Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Sport & Recht-Item

Sportverenigingen en belastingen van gemeenten en waterschappen 31 maart 2020

door: Maarten Vrolijk

Sportverenigingen hebben te maken met stijgende kosten en teruglopende inkomsten. Opvallend is dat gemeente-en waterschapsbelastingen als belangrijke kostenpost weinig aandacht krijgen. Jaarlijks sturen gemeenten en waterschappen sportverenigingen als eigenaar en/of gebruiker (huurder) van sportaccommodaties aanslagen. Dat geldt eveneens voor BV’s en stichtingen die sportaccommodaties exploiteren. Deze aanslagen betreffen met name de aanslag 'onroerendzaakbelastingen' (OZB) en aanslag 'watersysteemheffing gebouwd'. Deze aanslagen zijn gebaseerd op de waarde van de accommodatie. Deze waarde is opgenomen in de jaarlijkse WOZ-beschikking. Daarnaast kunnen sportverenigingen aanslagen zuiveringsheffing van het waterschap (ter zake van bijvoorbeeld besproeiing velden) ontvangen.

De aanslagen OZB en watersysteemheffing bedragen al snel duizenden euro’s. Niettemin dient slechts 1% bezwaar in. Oorzaak daarvan is voor een groot deel het taxatieverslag dat de waarde van de sportaccommodatie nader onderbouwt. Het taxatieverslag noemt slechts de onderdelen (bijvoorbeeld clubgebouw, velden, tribunes) van de sportaccommodatie. Vervolgens worden op de, kortgezegd, herbouwwaarde van deze onderdelen gedurende een aantal jaren een afschrijving wegens onder meer veroudering van de accommodatie toegepast. 

"De waarde van de sportaccommodaties blijkt regelmatig te hoog te zijn vastgesteld"

Taxatieverslag apart opvragen
Uit het taxatieverslag blijkt niet aan de hand waarvan deze afschrijving is bepaald. Overigens wordt dit taxatieverslag niet meegestuurd bij de aanslag, maar kan worden geraadpleegd via de website van de gemeente of bij de gemeente worden opgevraagd. Het maken van bezwaar en beroep kan echter wel degelijk leiden tot een waardenverlaging. Extra voordeel is dat een waardenverlaging onder omstandigheden ook kan leiden tot een verlaging in vorige jaren.

XL12SR-MV-1De waarde van de sportaccommodaties blijkt namelijk regelmatig te hoog te zijn vastgesteld. Gebruik van de accommodatie door meerdere sportverenigingen kan al betekenen dat geen aanslag wegens gebruik van de accommodatie kan worden opgelegd. Deze kan dan slechts worden opgelegd aan de eigenaar, die de OZB dan kan doorberekenen in de huurprijs aan de sportverenigingen. Daarnaast komt het regelmatig voor dat bij de waardebepaling uitgegaan wordt van een onjuiste oppervlakte van de accommodatie. In werkelijkheid blijken er minder speelvelden te zijn dan in het taxatieverslag opgenomen. Het is dan ook aan te raden te verzoeken om het taxatieverslag in te mogen zien.

Hoger afschrijvingspercentage leidt tot lagere waarde
Daarnaast wordt regelmatig geen of onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat de accommodatie is verouderd (geen of verouderde kunstgrasvelden, achterstallig onderhoud). In een dergelijk geval dient een hoger afschrijvingspercentage te worden toegepast. Resultaat is dan een lagere waarde. Bovendien dient bij de bepaling van de hoogte van de afschrijving rekening te worden gehouden met bijvoorbeeld het soort clubgebouw (luxe, gemiddeld of eenvoudig). Dit geldt eveneens ten aanzien van bijvoorbeeld sportvelden (kunstgras of niet). Tenslotte wordt er soms ten onrechte van uitgegaan dat bijvoorbeeld een ouder clubgebouw nog een restwaarde heeft. 

Gemeenten gaan bij de bepaling van afschrijving en restwaarde uit van de Taxatiewijzer Sport. Deze geeft echter slechts (niet-dwingende) richtlijnen. De gemeente kan niet volstaan met een verwijzing naar deze Taxatiewijzer, indien een vereniging de waarde betwist. De gemeente dient de waarde dan nader te onderbouwen.

"Een succesvol bezwaar leidt tot vernietiging van aanslagen Watersysteemheffing Gebouwd en Zuiveringsheffing en daarmee een aanzienlijke besparing"

Aanpassing
Een verlaging van de WOZ-waarde van een sportaccommodatie leidt tot een aanpassing van de aanslag OZB en de aanslag Watersysteemheffing Gebouwd. Beide aanslagen zijn immers gebaseerd op de WOZ-waarde. Het waterschap dient na een verlaging van de WOZ-waarde de aanslag Watersysteemheffing Gebouwd zelf aan te passen. Een afzonderlijk bezwaar tegen laatstgenoemde aanslag is daarvoor niet vereist. Deze aanpassing door het waterschap vindt niet altijd plaats of eerst na geruime tijd. Het is dan ook zaak na te gaan of deze verlaging is toegepast. Overigens is het op andere (formele) gronden wel mogelijk bezwaar in te dienen tegen waterschapsbelastingen. Een succesvol bezwaar leidt tot vernietiging van aanslagen Watersysteemheffing Gebouwd en Zuiveringsheffing en daarmee een aanzienlijke besparing. Deze mogelijkheid is nauwelijks bekend!

