Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Boeken met Broeke-Item

Op zoek naar... de transitie van een sporttijdperk (deel 2) 20 februari 2018

door: Adri Broeke

Vroeger of later worden oude denkbeelden en gewoonten ingehaald door nieuwe inzichten en praktijken. Neem de georganiseerde sport. Ten tijde van de tweede industriële revolutie halverwege de 19e eeuw liep ze fier voorop. Vooral de jongeren van gegoede huize met hun vooruitstrevende sportieve levensstijl wezen de weg naar de nieuwe tijd. Daarmee belichaamden ze wat later uitgroeide tot het 'moderne' sportsysteem. Volgens transitiekundigen staan we ook nu weer aan de vooravond van een nieuw tijdperk. De opeenvolgende crises en het toenemende (collectieve) onbehagen van de laatste jaren duiden op naderende grootschalige omwentelingen in allerlei sectoren. Gloort er voor de gevestigde sport binnen afzienbare tijd opnieuw diepgaande verandering aan de horizon? In een tweeluik gaan we op zoek naar de transitie van een sporttijdperk. In deel 1 lieten we ons daarbij inspireren door de denkbeelden van veranderkundige Jan Rotmans. In dit afsluitende deel zoomen we in op werk van journalist en schrijver Bert Wagendorp.

Met een passage over de 'verernstiging' van het spel uit Johan Huizinga's (1872-1945) Homo Ludens, werd journalist en schrijver Bert Wagendorp uitgedaagd een bijdrage te leveren aan de reeks filosofische publicaties van Nieuw licht. Het onlangs verschenen resultaat Vals Spel mag er zijn. Een mooi opgebouwd kritisch betoog over de transitie van de moderne sport naar de 21ste-eeuwse entertainmentindustrie.

Binnen de regels van het spel en de bijbehorende afbakening in tijd en plaats, dient er serieus gespeeld te worden

Voor Huizinga vormt spel de fundering van onze menselijke cultuur. Binnen de regels van het spel en de bijbehorende afbakening in tijd en plaats dient er serieus gespeeld te worden. Dat we in de sport onze oeroude agonale behoefte aan (wed)strijd op een speelse wijze kunnen bevredigen is een geschenk van het 19de-eeuwse Engeland aan de wereld, aldus Huizinga. 

Vals spelen
Wagendorp richt zijn pijlen vooral op de regels die aan het wedstrijdkarakter van sport ten grondslag liggen. Met het oog hierop onderscheidt hij drie soorten vals spel. 

  • Overtreden van wedstrijdregels
    In de eerste plaats is ‘vals spelen’ het overtreden van de afgesproken wedstrijdregels zoals bijvoorbeeld bij 'buitenspel' het geval is. Dergelijk vals spel is inherent aan het spelen van de wedstrijd en brengt de sport als zodanig zeker niet in gevaar. 
  • Niet voldoen aan voorwaardelijke regels
    Daar is eerder sprake van als een sporter niet op de juiste wijze voldoet aan de voorwaardelijke regels voor deelname. Regels ten aanzien van toegestaan materiaalgebruik of dopingregels behoren tot deze categorie. Bij overtreding hiervan staan zwaarder wegende ethische normen en waarden op het spel. 
  • Bestuurlijk-organisatorische regels 
    In de laatste categorie, bestuurlijk-organisatorische regels, gaat het primair om de correcte handhaving van een bepaalde wedstrijd en om voorwaardelijke regels. Ook de toewijzing van grote toernooien of om het binnenhalen van lucratieve sponsor- en televisiecontracten vallen hieronder. Wanneer dit type regels wordt overtreden - zoals bijvoorbeeld bij fraude, corruptie en matchfixing - staat de geloofwaardigheid van sport echt op springen. Volgens Wagendorp maken al die soorten vals spel onlosmakelijk deel uit van de betaalde sport.

Sport als middel
In de loop der tijd heeft de sport ontegenzeggelijk een veelheid aan - niet speleigen - instrumentele doelen op haar schouders gekregen. Ze diende educatieve, nationalistische of gezondheidsbelangen. Ze moest bevolkingsgroepen verheffen en tevens de wereldvrede bevorderen. Het door Huizinga geroemde 'vrijwillige' spelkarakter van sport ging daarmee teloor. 
Zeker de beroepssport kwam meer en meer in dienst te staan van grote financiële belangen. De commercialisering van dat segment van de sportsector heeft in de tweede helft van de vorige eeuw een enorme vlucht genomen. In de profsportindustrie gaan momenteel wereldwijd honderden miljarden om. Internationale sportclubs worden opgekocht door op winst beluste miljardairs. 

De 'verernstiging' van het vrijwillige spel, waar Huizinga vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor waarschuwde, lijkt voltooid

Sport is geen kinderspel meer
De mondiale mediasport wordt op een hoog niveau slim en bedrijfsmatig gerund. De regels van de vrije markt en het neoliberalisme dicteren de ontwikkelingen van die 'nieuwe' sportmultinationals. De oude sportbonden stammen uit een andere tijd. De 'verernstiging' van het vrijwillige spel, waar Huizinga vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voor waarschuwde, lijkt voltooid.

De nieuwe combinatie van mondiale topsport, commercialisme en entertainment kan de negatieve publiciteit die vals spel veroorzaakt, niet gebruiken. Om dat (imago)schaderisico uit te sluiten, wordt door de sportentertainmentindustrie een gesloten, van binnenuit gecontroleerd systeem gevormd. 

De illusie van eerlijkheid
Van vals spel zal voortaan alleen nog bij hoge uitzondering worden vernomen. Niet vanwege de veel strengere naleving van de drie onderscheiden type regels, maar door de eisen van de markt. Om de immense financiële belangen van enkelen te waarborgen, moet in de nieuwe sportwereld de illusie van schoonheid en eerlijkheid in stand gehouden worden.

Maatschappelijke systemen zoals de georganiseerde sport - zo zagen we eerder - worden op termijn minder 'volhoudbaar' en stabiel

De afgelopen decennia deden steeds meer mensen aan - vaak nieuwe vormen van - sport buiten de gevestigde sportbonden en verenigingen om. Ondernemingen, los-vast georganiseerde sportclubjes, evenementenbureaus en (semi-) publieke instellingen verdrongen zoetjesaan de verenigingssport op de ‘doesportmarkt’. Maatschappelijke systemen zoals de georganiseerde sport - zo zagen we eerder - worden op termijn minder 'volhoudbaar' en stabiel. 

De herstart van de georganiseerde sport
De kans op kantelingen neemt dan ook aanzienlijk toe. Zeker wanneer de druk op verandering van binnen- en van buitenuit groter en groter wordt. Ondanks de veelheid aan veranderingen in het na-oorlogse Hollandse sportlandschap, stelde de georganiseerde sport pas een goed jaar geleden een transitieagenda en een heus transitieteam samen. 

'Het verhaal van .... sport' doet verslag van zowel de toekomstvisie als de (voorlopige) bevindingen. Welke omwentelingen in de not for profit sportsector staan ons te wachten?

Kijk op kapitalisme
Niet het gedachtegoed over transitiesturing en verandersleutels van mensen zoals Jan Rotmans, maar de kijk op het kapitalisme van de Amerikaanse hoogleraar economie Shoshana Zuboff diende daarbij als denkkader. Volgens haar is het meer dan honderd jaar oude businessmodel van massaproductie en massaconsumptie niet langer volhoudbaar. 

De hedendaagse consument stelt zijn/haar persoonlijke wensen centraal en wil op grond daarvan op maat bediend worden

Het 21ste-eeuwse kapitalisme bevindt zich inmiddels in een nieuwe fase: die van het 'distributed capitalism'. De hedendaagse consument stelt zijn/haar persoonlijke wensen centraal en wil op grond daarvan op maat bediend worden. Dit nieuwe (sport)business-model zal - als het aan het transitieteam ligt - in het vervolg voor de gehele georganiseerde sport ten voorbeeld dienen.

De sporter van morgen
Ook de sportconsument van morgen wil zelf de regie over het aanbod en de kwaliteit van de diensten houden, eventueel ondersteund door menselijke en/of digitale 'coaches'. De praktische voorstellen en ideeën die het transitieteam vervolgens aan de hand doet, getuigen helaas niet erg van originaliteit. 

Zo wil men net als de commerciële sportscholen het clubaanbod plooien naar de vraag van de klant, met behulp van ‘zoek & boek-apps’ bijvoorbeeld. Met de woordspeling sportify als werktitel wil men ook met digitalisering aan de slag om het verloren marktaandeel weer op te schroeven. Wat daar aan organisatorische veranderingen en (om)leerprocessen voor nodig zijn, blijft onuitgewerkt. 

Als inspiratiebron voor het toekomstbestendig en wendbaarder maken van de Hollandse sportinfrastructuur schiet dit sportverhaal schromelijk tekort

Ingedutte bonden
Om de bonden te 'ontzorgen' wordt onder meer voorgesteld om met shared services op het gebied van personeelszaken e.d. te werken. Hoezo een ingrijpende omwenteling. Het is allemaal een beetje aanpassen en wat optimaliseren geblazen. Business as usual. Niks opschudden van het ingedutte gevestigde bondsregime. Niks extra middelen beschikbaar stellen aan sociale ondernemers om op kleine schaal in co-creatie experimentele start-ups te faciliteren. Geen ambitie om voor jonge mensen het koploperschap in het toekomstige sportlandschap opnieuw te willen vervullen. Niets van dit alles. Als inspiratiebron voor het toekomstbestendig en wendbaarder maken van de Hollandse sportinfrastructuur schiet dit sportverhaal schromelijk tekort.

Deel 1 van dit tweeluik lezen? Klik hier!

Leestips:

  • Rotmans, Jan (2017), Omwenteling. Amsterdam, Antwerpen: Uitgeverij de Arbeiderspers.
  • Wagendorp, Bert (2018). Vals Spel. Amsterdam: Anbo/Anthos
  • Fresh Forward (2017). Het verhaal van .....NL Sport. Hilversum: Fresh Forward.

Adri Broeke (1946) verdiende de kost als bollenpeller, bakkersknecht, gymleraar, beroepsopleider, consultant, lector en als onderzoeker. Op 25 maart 2010 is hij gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift: ‘Professioneel Sportmanagement Vernieuwen’. Zijn favoriete boek is: ‘De A.F.C.’ers’ van J.B. Schuil.

« terug

Reacties: 1

Kees Renzenbrink
20-02-2018

Als econoom komen de termen "aanbod gestuurd" en "vraag gestuurd" in gedachte. Het is niet een kwestie van óf / óf maar de mogelijkheden bestaan uit een heel gamma tussen deze twee uitersten. Mijn constatering is dat het Nederlandse sport "aanbod" van de georganiseerde bonden vrijwel geheel - bijna per definitie - 100% "aanbod gestuurd" is. Wat dat betreft denk ik dat Adri en ondergetekende het eens zijn.

Maar de wereld verandert. En als je niet mee wilt veranderen dan val je uiteindelijk tussen wal en schip, dan vis je achter het net. Dat is de spagaat waarin de (meeste) bonden zich bevinden. Er blijven natuurlijk altijd mensen die zich welbevinden bij het huidige - aanbod gestuurde - sport aanbod. Ik denk dat dit diegenen zijn die aan sport deelnemen omdat bij veel clubs die sport "rond de bierpomp" is georganiseerd. Op zich is daar weinig mis mee. Maar diegenen die het corset van de georganiseerde sport willen afwerpen vinden hun eigen weg, maar dan voornamelijk buiten de georganiseerde sport.

Wat ik wel een "tendentieuze" opmerking van Adri vind is de term "op winst beluste miljardairs". Wat is er mis aan om "miljardair" en "op winst belust" te zijn? Wie wil er geen miljardair zijn? En is miljardair en "op winst belust" niet vrijwel hetzelfde? Hoe word je anders miljardair? Adri, ken jij één miljardiar die niet "op winst belust" is?

De aandeelhouders van deze "internationale sportclubs" vinden het kennelijk niet erg om hun "club" aan deze miljardairs te verkopen. Kennelijk worden ook zij er beter van, of niet? Waarom zouden zij anders hun club verkopen? En vinden de spelers van die clubs het een onoverkomenlijk groot bezwaar? Ook zij vinden het toch geen bezwaar om miljoenen per jaar te incasseren? Dat is toch onderdeel van ons systeem? Wie komt te kort aan deze situatie? Ik denk dat velen die deze situatie bekritiseren wellicht zelf maar al te graag enkele miljoenen per jaar zouden kunnen incasseren. Diegenen die zich het meest vocaal uiten tegen deze situatie en er "schande" van spreken zijn de "supporters". Maar zij zijn veelal te lokaal geinspireerd om buiten hun kleine geografische cirkel te kunnen denken.

Kortom, deze ontwikkelingen zijn kenmerken van "het nieuwe normaal".

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst