Hans Koeleman is voormalig topatleet die in 1984 en 1988 meedeed aan de Olympische Spelen. Koeleman is in de Verenigde Staten geschoold als historicus, hij studeerde aan de Clemson University en de University of Southern California. Hij werkte later als
brand manager bij Nike en is momenteel als docent verbonden aan de International Sport Management School van De Haagse Hogeschool. Tevens is hij oprichter en hoofdredacteur van het nieuwe literair hardloopmagazine
Mystical Miles waarvan in het voorjaar 2021 de eerste editie uitkomt. Koeleman schreef twee boeken - 'Het Blauwe Uur' en 'Olympiërs' - en toerde samen met Bram Bakker en Abdelkader Benali langs diverse Nederlandse theaters met de voorstelling ‘Wat beweegt de hardloper?’ Voor Sport Knowhow XL becommentarieert Hans Koeleman zo nu en dan wat hem opviel in de berichtgeving over sport.
Stop, en niet verder!
Berichten op het internet spreken van een naderende ‘burgeroorlog’ in de tenniswereld: Novak Djokovic wil zich met een nieuwe organisatie - de Professional Tennis Players Association - afscheiden van de ATP; Federer en Nadal houden zich stil of keuren het af; veel spelers hebben, niet voor het eerst, geen idee wat Djokovic nu eigenlijk wil zeggen. Interessante ontwikkelingen die vragen om reflectie, maar ik wil het hebben over een andere sport waar altijd wel iets te reflecteren valt, wielrennen.
‘Bemoei je met je eigen zaken. Ga mij niet vertellen hoe ik op de fiets moet zitten’
De UCI kondigde laatst de zoveelste regels aan die, in haar ogen, de sport veiliger moet maken. Met een verbod op het random weggooien van bidons in het peloton kan ik meegaan. Het verbieden van de zogenaamde super tuck, de aerodynamische houding die veelal bij afdalingen wordt gebruikt, vind ik echter twijfelachtig. Ik zou zeggen: ‘Bemoei je met je eigen zaken. Ga mij niet vertellen hoe ik op de fiets moet zitten’.
Veiligheid, veiligheid. Veiligheid voor alles. Kijkend naar de ineengekrompen houding, kont op de stang, spreekt de UCI van dangerous conduct. Commentaren lezend van renners, geloof ik dat het met dit gevaar wel meevalt. Ik vind ploegleiders die zelf de auto besturen en tegelijkertijd kletsen met hun renner veel gevaarlijker. Maar goed. Zit gewoon op de fiets, zegt men aldus, dan gebeurt er niets. Sokken en overschoenen mogen in het wielrennen niet hoger reiken dan halverwege de laterale malleolus (!) en het kopje van het kuitbeen, fietsen lichter dan 6,8 kilo worden tegengehouden. Anders wordt het allemaal te snel.
Wat de UCI hiermee wil zeggen is: ‘Tot hier en niet verder. Vooruitgang, prima, maar er zijn grenzen’. Renners trainen, eten, rusten al een tijdje als echte atleten, de fietsen zijn space ships vergeleken met de stalen rossen waar Coppi en Bartali de bergen mee opzeulden, kopgroepen razen met 70 km/u door smalle straten richting finish. Allemaal goed, maar vanaf nu stoppen we met dat gedonder. Althans, we gaan het controleren en inkaderen.
Je ziet dit wel vaker: een soort onbedoelde arrogantie, een haast religieuze zelfverzekerdheid, van een groep mensen, veelal mannen, die beweren dat de mensheid weliswaar nog zeker een paar duizend jaar zal bestaan, maar dat er vanaf nu een streep gezet moet worden door vooruitgang. De eerste trein die in 1839 van Amsterdam naar Haarlem tufte, werd ook gadegeslagen door een horde vertwijfelden die hoofdschuddend beweerden dat het nu toch echt afgelopen moest zijn met die nieuwigheid. Het mooie is natuurlijk dat de mensen die tot de orde gemaand worden, in ons geval de wielrenners, zich hier geen donder van aan zullen trekken. Ik voorzie dat de UCI, zoals zoveel bonden en federaties, op een wat knorrige oude man zal gaan lijken, iemand die net steeds te laat is en amechtig tracht de touwtjes nog enigszins in handen probeert te houden.
"Als je daar niet tegen kan, keur dan alle grote vernieuwingen sinds 1960 af en ga op HEMA-gympies of op blote voeten lopen"
De ISU kan er overigens ook wat van. World Athletics, net zo. Het geklaag was niet van de lucht toen Nike met de Vaporfly-modellen kwam. ‘Vals spel’, riep men, andere woorden voor ‘ik heb de boot gemist’. De Vaporfly is simpelweg de zoveelste, en echt niet de meest indrukwekkende, innovatie op het gebied van hardloopschoenen van de laatste zestig jaar. Als je daar niet tegen kan, keur dan alle grote vernieuwingen sinds 1960 af en ga op HEMA-gympies of op blote voeten lopen. Ondertussen hebben vele andere merken de geheimen van carbonplaten ontdekt en lijkt er binnenkort in de hardloopwereld een nieuw equilibrium bereikt te worden. Tot de volgende met iets nieuws komt…
En zo springt de sportwereld iedere keer toch weer een stuk vooruit. Gelukkig maar.
Hans Koeleman