door: Maarten Vrolijk
Sportverenigingen hebben te maken met stijgende kosten en teruglopende inkomsten. Opvallend is dat gemeente-en waterschapsbelastingen als belangrijke kostenpost weinig aandacht krijgen. Jaarlijks sturen gemeenten en waterschappen sportverenigingen als eigenaar en/of gebruiker (huurder) van sportaccommodaties aanslagen. Dat geldt eveneens voor BV’s en stichtingen die sportaccommodaties exploiteren. Deze aanslagen betreffen met name de aanslag 'onroerendzaakbelastingen' (OZB) en aanslag 'watersysteemheffing gebouwd'. Deze aanslagen zijn gebaseerd op de waarde van de accommodatie. Deze waarde is opgenomen in de jaarlijkse WOZ-beschikking. Daarnaast kunnen sportverenigingen aanslagen zuiveringsheffing van het waterschap (ter zake van bijvoorbeeld besproeiing velden) ontvangen.
De aanslagen OZB en watersysteemheffing bedragen al snel duizenden euro’s. Niettemin dient slechts 1% bezwaar in. Oorzaak daarvan is voor een groot deel het taxatieverslag dat de waarde van de sportaccommodatie nader onderbouwt. Het taxatieverslag noemt slechts de onderdelen (bijvoorbeeld clubgebouw, velden, tribunes) van de sportaccommodatie. Vervolgens worden op de, kortgezegd, herbouwwaarde van deze onderdelen gedurende een aantal jaren een afschrijving wegens onder meer veroudering van de accommodatie toegepast.
"De waarde van de sportaccommodaties blijkt regelmatig te hoog te zijn vastgesteld"
Taxatieverslag apart opvragen
Uit het taxatieverslag blijkt niet aan de hand waarvan deze afschrijving is bepaald. Overigens wordt dit taxatieverslag niet meegestuurd bij de aanslag, maar kan worden geraadpleegd via de website van de gemeente of bij de gemeente worden opgevraagd. Het maken van bezwaar en beroep kan echter wel degelijk leiden tot een waardenverlaging. Extra voordeel is dat een waardenverlaging onder omstandigheden ook kan leiden tot een verlaging in vorige jaren.
De waarde van de sportaccommodaties blijkt namelijk regelmatig te hoog te zijn vastgesteld. Gebruik van de accommodatie door meerdere sportverenigingen kan al betekenen dat geen aanslag wegens gebruik van de accommodatie kan worden opgelegd. Deze kan dan slechts worden opgelegd aan de eigenaar, die de OZB dan kan doorberekenen in de huurprijs aan de sportverenigingen. Daarnaast komt het regelmatig voor dat bij de waardebepaling uitgegaan wordt van een onjuiste oppervlakte van de accommodatie. In werkelijkheid blijken er minder speelvelden te zijn dan in het taxatieverslag opgenomen. Het is dan ook aan te raden te verzoeken om het taxatieverslag in te mogen zien.
Hoger afschrijvingspercentage leidt tot lagere waarde
Daarnaast wordt regelmatig geen of onvoldoende rekening gehouden met de omstandigheid dat de accommodatie is verouderd (geen of verouderde kunstgrasvelden, achterstallig onderhoud). In een dergelijk geval dient een hoger afschrijvingspercentage te worden toegepast. Resultaat is dan een lagere waarde. Bovendien dient bij de bepaling van de hoogte van de afschrijving rekening te worden gehouden met bijvoorbeeld het soort clubgebouw (luxe, gemiddeld of eenvoudig). Dit geldt eveneens ten aanzien van bijvoorbeeld sportvelden (kunstgras of niet). Tenslotte wordt er soms ten onrechte van uitgegaan dat bijvoorbeeld een ouder clubgebouw nog een restwaarde heeft.
Gemeenten gaan bij de bepaling van afschrijving en restwaarde uit van de Taxatiewijzer Sport. Deze geeft echter slechts (niet-dwingende) richtlijnen. De gemeente kan niet volstaan met een verwijzing naar deze Taxatiewijzer, indien een vereniging de waarde betwist. De gemeente dient de waarde dan nader te onderbouwen.
"Een succesvol bezwaar leidt tot vernietiging van aanslagen Watersysteemheffing Gebouwd en Zuiveringsheffing en daarmee een aanzienlijke besparing"
Aanpassing
Een verlaging van de WOZ-waarde van een sportaccommodatie leidt tot een aanpassing van de aanslag OZB en de aanslag Watersysteemheffing Gebouwd. Beide aanslagen zijn immers gebaseerd op de WOZ-waarde. Het waterschap dient na een verlaging van de WOZ-waarde de aanslag Watersysteemheffing Gebouwd zelf aan te passen. Een afzonderlijk bezwaar tegen laatstgenoemde aanslag is daarvoor niet vereist. Deze aanpassing door het waterschap vindt niet altijd plaats of eerst na geruime tijd. Het is dan ook zaak na te gaan of deze verlaging is toegepast. Overigens is het op andere (formele) gronden wel mogelijk bezwaar in te dienen tegen waterschapsbelastingen. Een succesvol bezwaar leidt tot vernietiging van aanslagen Watersysteemheffing Gebouwd en Zuiveringsheffing en daarmee een aanzienlijke besparing. Deze mogelijkheid is nauwelijks bekend!
Wij hebben uitgebreide ervaring met bezwaar-en beroepsprocedures tegen gemeenten en waterschappen, zie Bespaarbelasting.com. Als enige in Nederland maken wij niet alleen bezwaar tegen de WOZ-waarde van sportaccommodaties, maar ook tegen waterschapsbelastingen. We hebben onze dienstverlening volledig gedigitaliseerd en beperken zo onze kosten. Na een succesvol bezwaar en/of beroep krijgt u een vergoeding van de gemeente omdat u ons heeft ingeschakeld. Als tegenprestatie (omdat uw aanslag door ons werk is verlaagd) betaalt u die vergoeding aan ons. Via het invullen van een aanmeldingsformulier met een aantal vragen geeft u ons informatie over uw accommodatie. Daarna bevestigt u via een volmacht dat wij namens u bezwaar en beroep kunnen indienen. Wij hebben al aanzienlijke besparingen voor verenigingen gerealiseerd waarbij de waarde regelmatig met meer dan € 100.000 is verlaagd... Aanslagen worden door gemeenten meestal eind januari en februari van elk jaar verstuurd. Waterschappen zijn meestal iets later.
Bezwaar maken kan tot 6 weken na de aanslag!
Mr Maarten Vrolijk is fiscaal jurist. Hij is gespecialiseerd in bezwaar-en beroepsprocedure betreffende gemeente-en waterschapsbelastingen (zie Bespaarbelasting.com). Daarnaast is hij gespecialiseerd in (internationaal) sportrecht en voert hij procedures voor sporters in binnen-en buitenland. Ook is hij schrijver van boeken over sportrecht en lid van tuchtcommissie van diverse sportbonden. Voor vragen over sportrecht is hij te bereiken via asksportrecht@gmail.com.