door: Thomas Bosman
Bij het opstellen en goedkeuren van de KNHS-begroting voor 2022 was dé belangrijkste randvoorwaarde voor de haalbaarheid van de begroting dat er niet opnieuw een overheidsverbod zou komen op de wedstrijdsport in verband met de coronamaatregelen. En toen gebeurde in december 2021 toch waar we bang voor waren.
Van de één op de andere dag ging Nederland in lockdown en konden alle nabije wedstrijden weer geschrapt worden van de kalender. Alleen de top- en beroepssporters genoten een uitzondering. En dat is voor de beroepsruiters in de paardensport gelukkig een meevaller geweest, omdat het verschijnen en presteren op wedstrijden met talentvolle paarden vaak een onderdeel van hun businessmodel is. En beroepsruiters in de paardensport heb je in alle klassen van de wedstrijdsport, het gaat niet alleen om topsport. Voor die groep leek de impact dus mee te vallen, maar alle andere (amateur)sporters leden wéér onder die lockdown. Gelukkig komen de wedstrijden en competities op dit moment weer op gang en kunnen onze leden weer optimaal genieten van de paardensport. En voor die leden hebben we als KNHS in het voorjaar grote vernieuwingen en flexibiliseringen omtrent de wedstrijdsport op de planning staan.
"In mijn optiek draait het om het bekende vraag-en-aanbodprincipe. Als sportbond moet je dat niet willen dwarsbomen"
Commercialisering
Het is een gegeven dat het sportaanbod aan het veranderen is. Terwijl sportaanbieders en wedstrijdorganisatoren dat vroeger veelal in een non-profit context deden, zien we ook in de paardensport steeds vaker een groeiende vorm van commercialisering plaatsvinden. Is dat goed? Dat kan. Is het tegen te houden? Zeker van niet. Sommigen vinden echter wel dat die groei tegengehouden moet worden, maar ik denk dat je dergelijke ontwikkelingen niet kán stoppen en ook niet moet willen stoppen. In mijn optiek draait het namelijk om het bekende vraag-en-aanbodprincipe. Als sportbond moet je dat niet willen dwarsbomen en kan je veel beter focus houden op het toegankelijk maken en houden van het sportaanbod én het waarborgen van eerlijke en veilige wedstrijdsport. En dat kan volgens mij prima in samenspraak met sportaanbieders (groot of klein) én rekening houdend met de behoeftes van leden.
Vaak is flexibilisering van het aanbod een bijkomend effect van commercialisering. Een goede ondernemer wil zijn (wedstrijd)aanbod aanpassen aan de wensen van de deelnemers en in de paardensport is gebleken dat er veel vraag is naar maatwerk binnen de wedstrijdsport. Men wil snel kunnen schakelen, niet te veel gebonden zijn aan klassen of niveaus en men wil flexibiliteit in de betaalde dienstverlening. Ook is er veel vraag vanuit beginnende paardensporters om de instap tot de wedstrijdsport te verlagen. Met name binnen het springen bleken veel beginners de hindernissen in het laagste wedstrijdniveau te hoog te vinden en dus een behoorlijke toetredingsdrempel te ervaren. Met het programma ‘Vernieuwing van de Wedstrijdsport’ wil de KNHS de paardensporters, wedstrijdorganisatoren en sportaanbieders nieuwe handvatten bieden om het wedstrijdaanbod flexibeler te maken en deelname toegankelijker te maken. Vanaf 1 april gaan we de eerste grote stappen zetten binnen de springsport.
"Vanaf 1 april gaan we daarom het springsport-abonnement als een soort ‘Netflix’-model aanbieden. Het is maandelijks opzegbaar"
Netflix-model
Mijn persoonlijke favoriet is de introductie van het springsport-abonnement. Voorheen hadden we een 'paard-ruiter-combinatie'-startpas met een looptijd van een jaar, die eigenlijk fungeerde als een startlicentie. Met zo’n startpas kan je deelnemen aan wedstrijden. Een groot kritiekpunt op deze startpas was met name dat er geen flexibiliteit was in het wisselen van paarden of het tussentijds opzeggen. In een jaar kunnen vele oorzaken er toe leiden dat een combinatie geen wedstrijden kan rijden. Denk bijvoorbeeld aan blessures bij paard of ruiter. Dat in combinatie met de prijs van de startpas, leidde weleens tot onvrede omdat een startpas enige tijd onbruikbaar was geweest. Vanaf 1 april gaan we daarom het springsport-abonnement als een soort ‘Netflix’-model aanbieden. Het is maandelijks opzegbaar. Ruiters zitten dus niet langdurig meer vast aan een startpas en kunnen maandelijks van paard wisselen. Een onmisbare stap in deze snel veranderende tijd: mensen willen graag flexibiliteit in het leven en langdurige verplichtingen zoals een jaarstartpas zijn simpelweg minder gewenst.
