Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Feedback XL-Item

Commentaar van... Rob de Leede 21 september 2021

RobDeLeede175FCRob de Leede is bij het grote publiek vooral bekend als perschef van het Nederlands voetbalelftal (1995-2004) en van zijn werk bij KNVB Communicatie (1988-2013). Momenteel is hij media officer bij FIFA (sinds 2002) en bij UEFA (sinds 2010). In 2013 richtte hij de eenmanszaak Rob de Leede Consultancy op. Hij studeerde Engelse Taal en Letterkunde (1987), Corporate Communications (1995) en MBA Sportmanagement bij de Wagner Group (2018). Sinds 1 augustus 2021 is De Leede docent Communicatie en Creative Business op Hogeschool van Amsterdam. Voor Sport Knowhow XL becommentarieert hij met enige regelmaat wat hem opviel in de berichtgeving over sport.
 

Een zware nederlaag

In de Duitse les leerde ik lang geleden dat er een verschil bestaat tussen het beantwoorden van een ontkennende vraag in het Duits en het Nederlands. Als je in het Nederlands aan iemand vraagt of hij/zij niet van spinazie houdt, kun je daar in het Nederlands met goed fatsoen geen ‘ja’ of ‘nee’ op zeggen. Het antwoord heeft altijd een verduidelijking nodig. In het Duits daarentegen kun je met het eenvoudige woordje ‘Doch’ na een ontkennende vraag laten weten dat je wél van spinazie houdt.

Dit lesje speelt telkens door mijn hoofd als ik interviews bekijk van sporters na een geleverde prestatie en dan vooral wanneer ze na een tegenvallende wedstrijd met hun billen bloot moeten. Of het nu om atletiek gaat, judo, tennis, voetbal of wielrennen, de sportverslaggevers op radio en televisie hoor ik voortdurend vragen stellen waarop zelfs de meest goedwillende sporter geen passend antwoord kan geven. Dat ligt niet aan de sporter, maar aan de vraag, die vaak zo krom geconstrueerd is dat je wel een bijzonder lenige taalartiest moet zijn om de vragensteller op heldere wijze van repliek te dienen.

"Met de vraag ‘Wat ging er door je heen?’ studeer je volgens mij niet cum laude af op de School voor Journalistiek"

Als de Theo Reitsmas en Evert ten Napels van deze wereld open vragen in de richting van hun gesprekspartner slingerden die met ‘wat’, ‘waarom’, ‘waardoor’ of ‘hoe’ begonnen, konden de sporters zich daar zonder mediatraining of instructies van een persvoorlichter moeiteloos mee redden.
‘Wat ging er mis vandaag?’
’Ik had mijn dag niet.’
Of: ‘Ik was niet in vorm.’
Of desnoods, met frisse tegenzin: ‘Mijn tegenstander was beter.’

XL32FeedbackXLRdL-duits1Daar kon je wat mee. Die fase ligt inmiddels achter ons. Er is een andere wind gaan waaien. Met de vraag ‘Wat ging er door je heen?’ studeer je volgens mij niet cum laude af op de School voor Journalistiek, maar het verlangen naar emoties en misschien zelfs een opwellende traan is tegenwoordig zo groot dat, naast Robert ten Brink en Linda de Mol, ook verslaggevers in sportarena’s zich met een verwachtingsvolle blik van deze openingszin bedienen.

Maar het kan nog erger. De laatste tijd hoor ik steeds vaker vragen die beginnen met ‘hoe’ gevolgd door de bijvoeglijke naamwoorden als ‘erg’, ‘hard’, ‘pijnlijk’ of ‘zwaar‘. De voorbeelden zijn bijna dagelijks te beluisteren op zenders waar verslaggevers die zich willen doen gelden als journalisten met een missie, op zoek zijn naar de diepere waarheid.

‘Hoe hard komt deze nederlaag aan?’, klinkt het dan zwaarwichtig. Wat moet je daar in hemelsnaam op antwoorden? ‘Als een vlieg in mijn gezicht’, ‘als een klap op mijn wang’ of ‘als een hamer op mijn duim’. Het wordt de sporter niet eenvoudig gemaakt om zich uit deze ongelukkige reeks van zes woorden te redden. Waar het Duits de mogelijkheid biedt met één woord een ontkennende vraag klip en klaar te beantwoorden, heeft de nahijgende sporter geen instrument om aan te geven hoe hard, hoe diep of hoe pijnlijk de gevolgen van een ongunstig resultaat zijn.

"We rijden straks even langs Het Waagplein, waar de Waag speciaal voor ons een uurtje langer openblijft. Dan weten we precies hoe zwaar het verlies is"

De ongelukkige vragen hebben jammer genoeg nog steeds niet de antwoorden opgeleverd die daar in mijn beleving bij passen. ‘Hoe zwaar is dit verlies?’ kan alleen worden beantwoord met een getal. Ik wacht vol spanning op bijvoorbeeld een voetballer van AZ die na een krappe nederlaag zijn verhaal mag doen voor een microfoon en dan in welluidende zinnen riposteert: ‘Ik ben blij dat u de vraag stelt, want als team vragen wij ons dat natuurlijk ook af. We moeten verder, want over vier dagen wacht de volgende wedstrijd. Daarom rijden straks even langs Het Waagplein, waar de Waag speciaal voor ons een uurtje langer openblijft. Dan weten we precies hoe zwaar het verlies is en dan zullen we dat meteen via social media delen met de supporters. Die willen dat natuurlijk ook graag weten. De laatste nederlaag woog 1200 kilo. Als we nu onder de 1000 kilo blijven weet iedereen dat we op de goede weg zijn.’

Daar is geen woord Duits bij.

Rob de Leede

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst