Jongeren in sportbesturen
De besturen van sportverenigingen en andere sportorganisaties bestaan nog steeds voornamelijk uit 'oudere' mannen. Vrouwen maar zeker ook jongeren zijn er sterk in de minderheid. Terwijl een divers samengesteld bestuur - op basis van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, ervaring en opleiding - wellicht beter kan inspelen op veranderende sportbehoeftes van (potentiële) leden en daarmee de toekomst beter tegemoet kan treden.
In de rubriek 'De jonge sportbestuurder' komt steeds een jongere aan het woord die de nodige ervaring heeft met bestuurswerk in de sport en andere jongeren wil stimuleren daar op zijn minst ook eens over na te denken. Door te laten zien hoeveel plezier ze eraan beleven maar ook hoeveel meerwaarde hun inbreng heeft voor de vereniging én henzelf. Vandaag in 'De jonge sportbestuurder':
Sietse Manning, voorzitter Rugby Club Groningen.
1. Kan je jezelf kort introduceren?
"Mijn naam is dus Sietse Manning en ik heb het voorrecht om mijzelf voorzitter van Rugby Club Groningen te mogen noemen. Als 28-jarige Tukker ben ik via mijn studie Nederlandse Taal en Cultuur in Groningen beland. Inmiddels woon ik hier. In het dagelijks leven ben ik tekstschrijver en content marketeer, maar in mijn vrije tijd vind je me vaak op of naast het rugbyveld. Het is in mijn ogen de ultieme sport: kracht, behendigheid, snelheid, tactiek, fysiek, mentaal: alle aspecten zijn even belangrijk en kunnen je helpen de wedstrijd te winnen."
"Een bekende Engelsman zei ooit: ‘Football is a gentlemen’s game played by hooligans. Rugby is a hooligan’s game played by gentlemen’. En vooral dat laatste aspect, een stukje respect, spreekt mij zo aan in de sport en bijbehorende cultuur. Het is een sport waar je elkaar 80 minuten het licht uit de ogen tackelt, om daarna wel een biertje en een gemoedelijke (zere) schouderklop te delen. Dat onderlinge respect is voelbaar, waar ter wereld je ook komt."
2. Je bent nu zo'n anderhalf jaar voorzitter van Rugby Club Groningen. Hoe is je benoeming destijds verlopen? Wat was voor jou de reden om tot het bestuur toe te treden?
"'Wanneer je ergens plezier aan beleeft, moet je er iets voor terug doen.' Dat geloof ik al jaren. Ik dacht bij mezelf: 'Ik beleef al vanaf m’n achtste, nu zo’n twintig jaar, plezier aan die sport.' Hoewel ik links-rechts wel eens een commissie had gedaan, dacht ik bij het zien van de vrijkomende vacature: ik solliciteer. Toegegeven, binnen de agenda is het echt wel eens passen en meten, maar ik heb er nog geen dag spijt van gehad."
"Ik mag af en toe op een tafel klimmen om een speech te geven. Eerlijk is eerlijk: het is een deugd om dat te mogen doen"
"Mijn benoeming verliep tamelijk vlekkeloos. Ik wil niet opscheppen, maar op de ALV kreeg ik alle stemmen! Eerlijkheid gebied mij te zeggen: ik was ook de enige kandidaat ;) . Ook bij Rugby Club Groningen komen we erachter dat het vinden van vrijwilligers steeds lastiger is. Maar daarentegen zien we ook dat er ook nog steeds mensen zijn die ziel en zaligheid in een club stoppen. Die mensen houden de club draaiende. En hopelijk volgen sommige mensen hun goede voorbeeld."
3. Welke taken liggen er op jouw bordje als voorzitter van Rugby Club Groningen? Heb je daarbij baat bij je werk als contentmarketeer? En andersom, pas je contentmarketeer dingen toe die je als voorzitter geleerd hebt?
"Als voorzitter ben ik allereerst een algemeen aanspreekpunt voor buiten en binnen. Dus ik onderhoud relaties met andere clubs - in de regio - en ben structureel aanwezig bij de bondsvergaderingen. Ook intern ben ik een aanspreekpunt. Het is prettig om te merken dat veel mensen mij gemakkelijk even bellen of appen wanneer ze ergens tegenaan lopen en hier niet bij iemand anders mee terechtkunnen. En ik mag af en toe op een tafel klimmen om een speech te geven. Eerlijk is eerlijk: het is een deugd om dat te mogen doen. Als tekstschrijver ben ik altijd bezig met teksten (geschreven of gesproken), dus daarin heb ik zeker iets aan mijn werk. Andersom ook. Er gebeurt zo veel binnen een club dat het me onnoemelijk veel leert over mensen, situaties, regelgevingen, hoe overheden (niet) werken, wettelijke verplichtingen en ga zo maar door."
"Een ander aspect is het opstellen en uitvoeren van beleid over meerdere jaren. Dit is een punt waar ik zeker nog dingen te leren heb: hoe zet je nu in werking wat pas over twee jaar volledig ‘up and running’ moet zijn? Hoe krijg je mensen enthousiast om hieraan mee te werken? Hoe zorg je ervoor dat mensen ook energie en tijd in de club leggen? En dat goede ideeën niet verloren gaan in de rompslomp? Dat zijn dingen die ik nooit heb geleerd in boeken, maar die wel heel belangrijk zijn."
"Op een gegeven moment is de magie weg. Je hebt te vaak dezelfde zinnetjes gehoord en je ontdekt iemands maniertjes. Dan is het beter om op zoek te gaan naar een nieuw gezicht, een frisse wind"
4. Hoe ziet de rest van het bestuur er qua samenstelling uit?
"Ons bestuur bestaat uit vijf heren en twee dames. De leeftijdsrange lag tot voor een maand geleden tussen de 27 jaar en 64 jaar. Mooi verdeeld dus! De jongste telg uit het bestuur is er echter mee gestopt, dus nu ben ik met m’n 28 jaar de jongste. We hebben nog een ‘jongeling’, een dame van 30. Dus we mogen onszelf gelukkig rekenen met ook enkele ‘jonge bestuurders’."
"Ben ik dan blij met die ‘jonge’ samenstelling? Ja. Ik kijk bijvoorbeeld met veel bewondering naar Jacinda Ardern. Ongeacht wat je politiek van haar vindt (ik heb geen idee waar ze in het politieke spectrum valt eigenlijk), zie ik wat zo’n frisse wind als premier betekent voor een land als Nieuw-Zeeland. Iedere keer als ik iets van haar zie denk ik: 'Ja, naar jou wil ik wel luisteren'.”
5. Hoe lang denk/hoop je voorzitter van Rugby Club Groningen te blijven?
"Ik hoop dat mijn termijn zo’n twee à drie jaar duurt. Net als een goede trainer eigenlijk bij teamsporten. Wat je merkt bij een trainer: op een gegeven moment is de magie weg. Je hebt te vaak dezelfde zinnetjes gehoord en je ontdekt iemands maniertjes. Dan is het beter voor een team om op zoek te gaan naar een nieuw gezicht, een frisse wind."
"Ik geloof dat dit ook zo werkt voor bestuursfuncties, of in ieder geval voor bestuursfuncties van een persoon die veel in beeld is. Het is zoeken naar de perfecte balans tussen genoeg kunnen doen in een paar jaar, en daarna het momentum behouden en overdragen aan nieuwe, frisse winden die op een later tijdstip met nieuwe bravoure zaken oppakken en veranderen. Dat houdt alles in beweging. Dat is goed. Zoals Joop Munsterman al zei: 'stilstaand water gaat stinken'."
"Voor een sport waar de derde helft minstens zo belangrijk is als de eerste twee - het moment waarop je met je tegenstander napraat over de wedstrijd- is het sluiten van de bar een groot gemis"
6. Welke positie neemt Rugby Club Groningen in het sportlandschap van Nederlandse rugbyverenigingen en dat van Groningse sportverenigingen in?
"We zijn groeiend, zowel in Nederland als in Groningen. Allereerst over rugbyend Nederland: de afgelopen jaren hebben we een onvoorstelbare groei doorgemaakt. De heren zijn in de afgelopen negen jaar driemaal gepromoveerd: van de derde klasse naar de Ereklasse. Het is vleiend om te merken dat andere clubs dit ook serieus nemen en Rugby Club Groningen ook betrekken bij overlegorganen over de Ereklasse. Dat we hierin dus niet als toevallige voorbijganger worden gezien."
"Binnen Groningse sportverenigingen staan we als ‘kleine sport’ nog redelijk onderaan de ladder. We spelen het hoogste rugbyniveau van Nederland maar hebben nog niet hetzelfde aanzien als FC Groningen, Donar, Abiant Lycurgus, GHHC, Nic., GIJS en Keijser Capital Martini Sparks. Dit is logisch. Dat moeten we nog verdienen als club. Wanneer we een paar jaar meedraaien komt hier hopelijk verandering in en gaan mensen de aantrekkelijkheid van rugby als kijksport maar ook als imagosport meer waarderen."
7. Bijna iedere sportvereniging wordt hard geraakt door de coronacrisis. In welke mate geldt dat voor Rugby Club Groningen? Hoe gaat het bestuur de crisis te lijf?
"Voor een sport waar de derde helft minstens zo belangrijk is als de eerste twee - want dit is het moment waarop je gemoedelijk met je tegenstander napraat over de wedstrijd- is natuurlijk het sluiten van de bar een groot gemis. Niet in de laatste plaats qua inkomsten. Tijdens de eerste golf was het betalen van veldhuur opgeschort door de gemeente. Dit was een fijne meevaller."
"Gelukkig hebben we een gezonde financiële huishouding, dus we staan niet direct op omvallen na een minder jaar. We moeten natuurlijk wel nog maar afwachten hoe we ervoor staan en wat er straks mogelijk is… Een belangrijk punt voor ons is het behouden van leden en speelplezier. Binnen de richtlijnen proberen we wel leden te binden en betrokken te houden. En we proberen voor te sorteren op wat er na de coronacrisis komt: uiteindelijk gaan de velden en kantines weer open, dus dan moet alles weer tiptop in orde zijn. Qua faciliteiten, maar ook qua trainersbezetting bijvoorbeeld."
"We proberen ons te blijven voorhouden: het zijn luxeproblemen dat we eigenlijk te veel jeugd hebben rondlopen"
8. Voor welke bestuurlijke uitdaging staat Rugby Club Groningen verder komend jaar?
"Een grote bestuurlijke uitdaging is het intact houden van de jeugdafdelingen. Niet omdat het niet goed gaat, maar omdat het té goed gaat! Afgelopen jaar zijn we eindelijk de magische grens doorgegaan waarbij we meer jeugdleden dan volwassen leden hebben (160+). Dit is goed nieuws natuurlijk, maar we zien dat we aan alle kanten meer trainers nodig hebben."
"Dit laatste is een opgave. Met een relatief kleine begroting kunnen we jeugdtrainers helaas nog niet ruim betalen. Het is dus zoeken naar genoeg gekwalificeerde rugbyers die vooral genoeg mensen weten te enthousiasmeren. Trainers/ouders hebben vaak ook eigen levens, en zien een keertje training geven wel zitten. Maar zodra het structureel wordt, wordt het voor velen een opgave. Dit is een opgave. We proberen ons te blijven voorhouden: het zijn luxeproblemen dat we eigenlijk te veel jeugd hebben rondlopen."
9. Beveel je andere jongeren aan om ook bestuurder te worden?
"Zeker weten. Ik kan hier het veelgehoorde cliché herhalen: het doet ontzettend veel voor je. Het verbreedt je horizon, verrijkt je soft skills, blablabla. Dat is absoluut waar, maar dat was voor mij niet de drijfveer geweest om het te doen. Dit was mijn drijfveer: ik spendeer honderden uren per jaar van mijn zuurverdiende vrije tijd op die club. Omdat ik er oprecht plezier aan beleef. De derde helften, de grapjes met teamgenoten, de overwinningen en de zure verliezen. Ik probeer dit niet voor lief te nemen: het zijn de mensen die ook de randzaken oppakken - of het nu trainers, tappers of bestuurders zijn - die de clubs mogelijk maken. Als je je club een warm hart toedraagt is een bestuursfunctie volgens mij iets dat je een keer moet doen. Omdat je op die manier iets teruggeeft."
10. Wat moet er volgens jou gebeuren om méér jongeren richting bestuur te krijgen?
"Dit is zo lastig. Met het gevaar als oude zuurpruim te klinken, wil ik er toch een ander cliché ingooien: jongeren hebben te veel te doen. Iedere dag moet een Instagram-waardig avontuur zijn met meer vrienden en meer nieuwe impulsen. Iedereen doet drie sporten, speelt vier instrumenten, volgt vijf series en vliegt van hot naar her. Een nieuwe structurele verplichting - zoals een bestuurstaak - past hier niet in. Dit begrijp ik ook."
"Terwijl mijn briljante vriendin carrière kan maken, zie ik het goed voor me dat ik ook binnen mijn eigen gezin een soort ‘voorzitter’ wordt"
"Goed voorbeeld doet goed volgen. Jonge bestuurders moeten niet alleen bij sportverenigingen doorbreken, maar in alle lagen van de samenleving. Uiteindelijk is de kracht van de mens dat er nieuwe inzichten en initiatieven ontstaan waar culturen, levensvisies en mindsets mixen. Juist daar ligt de kracht volgens mij. Dus iedere ‘jongere’ die de handschoen oppakt, is er één in de goede richting."
11. Waar liggen je ambities professioneel gezien? Welke functie of baan zou je (uiteindelijk) willen hebben?
"Mijn ambities liggen bij het vertellen van verhalen. In gesproken en geschreven woord. Als tekstschrijver ben ik dus al aardig op weg richting mijn droombaan! Hiermee blijf ik aan de weg timmeren in de hoop dat ik hier in de toekomst een deel van mijn agenda mee kan vullen."
Maar uiteindelijk de grote ambitie is dat ik huisvader hoop te worden. Terwijl mijn briljante vriendin carrière kan maken, zie ik het goed voor me dat ik ook binnen mijn eigen gezin een soort ‘voorzitter’ wordt: een algemeen aanspreekpunt voor buiten en binnen. En stel dat dit mag gebeuren, dan komt er natuurlijk wel een babyformaat rugbyballetje."
12. Wat hebben we je niet gevraagd maar wil je wel graag vertellen?
"Graag roep ik iets over sfeer! ‘Sfeer’ is ongrijpbaar maar o zo belangrijk voor een club. Zoals je soms een ‘winning mood’ kan hebben in een team, zo kan een club dat ook hebben. Een plek waar mensen graag komen, en waar mensen zich gezien voelen wanneer ze binnenlopen. Een groep waar mensen elkaar positief beïnvloeden."
"Het vervult me met trots dat Groningen door bezoekende teams, maar ook door nieuwe leden, vaak als een ‘warm bad’ wordt omschreven. We staan bekend om ‘Groningse gezelligheid’. Dat is wat mij betreft het grootste compliment dat een club kan krijgen. En het is iets dat niet afhankelijk is van een persoon, maar van iedereen."
"Het vervult me met trots dat Groningen door bezoekende teams, maar ook door nieuwe leden, vaak als een ‘warm bad’ wordt omschreven"