Met het springsportabonnement wordt de toetredingsdrempel tot de springsport hopelijk al verlaagd. Beginnende combinaties hoeven zich niet per se voor een jaar aan die startpas te committeren. En voor die beginnende combinaties liggen nog meer initiatieven klaar. Terwijl de wedstrijdrubrieken van de springsport voorheen begonnen op een hoogte van 1.00 meter worden speciaal voor onervaren ruiters nieuwe ‘instap’-klassen geïntroduceerd vanaf 30 centimeter. Hiermee hopen we beginnende wedstrijdruiters en ook manegeruiters meer kansen te bieden om laagdrempelig deel te nemen aan de wedstrijdsport.
Nieuwe hoogteklassen
Ook voor de meer ervaren wedstrijdsporters en beroepsruiters introduceren we nieuwe klassen. Terwijl de breedtesportniveaus voorheen bestonden uit de hoogtes 1.00 m, 1.10 m, 1.20 m enzovoort, introduceren we de tussenhoogtes 1.05 m, 1.15 m, 1.25 m enzovoort. Dat lijkt misschien een kleine aanpassing, maar menig paardensporter zal onderschrijven dat het niveauverschil tussen bijvoorbeeld 1.10 m en 1.20 m vrij groot kan zijn. Een tussenklasse van 1.15 m kan dan voor veel ruiters verschil maken, ze hoeven dan niet meteen ‘in het diepe te springen’. Behalve deze klasse-aanpassingen, introduceren we ook nog eens de klasse 1,45 m op breedtesportniveau. Dit niveau bestaat al op internationaal wedstrijden en deelname hieraan vraagt daarom van ruiters veel ervaring, kunde en financiële middelen. Door deze klasse ook op te nemen in de breedtesport wordt ook voor dat niveau de (financiële) toetredingsdrempel wat verlaagd.
"We nemen met de introductie van het springsportabonnement een financieel risico dat potentieel over enkele tonnen kan gaan. En toch gaan we het nu doen"
De beschreven veranderingen zijn uitgebreid besproken in verschillende gremia van de KNHS. De sportfora hebben een belangrijke rol gespeeld, maar ook een klankbordgroep met leden en sportaanbieders uit alle uithoeken van de sport hebben meegekeken. Ook zijn de behoeftes en wensen van leden uitgebreid onderzocht door middel van ledenpanels en enquêtes. De implementatie van de nieuwe initiatieven zal niet eenvoudig zijn. Het zal flexibiliteit gaan vergen van wedstrijdorganisatoren, juryleden en bijvoorbeeld parcoursbouwers. Wedstrijdorganisatoren hebben een breder palet aan klassen om uit te schrijven en parcoursbouwers moeten gaan nadenken over de bouw van parcoursen op de nieuwe hoogtes. Technisch gezien vergt een 1.15 m-rubriek bijvoorbeeld een totaal ander parcours dan een 0.40 m-rubriek. Iedereen in de sport zal zich dus in het begin een beetje moeten aanpassen. Als KNHS moeten we administratief veel regelen, en ook vanuit lasten-batenperspectief nemen we bijvoorbeeld met de introductie van het springsportabonnement een financieel risico dat potentieel over enkele tonnen kan gaan. En toch gaan we het nu doen. De KNHS is vooruitstrevend en gaat met de tijd mee.
Ik denk dat we dit moeten zien als een investering in de toekomst waar iedereen, beroepsruiters, manegeruiters, amateurruiters en recreatieruiters, plezier van zullen hebben. Bovendien zijn we nog niet klaar. Er liggen meer initiatieven op de plank voor de komende tijd.
Thomas Bosman (1999) is jeugdbestuurslid bij de KNHS en is vierdejaarsstudent Econometrie en Operationale Research aan de Universiteit van Tilburg. Daarnaast werkt hij voor een grote Amerikaanse barbecuefabrikant en heeft hij een eigen bedrijfje dat websites bouwt voor voornamelijk starters en ZZP’ers. Ook geeft hij doordeweeks bijlessen wiskunde en economie aan middelbare scholieren. Verder is hij ook bestuurslid bij paardensportvereniging PV Midland te Utrecht. Thomas Bosman is ook actief in de springsport, met zijn eigen paard en met een paard in eigendom van een fokker. Hij doet regelmatig mee met springwedstrijden in het weekend. Als zijn agenda het toelaat, bezoekt hij hengstenkeuringen, internationale wedstrijden en kampioenschappen.