Jongeren in sportbesturen

De besturen van sportverenigingen en andere sportorganisaties bestaan nog steeds voornamelijk uit ‘oudere’ mannen. Vrouwen maar zeker ook jongeren zijn er sterk in de minderheid. Terwijl een divers samengesteld bestuur - op basis van bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, ervaring en opleiding - wellicht beter kan inspelen op veranderende sportbehoeftes van (potentiële) leden en daarmee de toekomst beter tegemoet kan treden. 

In de rubriek ‘De jonge sportbestuurder’ komt steeds een jongere aan het woord die de nodige ervaring heeft met bestuurswerk in de sport en andere jongeren wil stimuleren daar op zijn minst ook eens over na te denken. Door te laten zien hoeveel plezier ze eraan beleven maar ook hoeveel meerwaarde hun inbreng heeft voor de vereniging én henzelf. Vandaag in ‘De jonge sportbestuurder’: Sam van Ling, commercieel directeur van Volleybal Vereniging Utrecht.

1. Kan je jezelf kort introduceren?
“Ik ben Sam van Ling, 32 jaar en ik volleybal al sinds mijn 12de bij VV Utrecht. Na verschillende trainersfuncties, TC-functies en rollen in commissies ben ik inmiddels bijna vier jaar bestuurslid van VV Utrecht.”

2. Welke taken heb je binnen het bestuur van je vereniging?
“Als ‘commercieel directeur’ ben ik verantwoordelijk voor de commerciële activiteiten binnen de vereniging, zoals de sponsorafdeling, organisatie van verschillende evenementen (bedrijventoernooi, relatiedag) en het aanspreken van fondsen. Naast deze activiteiten heb ik ook contact met externe partners zoals andere (top)sportverenigingen en de gemeente. Ook leid ik een projectgroep die de mogelijkheden voor meer zelfbeheer onderzoekt.” 

“Met een groep Utrechtse sportverenigingen, die talentontwikkeling een belangrijke plaats geven, werken we momenteel aan het Utrecht Talent Center: een samenwerkingsverband voor sportoverstijgende uitdagingen waar talenten (en verenigingen) tegenaan lopen. Door deze uitdagingen samen aan te pakken willen we het ecosysteem waar het talent zich in kan ontwikkelen verbeteren.”

3. Legt jouw portefeuille ‘commerciële zaken’ extra druk op jou, aangezien jij mede verantwoordelijk bent voor de financiën?
“Ja en nee. Enerzijds natuurlijk wel, zeker door de huidige sportieve prestaties van ons eerste damesteam. Zij maken een serieuze kans op promotie naar de eredivisie en dat brengt extra kosten met zich mee. Hierdoor zijn meer inkomsten van groot belang. Tegelijkertijd wil ik in elke functie ‘presteren’. De inkomsten vanuit de commerciële afdeling zijn misschien wat zichtbaarder, maar in een andere rol zal ik mijzelf ook druk opleggen.”

4. Hoe ziet de rest van jouw bestuur er uit?
“In tegenstelling tot veel andere sportbesturen hebben wij een erg jong bestuur met vier vrouwen en drie mannen. Daarmee is het ook een aardige afspiegeling van de senioren die competitie spelen. Op onze technisch directeur na zijn de (ouders van) jeugdleden en recreanten zowel in het bestuur als in verschillende commissies nog wat minder vertegenwoordigd.”

5. Opvallend is dat jullie een ‘directeur verbinding’ hebben. Wat doet deze precies?
“De directeur verbinding is vier jaar geleden bij de herstructering van het bestuur en de verschillende commissies in het leven geroepen en is verantwoordelijk voor allerlei verbindende activiteiten. Dit betreft niet alleen de voor de hand liggende feesten, maar bijvoorbeeld ook het vrijwilligersbeleid.”

6. Waar andere verenigingen slechts vier of vijf bestuursleden hebben, hebben jullie er zeven. Is er bewust voor gekozen om de taken op te knippen in kleinere eenheden om het zo per bestuurslid wellicht meer behapbaar te maken?
“Ik weet niet welke andere verenigingen slechts vier of vijf bestuursleden hebben, maar ook de (top)sportverenigingen uit Utrecht waar wij veel contact mee hebben, hebben veelal grotere besturen. Dit heeft wellicht ook te maken met de grootte en ambities van de club. Zelf ben ik niet heel betrokken geweest bij de specifieke achterliggende argumenten van deze keuzes, maar gezien onze activiteiten en verschillende commissies vind ik het vooral een heel logische verdeling en is het al dan niet behapbaar maken niet zozeer een argument.”

7. Hoe lang ben je bestuurslid? En hoe lang denk je het nog te blijven?
“Ik ben momenteel bijna vier jaar bestuurslid en dat betekent dat mijn tweede termijn van twee jaar afloopt. Het is momenteel nog niet helemaal zeker of ik wil gaan voor verlenging, of dat ik wellicht een andere bestuurlijke rol ga vervullen. Enerzijds liggen er nog hele mooie uitdagingen in het verschiet en heeft ‘ervaring’ een toegevoegde waarde, maar aan de andere kant is het ook goed om tijdig te vernieuwen en nieuwe energie aan te trekken.”

8. Wat was voor jou de reden om tot het bestuur toe te treden?
“Ik ben al van jongs af aan heel betrokken in verschillende rollen en ik vind het leuk om iets neer te zetten en om mijzelf te ontwikkelen. Toen ik hier voor werd gevraagd, hoefde ik er niet heel lang over na te denken.”

9. Welke verdere plus- en eventuele minpunten ervaar je als verenigingsbestuurder? 
“Uiteindelijk kost het natuurlijk veel tijd en moet je soms nog best veel operationele zaken regelen, maar doordat wij dat met een hele leuk groep bestuurders (en vrijwilligers) doen, geeft dit juist ook veel energie. Daarnaast is het belangrijk om soms terug te kijken en stil te staan bij hetgeen er allemaal goed is gegaan.”

10. Voor welke bestuurlijke uitdaging sta je vooral in dit jaar?
“Vanuit mijn specifieke rol is de grootste uitdaging momenteel om meer sponsorinkomsten te genereren om de sportieve ambities waar te kunnen maken, zonder dat dit ten koste gaat van de fijne en verbindende club die de afgelopen jaren is opgebouwd.”

11. Beveel je andere jongeren aan om ook bestuurder te worden?
“Ik beveel het ze niet per se aan, dat moet iedereen echt voor zichzelf  beslissen, maar het is denk ik ook een functie waarin je veel kunt leren. Zelf vind ik het heel leuk en heb ik er echt geen seconde spijt van.”

12. Wat moet er volgens jou gebeuren om méér jongeren richting bestuur te krijgen?
“Wij hebben een jong bestuur en daar is eigenlijk niets specifiek bijzonders voor gedaan, binnen de vereniging kijkt ook niemand ervan op. Ik denk wel dat het een stuk makkelijker wordt wanneer je niet de enige jonge bestuurder bent en dat je dit dus minstens met z’n tweeën moet doen. Oudere bestuurders moeten dan ook niet bang zijn voor verandering en/of om jonge bestuurders te vragen voor een bestuursfunctie.”