Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-De terugblik van insiders-Item

"De lege pagina’s in mijn agenda bevallen me steeds beter" 15 maart 2022


glassesVoormalige beleidsbepalers in de sportwereld kijken terug

Ooit werkten zij met volle passie in de sport. Als directeur van een sportbond, als voorzitter daarvan of werkend voor een andere sportorganisatie. Op een zeker moment verlieten zij die sportwereld en kozen ze voor een carrièreswitch naar een ander domein en/of gingen ze met pensioen. Hoe is het hen sindsdien vergaan? Hoe kijken zij terug? Wat kan de sportwereld leren van passanten die nu hun professionele sporen op een ander vlak verdienen of gepensioneerd zijn?

Vandaag de blik van Herman Ram, o.m. directeur van de Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland.


 

Curriculum vitae Herman Ram

(bestuurlijk) werk in de sport

  • 2019-2021 voorzitter van het zbo Dopingautoriteit
  • 2006-2018 directeur van de Stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland
  • 2000-2006 directeur van de Nederlandse Ski Vereniging
  • 1994-2000 directeur Nederlandse Badminton Bond
  • 1992-1994 directeur Koninklijke Nederlandse Schaak Bond

1. Betrad je in 1992 als directeur van de schaakbond voor het eerst de sportwereld? Hoe verliep dat destijds? Wat deed je daarvoor?
"Het directeurschap van de schaakbond was inderdaad mijn eerste baan in de sport. Ik was sinds 1988 bibliothecaris van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (en daarvóór al tien jaar werkzaam in de bibliotheekwereld) en mij was duidelijk geworden dat ik toe was aan een eindverantwoordelijke functie, en dat ik die buiten de ambtelijke wereld moest zoeken. Ik was lid van de schaakbond, en daarin werd de directeursfunctie geadverteerd. Mijn vrouw - die mij vaak beter kent dan ik mijzelf ken - heeft mij er toen van doordrongen dat dat wel eens een bij mij passende baan zou kunnen zijn."

"Het vak heeft me gegrepen, al heb ik het nooit als een roeping gezien"

2. Na drie functies als bondsdirecteur werd je directeur van de Dopingautoriteit. Hoe kwam je tot die stap? Kan je zeggen dat je daar je absolute roeping gevonden hebt, aangezien je er ruim 15 jaar in functie was? Of heb je - al dan niet stiekem - op een zeker moment gehoopt je carrière te beëindigen in een andere functie?
"Toen ik overstapte naar de Dopingautoriteit had ik zeker niet voor ogen om dat werk meer dan 15 jaar te gaan doen. Ik had als opdracht om een fusie tussen twee bestaande stichtingen af te ronden en vanuit die fusie de Dopingautoriteit op te bouwen. Ik verwachtte na enkele jaren weer iets anders te gaan doen, maar het vak heeft me inderdaad gegrepen, al heb ik het nooit als een roeping gezien. Antidopingbeleid staat zeer dicht bij de sporter, is uiterst veelzijdig en altijd in beweging. Ik ben er daarom nooit op uitgekeken geraakt, mede dankzij een stel fantastische collega’s bij de Dopingautoriteit. Wel heb ik een paar maal een aanbod gehad om een internationale functie in de antidopingwereld te gaan bekleden, maar daar heb ik om verschillende redenen van afgezien."

XL9TerugblikInsiders-HR-13. In hoeverre is het maken en uitvoeren van dopingbeleid vergelijkbaar met het bestrijden van criminaliteit? In hoeverre niet?
"In de loop der jaren zijn steeds meer procedures en technieken uit de criminaliteitsbestrijding geïntroduceerd in het antidopingbeleid. Het recherchewerk - in het Engelse dopingjargon 'Intelligence & Investigations' - kent in de uitvoering dus duidelijke overeenkomsten tussen de bestrijding van criminaliteit en die van dopinggebruik. Maar daar houdt het ook wel op. De relatie tussen een antidopingorganisatie enerzijds en ‘de sport’ en de sporters anderzijds zit heel anders in elkaar dan die tussen politie en publiek. Zo staat preventie veel centraler in het antidopingwerk dan in de wereld van politie en justitie. Dopingcontroles worden mede daarom uitgevoerd bij sporters die in het overgrote deel van de gevallen helemaal nergens van verdacht worden. En ik heb me nooit een politieman gevoeld."

4. In de wereld van criminaliteit loopt de bestrijding ervan achter het (technisch) vernuft van misdadigers aan, zo lijkt het. Zie je ook zo'n ontwikkeling op het gebied van dopingbestrijding, zijn dopingovertreders de bestrijders ervan vaak een stap voor?
"Ook dopingbestrijders lopen zonder twijfel soms een beetje achter de feiten aan, maar de voorsprong van de gebruikers op de bestrijders is door de jaren heen steeds kleiner geworden. Nieuwe dopingmiddelen zijn bij hun introductie vrijwel altijd al bekend in de antidopingwereld, en dus zijn de detectiemethoden tegenwoordig meestal ook al ontwikkeld, of in ieder geval in ontwikkeling. De dopinglijst wordt dan ook periodiek aangevuld met nieuwe stoffen."

"De Dopingautoriteit staat niet bekend om het grote aantal dopingcontroles, maar wel om het innovatieve vermogen van de organisatie"

5. Waar staat Nederland op het gebied van dopingbestrijding internationaal gezien?
"De Dopingautoriteit heeft internationaal gezien een heel goede naam, waarbij kwaliteit meer geldt dan kwantiteit, want de Dopingautoriteit is een relatief kleine organisatie als je kijkt naar de sportieve positie en ambitie van ons land. De Dopingautoriteit staat dan ook niet bekend om het grote aantal dopingcontroles, maar wel om het innovatieve vermogen van de organisatie. Aan het wetenschappelijk fundament voor het antidopingwerk wordt in Nederland veel aandacht besteed, en dat oogst waardering. Bovendien legt de Dopingautoriteit heel veel nadruk op het ontsluiten van kennis ten bate van alle betrokkenen, en op dat gebied vervult Nederland zelfs een mondiale functie. Minpunt is nog steeds de suboptimale coördinatie met politie en justitie waar het handel en productie betreft. Op dat gebied is nog veel te winnen."

XL9TerugblikInsiders-HR-26. Wat beschouw je als een hoogtepunt in je carrière? En wat als een dieptepunt?
"Ik kan niet één specifiek hoogtepunt aanwijzen, want de aard van het werk - in mijn ervaring - brengt met zich mee dat er veel meer sprake is van een reeks kleine hoogtepuntjes dan van één of twee echte topmomenten. Managerial gezien waren zowel het opbouwen van de Dopingautoriteit als het ombouwen van de stichting tot een overheidsorganisatie best wel hoogtepunten. Maar ik denk vooral terug aan een aantal echt ingewikkelde dopingzaken - van de circa 250 die in mijn periode zijn afgehandeld - die we tot een goed einde hebben weten te brengen, waarbij dat goede einde overigens ook kon bestaan uit een vrijspraak of minimale straf. Dieptepunt was zonder twijfel het Russische dopingschandaal, en dan in het bijzonder het feit dat de sportwereld daar te weinig harde consequenties aan heeft willen verbinden. Ik ben zeer intensief bij die discussies betrokken geweest, maar ik kijk met gemengde gevoelens terug op de uitkomsten. En ik zie pijnlijke parallellen tussen Ruslands opstelling in die zaak en de oorlog in Oekraïne."

7. Als je met de kennis en ervaring van nu terugkijkt naar vroeger, wat zou je dan anders gedaan hebben toen je nog in de sport werkzaam was?
"Het zal wel de blik van een gepensioneerd man zijn, maar ik zou vooral meer geduld en diplomatie aan de dag proberen te leggen dan ik wel eens gedaan heb. En dat in het bijzonder in de ambtelijke wereld waarin ik de laatste jaren heb mogen werken."

"Vrienden heb ik nooit willen maken in mijn professionele omgeving, maar het is er toch wel min of meer van gekomen"

8. Aan wie met wie je gewerkt hebt in de sportwereld denk je met veel genoegen terug en waarom?
"Met het specifiek noemen van elke naam zou ik minstens een dozijn anderen tekort doen, dus daar begin ik niet aan. Uit de tijd dat ik bondsdirecteur was herinner ik me vooral de prettige, nauwe en gelukkig ook vaak vrolijke contacten met andere bondsdirecteuren. Collega-directeuren begrijpen toch meer van waar je mee bezig bent dan anderen, dat speelde ook een rol. In mijn jaren bij de Dopingautoriteit ontstond zo’n beetje hetzelfde met een groep buitenlandse collega’s waar ik intensief mee optrok, en waar ik met veel plezier op terugkijk. En gedurende alle jaren heb ik gelukkig hele fijne collega’s gehad bij de organisaties waar ik gewerkt heb. Vrienden heb ik nooit willen maken in mijn professionele omgeving, maar het is er toch wel min of meer van gekomen."

XL9TerugblikInsiders-HR-39. Nu je meer van een afstandje naar de sportwereld kijkt, wat valt je dan vooral op wat jou voorheen niet opviel?
"Als directeur en later voorzitter van de Dopingautoriteit bekeek ik de sportwereld al met enige distantie, hoe betrokken ik ook was. Het leiden van een antidopingorganisatie vereist immers meer afstand van de sport dan een bondsdirecteur kan en moet nemen. Nu er aan mijn (professionele) werkzaamheid in de sport een einde is gekomen verdiep ik me minder in de sport, al blijf ik liefhebber. Ik zie dat grote sportevenementen als legitimatie dienen voor zeer onprettige regimes en ik zie maar heel weinig verzet daartegen. Iets blijer word ik van de manier waarop de sport in ieder geval probeert om grensoverschrijdend gedrag aan te pakken. En nog veel blijer word ik van sportevenementen waar niet het winnen maar het meedoen centraal staat, zoals de Gymnaestrade, volgend jaar in Amsterdam! Het bekende olympische motto krijgt volgens mij vooral vorm buiten de Olympische Spelen."

10. Het nieuwe kabinet geeft aan sport en bewegen te willen stimuleren en trekt daar jaarlijks 25 miljoen euro extra voor uit. Waar zou jij - als je het kabinet zou mogen adviseren - de prioriteiten leggen?
"Bij sportstimulering op het lokale niveau. Gemeenten – zeker de grotere – organiseren al heel veel op dit gebied. En sportbonden kunnen daar vaak een mooie rol bij spelen. Maar nog steeds worden grote groepen uit onze samenleving niet of (te) weinig bereikt. Terwijl sportief bewegen van groot maatschappelijk belang is, en – bovenal – een bron van vreugde en plezier. Toen ik zes jaar oud werd ‘mocht ik op judo’ en ik heb daar heel veel van geleerd en aan gehad voor de rest van mijn leven. En dat gun ik iedereen.

"Mijn interesse gaat vooral uit naar posities waar integriteitskwesties aan de orde zijn, en waar ik mijn ervaring op dat gebied kan inzetten"

11. Mogen sportorganisaties jou benaderen met de vraag of je in het bestuur zou willen plaatsnemen? Zo ja, waar gaat je voorkeur naar uit?
"Dat is al gebeurd, want ik zit in het bestuur van de gymnastiekunie, de KNGU. En ik ben momenteel voorzitter van een commissie bij de NTB die een onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag binnen de triatlonsport begeleidt. En het lijkt erop dat er ook nog wel een of twee functies in de antidopingwereld bij komen. Mijn interesse gaat vooral uit naar posities waar integriteitskwesties aan de orde zijn, en waar ik mijn ervaring op dat gebied kan inzetten. Voorlopig heb ik overigens meer dan genoeg te doen, en meer dan één bondsbestuur zou een slechte zaak zijn."

12. Nu je met pensioen bent, heb je meer vrije tijd. Wat doe je liefste: skiën, badmintonnen of schaken?
"Schandelijk genoeg doe ik het geen van drieën (meer). Mijn sportieve activiteiten beperken zich momenteel tot - tamelijk fanatiek - wandelen, fietsen en het zagen en kloven van haardhout. Nu de coronapandemie echt voorbij lijkt te zijn, gaan mijn vrouw en ik weer (sportief) op reis, en het film- en theaterbezoek is alweer bijna op ons oude niveau teruggekeerd, wat betekent 'frequent'. En verder bevallen lege pagina’s in mijn agenda me steeds beter.

XL9TerugblikInsiders-HR-4

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst