Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Boeken met Broeke-Item

Op zoek naar... de kracht van sport als beleidsmiddel 15 september 2015

door: Adri Broeke

Achter elk beleid gaan vereenvoudigde beelden van de werkelijkheid schuil. Vensters waarmee we de wereld om ons heen waarnemen en duiden. In de beleidskunde spreekt men van 'frames'. Framing heeft betrekking op het in woorden en beelden beknopt weergeven van een bepaalde zienswijze op een probleem(oplossing). Zo kan een complexe problematiek als zwaarlijvigheid op verschillende manieren 'geframed' worden. Van 'dikke bult, eigen schuld' tot we moeten wetten invoeren die 'een gezonde leefstijl verplicht stellen'. Uiteenlopende beleidframes leiden tot verschillende maatregelen en gevolgen. Regelmatig worden we op allerlei gebied - vaak ongemerkt - beïnvloed door vormen van (re)framing. Zowel in negatieve als in positieve zin.

XL31BoekenmetBroeke-1Begin deze eeuw verwoordde Nelson Mandela met zijn Laureus-toespraak op magistrale wijze het frame dat tegenwoordig aan menig sportbeleid ten grondslag ligt: 'the power of sports'. Volgens die zienswijze geeft sport energie en hoop. Het maakt iemands bestaan meer de moeite waard. Sport verbroedert en verrijkt een samenleving. Het geloof in dit de kracht-van-sport-verhaal lijkt wereldwijd alleen maar sterker en sterker te worden. Zeker bij de roergangers en sportbeleidsmakers in ons land.

De playing captain van Jong Holland voorop
Sinds kort smult een opvallend groot lezerspubliek van door journalisten vlot opgetekende verhalen over het leven van hedendaagse vermeende 'sportsterren'. Daniël Rewijk is het gelukt om op een wetenschappelijk verantwoorde wijze een eveneens lekker weglezende historische sportbiografie te schrijven, over sportlegende Pim Mulier (1865-1954). De geframede grondlegger van de Nederlandse sport. Helaas is mythevorming rond een 'aartsvader' in de geschiedschrijving een bekend verschijnsel. In 'Captain van Jong Holland' wordt de historische betekenis van de persoon 'Muljee' gelukkig gerelativeerd. Het heersende beeld van Pim als de Grote Roerganger, waarin sportbestuurders en journalisten ons lange tijd wilden doen geloven, blijkt nogal overtrokken.

Sport moest volgens Pim Mulier in dienst staan van het versterken van de nationale identiteit en natievorming

Ten tijde van de jonge jaren van burgemeesterszoon Willem Johan Herman Mulier stelde sport in ons land nog niet veel voor. De overheid en het bedrijfsleven vonden het niet de moeite waard. Particulieren daarentegen begonnen zich steeds meer voor sport te interesseren. Voor de jonge heer van stand Mulier bijvoorbeeld was hardlopen, voetballen of schaatsenrijden meer dan een nutteloze 'tijdspasseering'. Tijdens zijn studententijd op diverse (buitenlandse) kostscholen zag hij het al voor zich. Sport moest - net als bij grootmachten als Engeland en Frankrijk - in dienst staan van het versterken van de nationale identiteit en natievorming.

De elite - waartoe Mulier zich zelf ook rekende - diende daartoe het voortouw te nemen. Sport inzetten als redmiddel voor het behoud van onze koloniën door het opvoeren van de volkskracht. In de wedloop met anderen konden we als klein landje het best strijdvaardig maar met zelfbeheersing te werk gaan. Dit alles in de geest van de op de Britse kostscholen gangbare aan sport verbonden games ethic. Heel Jong Holland op het sportveld en daarbuiten voorop in de vaart der volkeren. Met Pim als inspirerende aanvoerder. Net als de Coubertin wilde Pim zich tegenover zijn familie en aristocratische standgenoten via de sport bewijzen. Zo niet als sporter, dan wel als organisator. Volgens Rewijk was de kracht van Pim echter eerder 'inspiratie dan organisatie'.

"Muliers 'beleidsframe' was tamelijk eenvoudig. Maak sport en de bijbehorende wedstrijdethiek populair onder alle lagen van de bevolking"

Zijn bestuurlijke competentie liet behoorlijk te wensen over. Wanneer hij weer eens een vereniging of bond leidde gaf hij binnen een jaar of twee die leiding telkens weer uit handen. Met zijn visieverhaal over de maatschappelijke impact van sportbeoefening wist hij andere beleidsmakers evenwel vaak snel te overtuigen. Muliers 'beleidsframe' was tamelijk eenvoudig. Maak sport en de bijbehorende wedstrijdethiek populair onder alle lagen van de bevolking. Organiseer zoveel mogelijk wedstrijden en competities. Ja, ook de inheemse Elfstedentocht moet een terugkerende heroïsche wedstrijd worden.

Door sport wordt vervolgens op grote schaal de volkskracht versterkt. Dat is goed voor de moraal en de gezondheid van heel het land. Indien we onze nationale identiteit of het behoud van onze overzeese koloniën moeten verdedigen, dan zal de massale sportbeoefening haar maatschappelijke waarde (kunnen) bewijzen.

De stimulering van wedstrijdsport in clubverband
Na de Franse overheersing kwam de liberale burgerij halverwege de Eeuw van de Industrialisatie sterk op. Het was een tijd van emancipatie, groeiende democratisering en een toenemende behoefte aan nationale eenwording. Men wilde af van de stichtelijke en gesloten oude cultuur met godsdienst en kunsten als hoogste goed. De 'Nieuwe Mens' verlangde naar actie, vernieuwing en openheid. Het natuurwetenschappelijk denken en het fysieke bestaan achtte men hier en nu belangrijk.

Mulier leefde in een tijdperk van deze twee botsende culturen. Samen met een aantal tijdgenoten vervulde hij de rol van verspreider van een op Engelse leest geschoeide moderne sportcultuur. Een cultuur waarbij de karaktervormende waarde van de beoefening van wedstrijdsport in competitieverband centraal stond. Hoe meer georganiseerde sportbeoefening hoe beter.

Vanuit deze kijk op de kracht van sport ging pionier Pim voortvarend aan de slag. De toekomst ontwerp je zelf. Mulier had vertrouwen in de nieuwe samenleving. Typerend voor het fin-de-siècle gevoel was hij tegelijkertijd bang voor het uiteenvallen van de vertrouwde, geordende maatschappelijke verhoudingen. Tot zijn vertrek naar Sumatra (1899) stond hij met een soort Janos-kop aan de wieg van de oprichting van diverse sportclubs en bonden. Enerzijds als democratisch en kosmopolitisch ingestelde vernieuwer, anderzijds als behoudzuchtige bewaker van de traditionele op ballotage en feestgedrag berustende studentikoze verenigingscultuur.

Na zijn terugkeer uit Nederlands-Indië was Muliers rol in sportland Nederland uitgespeeld. De Hollandse sportwereld evolueerde razendsnel en voor de verloren zoon Pim waren nog slechts ceremoniële functies beschikbaar. Vooral vanwege zijn charismatische aanzien. In januari 1909 werd weliswaar nog een substantiële bijdrage geleverd. Als demonstratie van nationale eenheid werd op zijn initiatief de inheemse Elfstedentocht als wedstrijd georganiseerd.

"Als de Grote Man die de modernisering van Nederland een flinke impuls gaf door de popularisering van competitiesport ging Pim de sportgeschiedenis in"

Achteraf bezien ontpopte zich tijdens de opkomst van de moderne sport onder de sportautoriteiten en sportjournalisten iets bijzonders: een heuse Mulier-cultus. Sportpionier Pim Mulier werd ook na zijn actieve sportleven bij diverse jubilea en gelegenheden neergezet als de man die met onverzettelijke wilskracht de weerstand tegen sportbeoefening wist te overwinnen. In zijn kronieken en bijdragen als journalist deed hij aan deze heldhaftige beeldvorming - al dan niet onder het pseudoniem Pim Pernel - grif mee. Deze 'kijk-mij-eens'-verhalen gingen een eigen leven leiden. Als de Grote Man die de modernisering van Nederland een flinke impuls gaf door onder meer de popularisering van competitiesport ging Pim de sportgeschiedenis in.

De laatste dertig jaar van z'n leven verschanste Mulier zich achter een wereldvreemde levensstijl. Die moest hem beschutten tegen de opmars van de massacultuur en de ruwe manieren van het (sportende) gewone volk. Hij stortte zich op een nieuwe passie: het verzamelen van antiek glas en tafelzilver. In zijn slotwoord vraagt Rewijk zich af of de zelfbenoemde visionair zich zou herkennen in dit biografisch portret. Dat blijft de vraag. Hoe het ook zij, de sport kreeg eind negentiende eeuw in Nederland een eigen dubbelzinnige identiteit. (Zelf)overschatting en (persoon)verheerlijking maken daar tot op heden onderdeel van uit.

Sportbeoefening als beleidsmiddel
In de loop van de twintigste eeuw worden de maatschappelijke vraagstukken op velerlei gebied omvangrijker en complexer. De lat kwam steeds hoger te liggen. Met wetgeving en goede wil alleen kon de samenleving de problemen niet meer aan. Ter beantwoording van de vraag 'wie krijgt wat en hoe' moest beleid gemaakt worden. Een plannende overheid moest vooruit kijken en met het oog op een maakbare toekomst die plannen 'uitrollen'. De implementatie van het beleid lag in de handen van zowel de overheid, het bedrijfsleven als de gemeenschap van burgers.

Ter ondersteuning werden verscheidene planbureaus en kennisinstituten in het leven geroepen. Sinds WO II onderzoeken beleidswetenschappers intensief de achtergronden, benaderingen, werkwijzen, fasen en aspecten van overheidsbeleid. In ons land houden het Sociaal Cultureel Plan Bureau, het Mulier Instituut en het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen zich in het bijzonder met (beleids)ontwikkeling op sportgebied bezig.

Niet alleen het overheidsbeleid aangaande sport en bewegen, ook (beleids)ontwikkelingen op het gebied van de verenigingssport, de fitnessindustrie, de (semi) professionele prestatiesport en de gezondheidgerelateerde preventiesport worden door hen uitgebreid gevolgd, geanalyseerd en waar nodig van adviezen voorzien. Niet voor niets betitelde men de vorige eeuw als de Eeuw van het Beleid. Kortom, er is al heel veel geschreven over allerlei facetten en aspecten van sport & beleid in ons land. Toch misten de samenstellers van Sportbeleid in Nederland een geschikt boek voor hbo-studenten aan sportopleidingen.

"Is aan sport doen op zichzelf genoeg van waarde en/of is het een voertuig voor het realiseren van andere waardevolle beleidsdoeleinden?"

Wie net als het schrijverstrio - S. Cobussen, E. Puyt & A. van de Ven - kiest voor het definiëren van het begrip sport als 'een (fysieke) activiteit' vraagt zich vroeg of laat af of sportbeoefening in beleidskundig opzicht nu doel of middel is. In dit studieboek blijft men worstelen met deze vraag. Is aan sport doen op zichzelf genoeg van waarde en/of is het een voertuig voor het realiseren van andere waardevolle beleidsdoeleinden?

'Mits zorgvuldig gebruikt, kunnen elementen uit de sport een bijdrage leveren aan respectievelijk een betere gezondheid, een leefbare buurt, minder overgewicht en een betere economische situatie', aldus concluderen de auteurs. Sport wordt dus gelukkig niet als een wondermiddel beschouwd. Hoewel, ook bij hen is het geloof in de positieve kracht van de 'werkzame bestanddelen' van sportieve activiteiten nog altijd groot.

Welke werkzame elementen in de beleidspraktijk daadwerkelijk bruikbaar zijn blijft opmerkelijk genoeg onbesproken. Wellicht een gevolg van het door hen gehanteerde voor beleidsconstructie verkeerde sportconcept? Over de zin en onzin van allerlei sportinterventies is tegenwoordig echt het nodige bekend. Jammer genoeg verzuimen de docentschrijvers deze ontwerpkennis aan hun studentlezers door te geven. De gebruikswaarde van dit studieboek is sowieso beperkt. Als een soort selectief literatuuroverzicht geeft het een versimpeld beeld van het sportbeleid in ons land. Goed om te weten. Welke beleidsframes en welke werkzame principes er aan ten grondslag liggen komen we niet te weten. Geen idee wat studenten er straks bij het vraaggericht construeren van passend sportbeleid in de toekomstige beroepspraktijk mee kunnen.

De vermaatschappelijking van sportontwikkelijking
Sport is uitgegroeid tot een volwaardig maatschappelijk domein. Ooit begonnen als fysieke activiteit van mensen. Inmiddels meer uit de krachten gegroeid dan het oorspronkelijke negentiende-eeuwse tijdverdrijf in clubverband. De huidige sportwereld bestaat uit een omvangrijk, kapitaalkrachtig en complex netwerk van personen, organisaties en samenwerkingsverbanden. Er zijn meerdere schillen aan te onderscheiden.

Rondom de kern van de actieve en passieve sportdeelname bevindt zich de schil van de harde (accommodaties) en zachte (organisaties) infrastructuur. Binnen en tussen deze schillen wordt waarde gecreëerd. Materiële en immateriële waarde. Voor en door mensen in een mengsel van verschillende partijen: overheid, markt en gemeenschap. In cocreatie en wisselende verbanden komt uiteenlopende (publieke & private) waarde tot stand. De aldus opgebouwde vermogens vormen in de overkoepelende schil het kapitaal waarmee zowel binnen als buiten de sportwereld kracht kan worden uitgeoefend op (maatschappelijke) ontwikkelingen. Omgekeerd oefenen de betreffende waardeproducenten invloed uit op de aard en inhoud van de (potentiële) kracht van sport als maatschappelijk verschijnsel. Van bovenaf door privatiseringsprocessen en vormen van zelfredzaamheid. Van onderop via varianten van sociaal ondernemerschap en initiatieven van actieve burgers (bron: NSOB).

XL31BoekenmetBroeke-2Door deze 'vermaatschappelijking' verandert het speelveld op sportgebied voor beleidsmakers ingrijpend. Beleidsprofessionals van morgen hebben behoefte aan een goed boek over netwerksturing en georganiseerde meervoudigheid. Een en ander aangevuld met een actiegericht werkboek over de werking van diverse sportinterventies en de veranderkracht van sport. Hoe kun je een inspirerende visie koppelen aan pragmatisch handelen? Hoe kun je in de beleidspraktijk voortbouwen op wat goed gaat of in beweging is. Een nieuwe publicatie van het lectoraat 'de kracht van sport' waard,
lijkt me zo.

Leestips
- Rewijk, D. (2015). Captain van Jong Holland. Bornmeer.
- Cobussen, S., Puyt, E. & Ven, A. van de (2015). Sportbeleid in Nederland. Bussum: Uitgeverij Coutinho

Adri Broeke (1946) verdiende de kost als bollenpeller, bakkersknecht, gymleraar, beroepsopleider, consultant, lector en als onderzoeker. Op 25 maart 2010 is hij gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift: ‘Professioneel Sportmanagement Vernieuwen’. Zijn favoriete boek is: ‘De A.F.C.’ers’ van J.B. Schuil.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst