Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Sportbesturen in de praktijk-Item

Blijf je stil of praat je er over? 23 november 2021

door: Joscha de Vries

Ik ben enorm geraakt. Geschrokken, geschokt. Eén op de vijf sporters heeft of krijgt te maken met grensoverschrijdend gedrag. EEN op de VIJF! En zelfs dat is misschien nog wel alleen het topje van de ijsberg. Uit onderzoek onder 3000 Belgische sporters bleek zelfs dat 72% tot 80% van de jongeren ooit met grensoverschrijdend gedrag te maken heeft gehad. Nu de deksel van de pot is in de topsport, gaan steeds sneller, steeds meer dekseltjes open. En uit die potjes komen heel nare verhalen. Verhalen die niets met de waarden van sport te maken hebben. Geen positiviteit, geen respect, geen saamhorigheid en zeker geen zaken die goed zijn voor de (mentale) gezondheid. 

Goed te beginnen met toe te lichten wat ik bedoel als ik het over de term grensoverschrijdend gedrag in de sport heb. In de sport hebben we met elkaar afgesproken dat we hieronder verstaan: ‘elke vorm van gedrag of toenadering, in verbale, non-verbale of fysieke zin, die: 

  • door de persoon die het ondergaat als gedwongen en/of ongewenst wordt ervaren, 
  • als doel of gevolg heeft de waardigheid van de persoon aan te tasten, 
  • plaatsvindt in de context van sport.’ 
"Bij een verhouding van één op de vijf sporters kan het niet anders of grensoverschrijdend gedrag komt ook voor op jouw sportclub en ook op die van mij"

Grensoverschrijdend gedrag heeft verschillende verschijningsvormen: van seksuele intimidatie en misbruik tot pesten, discriminatie en ook matchfixing. Natuurlijk kan je het ene gedrag als ‘erger’ bestempelen dan het andere. Neemt niet weg dat het in alle gevallen gaat over gedrag waar de persoon die het ondergaat last van heeft. En dat gebeurt in de sport blijkbaar op grote schaal. Op zo’n grote schaal dat het heel dichtbij komt. Bij een verhouding van één op de vijf sporters kan het niet anders of grensoverschrijdend gedrag komt ook voor op jouw sportclub en ook op die van mij. Het gebeurt overal. Onder onze ogen als bevlogen en enthousiaste sportbestuurders. Onder de ogen van de vele vrijwilligers. En zelfs door een deel van diezelfde bestuurders en vrijwilligers. 

Elk weekeinde en misschien wel elke training...
Volgens het rapport van de onderzoekscommissie seksuele intimidatie en misbruik in de sport zijn in ruim 40% van de gevallen medesporters pleger van het grensoverschrijdend gedrag. Hier gaat het dan specifiek om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Voor de andere ongeveer 60% van de gevallen moeten we dus kijken naar de mensen om de sporters heen. Het gebeurt elk weekeinde en misschien wel elke training: bewust, minder bewust en – bijvoorbeeld in het geval van verbale intimidatie – vaak ook zonder dat de pleger zich ervan bewust is. Bewust of onbewust: het gedrag heeft altijd impact voor de persoon die het ondergaat. 

Voor Renald Majoor, als ervaringsdeskundige initiatiefnemer van de stichting ‘de stilte verbroken’, betekende het seksuele misbruik dat zijn veelbelovende voetbalcarrière werd afgebroken. In de recente openbaringen uit de wereld van de triatlon gaat het onder andere over het ontstaan van eetstoornissen en genegeerde blessures. En het kan bijna niet anders dat we als gevolg van grensoverschrijdend gedrag velen zijn kwijt geraakt in de sport. Sporters die hun enthousiasme voor de sport zijn kwijt geraakt, omdat ze niet de wereld vonden waar wij ons op laten voorstaan. De wereld van plezier, saamhorigheid en gezondheid. 

In mijn ogen ligt er dan ook een enorme, urgente opgave voor ons als sportbestuurders van Nederland. Hoe krijgen we deze cijfers op korte termijn dramatisch gekelderd. Van één op de vijf, naar één op de vijftig en direct door van één op de vijftig op weg naar een uitzondering. 

"Ik wil dat de sport, waar ik zo van houd, toegankelijk is voor eenieder en voor eenieder een veilig klimaat biedt"

XL40Sportbesturen-SA-JdV-1‘Blijf je stil of praat je er over’
Op 10 november was ik bij de lokale kick-off van de landelijke campagne ‘Blijf je stil of praat je er over’. Ik heb me de afgelopen week afgevraagd: wat is eigenlijk mijn eigen norm? Welk gedrag vind ik toelaatbaar en welk gedrag niet? Ik constateer dat ik geschreeuw op het veld ‘minder erg’ vind dan als iemand dat op school in de klas bij mijn dochter zou doen. En ook minder erg dan wanneer ik iemand in de supermarkt hoor schelden tegen een kind. Maar waarom eigenlijk? Als het gaat om seksuele intimidatie en misbruik ben ik helemaal niet tolerant. En velen met mij, verwacht ik. Ik heb mij voorgenomen om ook verbaal geweld niet meer af te doen met ‘het valt wel mee’. Ik wil dat de sport, waar ik zo van houd, toegankelijk is voor eenieder en voor eenieder een veilig klimaat biedt. Ik kan daar als sportbestuurder een bijdrage aan leveren en dat ga ik doen. Om te beginnen door jullie mee te nemen in mijn overtuiging. 

Het is goed dat er, voor mij en alle andere sportbestuurders, veel hulpmiddelen zijn om te werken aan het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag. Hulpmiddelen in de vorm van VOG-verklaringen, toolkits om gedrag bespreekbaar te maken in je club en instanties die je kunnen helpen als zich een incident voor doet, zoals de stichting van Renald Majoor en ook een club als Centrum Veilige Sport. En ook de landelijke campagne ‘Blijf je stil of praat je er over’ helpt. Sterker nog, die is voor mij aanleiding dit stuk op papier te zetten. 

"Je hoeft niet eens zelf getuige te zijn van het grensoverschrijdende gedrag, om het toch te kunnen keren"

Erkenning en gezien worden
En toch helpen die hulpmiddelen niet bij het belangrijkste, meest betekenisvolle dat ik kan doen. Want wat mij opviel in de verhalen van slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag tijdens die kick-off was de waarde van erkenning en gezien worden. De betekenis van die ene persoon die wél iets gezien had, die er wél iets van zei tegen de omgeving of die wél bleef doorvragen wat er aan de hand was. Je hoeft niet eens zelf getuige te zijn van het grensoverschrijdende gedrag, om het toch te kunnen keren. De kracht was dat ze aan het slachtoffer zagen dat er iets aan de hand was en daar woorden aan gaven. In veel gevallen waren ze er niet eens bij toen het gedrag plaatsvond. 

Dus wat ik moet doen, als ik hier serieus een bijdrage aan wil leveren, is erover praten. Niet over het feit dat het gebeurt, maar mét plegers van grensoverschrijdend gedrag en met mensen die dit ondergaan. Het benoemen op het moment dat ik iets zie. Er woorden aan geven. Zeggen tegen de ‘pleger’ dat ik het geen passend gedrag vindt en zeggen tegen de persoon die het heeft ondergaan dat ik niet goedkeur hoe iemand met hem of haar net is omgegaan. Ook de boodschap afgeven aan het slachtoffer dat het niet aan die persoon ligt. Ik hoop dat jullie met me meedoen. Op die manier bouwen we aan de waarden van de sport, bieden we steeds meer mensen op steeds meer plekken een veilig sportklimaat. 

Voor meer informatie: campagne ‘Blijf je stil of praat je er over’

Joscha de Vries is directeur-bestuurder bij SportUtrecht. Eerder was zij werkzaam als organisatie-adviseur en verandermanager vanuit haar eigen bureaus Hiemstra & De Vries en later Assist4Sport. Vanuit die bureaus werkte zij aan opgaven in de publieke sector in het algemeen en vanuit Assist4Sport in de sport in het bijzonder. In nevenfuncties was en is zij al langer actief als bestuurder in de sport.

« terug

Reacties: 1

Bert Brinkman
23-11-2021

Zo lang sport primair gaat om winnen, om resultaten, in plaats van plezier en zelf beter worden dan dat je gisteren was, blijven wij ongewenst gedrag houden. Er moet een principiële discussie komen over de focus die wij in de sport kennen en die er al op hele jonge leeftijd ingepompt wordt.

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst