door: Rob de Leede Tegen vrienden en bekenden zeg ik wel eens dat ik als voetballer niet goed genoeg was voor het Nederlands elftal, maar dat ik wel in de kleedkamer terecht ben gekomen. Met een accreditatiekaart om mijn nek kon ik jarenlang het hele stadion door lopen zonder ergens te worden tegen gehouden.
Met Tom van ’t Hek heeft de Nederlandse Sportraad een nieuw gezicht als voorzitter die Joop's goedkeuring heeft en volgens hem na zijn aantreden - pas op 1 augustus - meteen een mooie uitdaging voor zijn kiezen zal krijgen...
Voetbalwedstrijden van amateurclubs tegen profs in het bekertoernooi zorgen met regelmaat voor verhalen als een jongensboek. Over 10, 20 en 30 jaar zijn er in het hele land nog mensen die zich de namen van spelers van USV Hercules herinneren...
Een topsporter heeft steeds meer specialisten om zich heen. Naast de coach een conditietrainer, fysiotherapeut, voedingsdeskundige, soms wetenschappers, videoanalisten en statistici en uiteraard mental coaches. Wie houdt het overzicht?
De documentaire ‘Ajax: daar hoorden zij engelen zingen’, de film Voetbal is oorlog over Achilles ’29, de documentaireserie ‘Volendam, een dorp in de Eredivisie’… Het is niet lang wachten op het volgende slachtoffer dat zich verblind door eerzucht en gebrek aan aandacht als een lam naar de openbare slachtbank laat leiden…
De nieuwe Topsportstrategie 2025+ - waarvan André Cats onlangs op de algemene ledenvergadering van NOC*NSF alvast de contouren presenteerde - is een logische stap. Toch moeten we er ook met een kritische blik naar kijken.
Die hele discussie over verhalen en medailles komt voort uit het ongemak dat deels inherent is aan topsport, en nu zien we dat de sport zichzelf soms kwijtraakt op zoek naar een nieuw evenwicht.
Ik heb last van een overdosis voetbal gekoppeld aan een minstens zo grote dosis ergernis over gedrag van een aantal coaches en spelers in de top van het internationale voetbal.
Minister Helder meldde dat het voor de sportwet benodigde geld deze kabinetsperiode niet beschikbaar is. Zonder extra geld, is de sportwet een papieren tijger met als woonplaats een olympisch museum.
‘Doe het maar over Feyenoord’, liet de hoofdredacteur me vorige week weten. ‘Daar kun je vast wel iets mee.’ Tuurlijk, met het kampioenschap in het vooruitzicht zou zich vast een bruikbare invalshoek aandienen...