XL12SR-MV-2Wij hebben uitgebreide ervaring met bezwaar-en beroepsprocedures tegen gemeenten en waterschappen, zie Bespaarbelasting.com. Als enige in Nederland maken wij niet alleen bezwaar tegen de WOZ-waarde van sportaccommodaties, maar ook tegen waterschapsbelastingen. We hebben onze dienstverlening volledig gedigitaliseerd en beperken zo onze kosten. Na een succesvol bezwaar en/of beroep krijgt u een vergoeding van de gemeente omdat u ons heeft ingeschakeld. Als tegenprestatie (omdat uw aanslag door ons werk is verlaagd) betaalt u die vergoeding aan ons. Via het invullen van een aanmeldingsformulier met een aantal vragen geeft u ons informatie over uw accommodatie. Daarna bevestigt u via een volmacht dat wij namens u bezwaar en beroep kunnen indienen. Wij hebben al aanzienlijke besparingen voor verenigingen gerealiseerd waarbij de waarde regelmatig met meer dan € 100.000 is verlaagd... Aanslagen worden door gemeenten meestal eind januari en februari van elk jaar verstuurd. Waterschappen zijn meestal iets later.

Bezwaar maken kan tot 6 weken na de aanslag!

Mr Maarten Vrolijk is fiscaal jurist. Hij is gespecialiseerd in bezwaar-en beroepsprocedure betreffende gemeente-en waterschapsbelastingen (zie Bespaarbelasting.com). Daarnaast is hij gespecialiseerd in (internationaal) sportrecht en voert hij procedures voor sporters in binnen-en buitenland. Ook is hij schrijver van boeken over sportrecht en lid van tuchtcommissie van diverse sportbonden. Voor vragen over sportrecht is hij te bereiken via asksportrecht@gmail.com.

« terug

Reacties: 3

Paul J.M. Esser
21-03-2022

Geachte heer Vrolijk,

Onze hockeyvereniging MHCNieuwegein heeft haar velden ondergebracht in een stichting Kunstgras. In 2014 hebben "wij" in nieuwe velden geïnvesteerd voor een periode van 10 jaar. De Stichting heeft de kunstgrasvelden "ter beschikking gesteld voor sportbeoefening" om risico's te spreiden en BTW-voordeel te kunnen behalen. Dat laatste is sedert de wijziging van de BTW-regels niet langer mogelijk. Nadeel van deze constructie bleek o.m. dat het Bghu, de "heffende instantie" voor de OZB op basis van een hoge waarde OZB in rekening bracht bij de stichting als eigenaar (opstalrecht) van de velden, maar ook nog eens bij de vereniging, als gebruiker, waardoor we per saldo een astronomisch bedrag per jaar aan OZB hebben betaald.

Op 1 augustus 2024 hopen wij een nieuwe locatie te betrekken, en voor de aanleg van de velden is een investeringssubsidie door de gemeente toegezegd. Er zijn nog enige grote risico's aan de bouw en ontwikkeling verbonden, dus voor de ontwikkeling, bouw en realisering  overwegen wij een nieuwe stichting op te richten, die ev. ook later de exploitatie op zich kan nemen. De "oude" stichting zou dan in de nieuwe kunnen opgaan o.i.d. Een van de overwegingen is: hoe gaat het worden met de heffing van de OZB in, of juist zonder, een dergelijke contructie ?

Graag uw advies in deze kwestie. Misschien kunnen we voor de verdere bespreking een afspraak maken.

Met vriendelijke groet,

P.J.M. Esser, voorzitter SKR

Gerrit Veeneman
05-04-2024

Geachte heer Vrolijk,

Ik ben penningmeester van ASV Apeldoornse Boys, een voetbalvereniging met 3 voetbalvelden, waaronder 1 kunstgrasveld, 8 kleedkamers, een jeugdhonk en daarboven een clubhuis. De 3 velden worden gehuurd van de gemeente.

Wij hebben een aanslagsen gemeentelijke belastingen ontvangen o.b.v. een WOZ waarde van € 617.000 (deelwaarde) voor de 3 sportvelden, totaal oppervlak 44.505m2  en € 110.000 WOZ waarde. Het clubgebouw met een oppervlak van 9.559 m2 heeft een WOZ waarde van € 411.000 en een deelwaarde van € 340.253. De taxatiekaarten heb ik in mij bezit. 

Is t voor u mogelijk om een 1e reactie te geven op de toegekende waarden? 

Alvast dank voor uw reactie.

G. Veeneman

06 51248509 

Peter Hopstaken
05-04-2024

@Gerrit Veeneman (en alsnog @Paul Esser) > Als je naar aanleiding van dit artikel iets wilt vragen de auteur, zijn e-mailadres staat onderaan vermeld > asksportrecht@gmail.com Succes! Met vriendelijke groet, Peter Hopstaken - hoofdredacteur Sport Knowhow XL 

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst