Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Sportbesturen in de praktijk-Item

Sportbestuurder als duizend-en-één-dingen-doekje of… 26 oktober 2021

door: Joscha de Vries

Als sportbestuurder komen er duizend-en-één dingen op je af die onmiddellijke aandacht vragen. Maar om toekomstbestendig te blijven is vooruitgang nodig. Het is zaak dat sportbestuurders gaan inzetten op het vitaal houden van hun vereniging in een sterk veranderde context. En dit vraagt iets van die sportbestuurders, die toch al behoorlijk overvraagd worden. Namelijk om over hun schaduw heen te stappen.

Zo’n 40.000 sportaanbieders, waarvan ruim 26.000 sportverenigingen worden gerund door, globaal geschat, zo'n 250.000 sportbestuurders. We hebben veel sportbestuurders en er zijn ook veel bestuurders nodig. Vrijwel allemaal vrijwilligers, die zich meerdere uren per week inzetten voor hun cluppie. Het begint vaak als een mooie, gewaardeerde rol. Sportbestuurder zijn geeft aanzien en is zichtbaar. Je kan iets doen voor je cluppie, je mening doet er toe en je hebt een positie op een plek waar je je vrienden treft. Veel bestuurders zijn gevraagd om in het bestuur te komen en in de ALV ben je met applaus benoemd. 

"Op alle fronten moeten bestuurders zich verdiepen in vraagstukken en thema’s"

Vraagstukken stapelen zich op
En vanaf het moment dat je in dat bestuur zit, is je positie en rol onbetwist en zijn veel mensen blij met je. Het werk en de vragen komen voorbij en stapelen zich op, en het is vanzelfsprekend dat jij daar een bijdrage aan levert. Toch blijkt voor de meeste bestuurders al snel dat het tóch meer tijd kost dan vooraf ingeschat. Je kent steeds meer leden en leden kennen jou. Ze spreken je aan over van alles en nog wat. Van de prestaties over het eerste, tot de rotzooi in de kleedkamers, van de hoge kosten voor een biertje aan de bar tot de slechte kwaliteit van de grasmat achter op het complex. De scheidsrechters moeten geregeld, buiten trainingstijden zijn netten en dug out beschadigd, er zijn meer sponsoren nodig, een aantal teams is ontevreden over hun trainingsschema’s, er zijn te weinig trainers en meer vrijwilligers zijn nodig dan zich spontaan aandienen. 

XL36SportbesturenInDePraktijkJdV-1En naast alle dagelijkse drukte in de club, komt ook van buiten de club veel op de bestuurder af. De inwerkingtreding van de wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen per 1 juli 2021, de sterk toegenomen aandacht voor een veilig sportklimaat, de behoefte aan inclusiviteit van sportclubs, toegankelijkheid voor iedereen, de regelgeving rondom corona en ook de behoefte van een bijdrage vanuit de sport aan de bestaande bewegingsarmoede bij een steeds grotere groep Nederlanders. Op alle fronten moeten bestuurders zich verdiepen in vraagstukken en thema’s. 

En als je je dat allemaal realiseert, dan vraag je je af wie eigenlijk nog sportbestuurder zou willen zijn? En misschien zelfs wel ‘zou moeten willen zijn’. Want dat is toch eigenlijk niet te doen. Als sportbestuurder ben je het duizend-en-een dingendoekje van je club.

"Een voorsprong hebben, wil niet zeggen dat we de wedstrijd winnen"

Tegelijkertijd zijn, in mijn ogen, sportbestuurders dé sleutel voor een vitaal sportaanbod voor de toekomst. Om samen te sporten. Om te verbinden. Zo’n vitaal aanbod dat het daadwerkelijk bijdraagt aan mentale en fysieke gezondheid van de leden. Dat vraagt van clubs dat ze mee bewegen met de ontwikkelingen. Dat ze zich ontwikkelen, vooruitstrevend zijn en het sportaanbod van de toekomst op een passende manier aanbieden. Anders dan nu, waarin veel clubs inzetten op ‘behouden van wat we hadden’. 

XL36SportbesturenInDePraktijkJdV-2Aanpassing vereist
Begrijp me niet verkeerd, ons cultureel erfgoed met de breed verankerde verenigingsstructuur is een prachtige basis om iedereen de mogelijkheid te geven in competitieverband te sporten. Menig land is jaloers op onze sportinfrastructuur. Maar een voorsprong hebben, wil niet zeggen dat we de wedstrijd winnen. De verandering in de sportbehoefte van veel sporters is onmiskenbaar. Steeds meer mensen sporten ‘ongeorganiseerd’ en er ontstaan steeds sneller nieuwe sporten, die in populariteit groeien. Veel commerciële aanbieders springen in op die nieuwe behoeftes en komen met aanbod op hun eigen terrein. Daartegenover is de ruimte voor sportvelden en sporthallen schaars, zeker in verdichtende steden. De definitie van ‘op een sport zitten’ is bij veel kinderen een heel andere dan een aantal jaar geleden. Als verenigingen zich niet aanpassen op dit soort ontwikkelingen, zullen ze langzaam maar zeker een beperkter rol gaan spelen. 

Om dus ons cultureel erfgoed, de sportverenigingen, eer aan te doen en te bewaken, is vooruitgang nodig. Stilstand is achteruitgang. Dit vraagt iets van onze sportbestuurders. Visie en lef. Visie op de toekomst van jouw club. Hoe ontwikkelt de sport zich, wat zijn toekomstige ledenmodellen, hoe kunnen we het werk goed verdelen onder onze leden, welke functie willen we als club vervullen in onze wijk of stad en hoe verhouden we ons tot andere sportclubs en zelfs ook tot andere organisaties in onze omgeving. En lef, want vaak zijn de trouwste leden, ook altijd aanwezig op de ALV, niet per se de meest vooruitstrevende. Behouden van wat we hadden en hoe we het deden, krijgt vaak steun. Terwijl iets anders nodig is. 

"Sportbestuurders moeten opstaan en het voortouw nemen in hun vereniging. Het is zaak dat sportbestuurders zich gaan richten op de club over tien en twintig jaar"

Er moet iets gebeuren
Als ik de wijsheid in pacht had hoe het anders kan en moet en precies zou kunnen uitschrijven wat bestuurders te doen staat, dan wisten veel meer mensen dat met mij. En dan zag de wereld er al anders uit. Zo makkelijk is dat helaas niet. Maar één ding is duidelijk: er moet wel iets gebeuren. Sportbestuurders moeten opstaan en het voortouw nemen in hun vereniging. Het is zaak dat sportbestuurders zich gaan richten op de club over tien en twintig jaar. En vanuit die focus op de toekomst, na gaan denken over te zetten stappen. Wie zijn onze leden nu, wie zijn onze leden in de toekomst en wat zijn hun behoeftes. Wie wonen in de buurt van onze club en wat is hun behoefte? Wat zijn ontwikkelingen in onze sport en welke ontwikkelingen in de sport zijn ook relevant voor ons. Wat past in de wijk? 

XL36SportbesturenInDePraktijkJdV-3

"Het lijkt verstandig het runnen van de club en het nadenken over de toekomst van de club niet bij dezelfde mensen te beleggen"

Uitdenken, uitwerken, uitproberen, afstemmen met andere clubs en bijsturen waar nodig. Het kost tijd om dit soort vragen goed te verkennen en er mee aan de slag te gaan. En dat lukt nauwelijks of niet náást al het dagelijks werk dat op een clubbestuurder af komt. Het lijkt dan ook verstandig het runnen van de club en het nadenken over de toekomst van de club niet bij dezelfde mensen te beleggen. Het runnen van de club door een manager, een organisator en actieve ondersteuners. En een ander groepje vrijwilligers gezaghebbend het voortouw laten nemen in het maken van een toekomstschets ‘hoe ziet onze club er over tien jaar uit’, om die schets vervolgens als leidraad voor beslissingen hier en nu te benutten. 

Wijsheid van buiten
Maar aparte commissie of niet: als het makkelijk was, dan was er nu geen probleem. Ik ben overtuigd dat je soms de wijsheid van buiten moet halen en dat uit onverwachte perspectieven heel slimme en passende ideeën kunnen komen. Ik heb mij dan ook voorgenomen de komende tijd in gesprek te gaan met mensen van buiten de sport, die ons kunnen inspireren hóe we als sportbestuurders de weg naar de toekomst in kunnen slaan.

Joscha de Vries is directeur-bestuurder bij SportUtrecht. Eerder was zij werkzaam als organisatie-adviseur en verandermanager vanuit haar eigen bureaus Hiemstra & De Vries en later Assist4Sport. Vanuit die bureaus werkte zij aan opgaven in de publieke sector in het algemeen en vanuit Assist4Sport in de sport in het bijzonder. In nevenfuncties was en is zij al langer actief als bestuurder in de sport. 

« terug

Reacties: 2

Jan Raateland
27-10-2021

Goed artikel Joscha! Ik wil je alvast helpen met het vergroten van de reikwijdte: van 'Sportbestuurders die moeten opstaan' naar: Leden (en ouders van leden) van de sportvereniging die moeten opstaan. Hierin ligt de sleutel voor het succes. Aanvulling, uitbreiding en/of vervanging van het bestuur door leden / ouders van leden, die voldoende bekwaam zijn hun sportvereniging de weg naar de toekomst in te kunnen laten slaan.    
 

www.stichtingons.nl

john weggeman
16-06-2022

Eens, goed stuk Joscha. EN ik begrijp wat je zegt Jan, maar feit is ook wel dat mensen tegenwoordig zoveel keuzes hebben om hun tijd aan te besteden, dat er op alle fronten uiteindelijk per saldo minder kwaliteits-tijd overblijft. Ik denk dan ook dat we er goed aan doen om te onderzoeken of en hoe we meer professionals (met die noodzakelijke kennis, ervaring en vaardigheden) in kunnen zetten in en rondom de sport. 

Daarmee borgen we de toekomst van onze verenigingen, de kwaliteit van onze sporters én we geven een impuls aan het in stand houden (zij het op een andere manier) van de voor onze gezondheid o zo belangrijke sp[ortinfrastructuur!

Kijk bijv. eens naar hoe de NeVoBo, door de contributie te verhogen, het voor volleybalverenigingen mogelijk heeft gemaakt professionele trainers in te schakelen. 

Ik zeg: meer van dat! Het is van deze tijd, en ja, het werpt natuurlijk ook nieuwe, andere vraagstukken op, maar ook dat is besturen!

Fijne dag verder

John Weggeman

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst