren voor het verenigingsleven. Dat is onwenselijk aangezien mensen langer blijven sporten in verenigingsverband dan in ongeorganiseerd verband. Daarnaast spelen verenigingen een belangrijke rol in sociale cohesie en hebben een positiever effect heeft op het welzijn ten opzichte van sporten in ongeorganiseerd verband1. Verenigingen hebben ook een culturele waarde en zijn onderdeel van iemands trots en identiteit. Genoeg redenen om sporten in verenigingsverband te koesteren.
Ledencijfers dalen echter al jaren, om deze trend te doorbreken zullen de kwaliteit en flexibiliteit van het sportaanbod dus omhoog moeten zonder dat het een te grote invloed heeft op de betaalbaarheid en daarmee inclusiviteit. En dat is met de juiste begeleiding en investeringen zeker haalbaar. Voor sportbonden ligt hier een belangrijke opgave om ook voor beter passende producten te zorgen.
Begeleiding
Via verschillende vormen van ondersteuning wordt getracht om verenigingen de benodigde kwaliteitsimpuls te geven. Sinds het Nationaal Sportakkoord heeft ook elke sportvereniging in Nederland toegang tot ondersteuning. Verenigingen krijgen ontzettend veel aangeboden in de vorm van cursussen, workshops en begeleiding. Het is inmiddels zoveel dat er over een 'ondersteuningsjungle' wordt gesproken. Al het aanbod is op zichzelf nuttig en goed, maar het zijn louter 'halffabricaten', er is weinig maatwerk en het aanbod wordt als hagel op de verenigingen afgevuurd.
"Met een verenigingscoach kan de aanwezige ondersteuning veel efficiënter ingezet worden en steken clubs alleen tijd in hetgeen echt prioriteit heeft"
Ik pleit ervoor dat elke sportvereniging in Nederland die bereid is om te investeren in toekomstbestendigheid moet kunnen rekenen op een 'verenigingscoach'. Een coach die een diagnose stelt hoe de vereniging ervoor staat en vervolgens helpt om vanuit kernwaarden, visie en doelstellingen zich te ontwikkelen. De coach stelt hiervoor een routekaart op en begeleidt de vereniging om hun gekozen pad naar de toekomst te verwezenlijken. Deze coach kent het lokale speelveld, kent de vereniging, kent de vormen van ondersteuning en weet op het juiste moment het benodigde type ondersteuning aan de vereniging te koppelen. Daarmee kan de aanwezige ondersteuning veel efficiënter ingezet worden en steken clubs alleen tijd in hetgeen echt prioriteit heeft. Onderstaande tekening geeft op hoofdlijnen de route naar toekomstbestendigheid weer.
Professionaliseren
Naast externe begeleiding kan het intern professionaliseren van de vereniging een wezenlijke impuls geven aan het versterken van de organisatiekracht en verenigingskracht. En daarmee in het fundament dat nodig is om als vereniging succesvol te zijn. Professionals in de vorm van verenigingsmanagers, sportparkmanagers, vrijwilligersmanagers en clubkadercoaches moeten toegankelijker worden. Onwetendheid, koudwatervrees en financiën beperken nu de groei. Voor bonden en overheden ligt een taak om deze drempels te verlagen.
Begeleiding en professionalisering kunnen een katalysator zijn, maar uiteindelijk moet de vereniging het zelf doen. De kracht van de vereniging zit in de vereniging zelf. Zij moeten zorgen voor energie en talent. Een bestuur dat verbindt en betrokkenheid creëert, aangevuld met een vrijwilligerscommissie dat energie en talent los weet te krijgen bij de leden vormt het vertrekpunt. Hier valt voor veel verenigingen echter nog een wereld te winnen. Verenigingen die dit goed voor elkaar zijn kunnen prima zonder begeleiding of externe professionals succesvol zijn. Voor alle andere verenigingen is dit waar de route start. Of niet, want niks doen is ook een optie!
"Laat het, tot op zekere hoogte, maar gebeuren dat klassieke verenigingen uiteindelijk omvallen"
Eigen keuze
Laten we eerlijk zijn, niet elke vereniging zal in staat zijn om zich aan te passen aan de wensen en behoeften van de hedendaagse sporter en vrijwilliger. Moeten we überhaupt verwachten dat elke vereniging zich in allerlei bochten wringt om voort te bestaan? Er zullen ook genoeg 'klassieke verenigingen' zijn die zich zonder te ontwikkelen nog best lang volhouden.
Sportverenigingen zijn taai, zelfs een tweejarige pandemie lijkt ze nauwelijks te deren. En mocht het nou zo zijn dat de prognoses kloppen en een deel van de sportverenigingen gaat ter ziele, is dat dan zo erg? Het is tentslotte doorgaans makkelijker om iets nieuws te starten dan iets bestaands aan te passen. Dus laat het, tot op zekere hoogte, maar gebeuren dat klassieke verenigingen uiteindelijk omvallen. Er komen vanzelf weer nieuwe initiatieven voor in de plaats die toekomstbestendiger zijn.
Ik zou absoluut respect hebben voor een vereniging die er bewust voor kiest om niet allerlei nieuwe doelgroepen te binden of nieuw sportaanbod te ontwikkelen maar gewoon er het beste van maakt met de mensen die ze hebben. En als er dan een keer een einde aan komt, er met een knalfeest uitgaan! Ik gun elke vereniging zijn eigen keuze hierin. Ik wil vooral dat verenigingen de regie houden over hun toekomst en het ze niet overkomt, zoals nu te vaak het geval is.
Een geruststellende gedachte is dat mensen van nature de behoefte hebben om zich te verenigen, dus dat zal blijven gebeuren. Hier heb je tegenwoordig echter geen vereniging meer voor nodig. Rondom sport verenigen mensen zich ook bij (semi)commerciële sportaanbieders en in ongeorganiseerd verband. Een appgroepje kan al voldoende zijn. Minder verenigingen betekent niet per definitie dat minder mensen verenigd sporten!
Definitie
In het vorige deel deelde ik de 'definitie' van een toekomstbestendige vereniging. Die definitie is vooral een theoretische weergave hoe een toekomstbestendige vereniging eruit ziet. Ik wil daar graag wat aan toevoegen. Een meer praktisch ingestoken definitie gestoeld op een befaamde quote van Charles Darwin: 'Het zijn niet de sterkste soorten die overleven, ook niet de meest intelligente. Het is de soort die het best reageert op veranderingen'. Voor mij is een toekomstbestendige vereniging eentje die 'oog heeft voor ontwikkelingen in de maatschappij, begrijpt welke impact deze hebben op de vereniging, en krachtig genoeg is om hierop in te spelen.'
Als overheid en bonden voor de benodigde randvoorwaarden zorgen, én verenigingen zijn met behulp van ondersteuning en/of professionals in staat om de energie en talenten van de vereniging beter te benutten, dan bezitten verenigingen over meer dan voldoende kracht om zich te ontwikkelen tot innovatieve, ondernemende en maatschappelijk georiënteerde verenigingen met een uitstekend toekomstperspectief.
Robert Barclay is Consulent Verenigingen in Gemeente ’s-Hertogenbosch en Bestuurslid van Sportraad Meierijstad. Voor meer informatie r.barclay@s-hertogenbosch.nl.