Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Boeken met Broeke-Item

Op zoek naar... de voetbalclub van de toekomst 9 mei 2017

door: Adri Broeke

Met de mysterieuze versregel 'De vos weet vele dingen, de egel één belangrijk ding' inspireerde de Griekse dichter-soldaat Archilochus (680-645 v. Chr.) menigeen. Nog altijd wordt het gebruikt om wezenlijke verschillen aan te duiden. Tussen mensen of organisaties bijvoorbeeld. De vos-achtigen typeert men dan als slim en flexibel. Om te overleven zijn ze opportunistisch en streven ze vaak tegelijkertijd meerdere doelen na. Egels daarentegen gaan aanzienlijk simpeler hun gang. Veelal rechtlijnig vooruit. Waggelend op zoek naar voedsel. Bij gevaar beschikken ze over slechts één - overigens verbluffend effectieve - kwaliteit: je snel oprollen. Zijn de kwaliteiten van de egel en de vos in de voetballerij met elkaar te verenigen?

De Traditionele Club heeft haar beste tijd gehad. Na bijna twintig jaar onderzoek- en advieswerk is Frank van Eekeren er zeker van. De naar binnen gekeerde 'voor de leden, door de leden'-sportorganisatie is aan revisie toe. Interne en externe betrokkenen zijn veeleisender geworden. Anders dan voorheen wil men waar(de) voor hun geld. De voetballerij loopt wat dit betreft voorop. Menig bestuurder of manager van zowel profclubs als amateurverenigingen vraagt zich in gemoede af hoe in hemelsnaam aan die verschillende eisen en wensen tegemoet te komen.

Deze verzuchting vormde het startpunt voor het schrijven van een vuistdik proefschrift: de Waarde(n) volle Club. Van Eekeren zoekt daarin uit hoe toekomstige voetbalorganisaties zich kunnen richten op het realiseren van meer dan louter sportieve waarden. 

"Van de ruim 3.000 voetbalclubs in ons land zijn nog lang niet alle capabel om meerdere waarden tegelijkertijd en in samenhang in de praktijk te brengen"

XL16BoekenBroeke-1In het bijzonder is Van Eekeren op zoek naar praktisch bruikbare vuistregels om als voetbalclub op een verantwoorde wijze maatschappelijke problemen helpen op te lossen. In de praktijk blijken dit soort voetbalgerelateerde publieke activiteiten zeer divers van aard. Van streven naar minder overgewicht bij bevolkingsgroepen, het verbeteren van de leefbaarheid in woonwijken tot het bestrijden van HIV/Aids in bepaalde ontwikkelingslanden. 

Een profvoetbalclub als PSV bijvoorbeeld richt zich met haar 'goede doelen'-activiteiten op vele doelgroepen waaronder blinden, daklozen, zieke kinderen, psychiatrische patiënten en jongeren uit achterstandswijken. Over jongleren met waardenoriëntaties gesproken. Van de ruim drieduizend voetbalclubs in ons land zijn nog lang niet alle capabel om meerdere waarden tegelijkertijd en in samenhang in de praktijk te brengen. Het 'voor wat hoort wat'-principe is - sinds de traditionele vereniging op haar retour is - binnen het clubverband geslopen. In dit proefschrift wordt uitvoerig uit de doeken gedaan hoe met dit nieuwe 'speelveld' om kan worden gegaan.

Nieuwe organisatievormen voor het clubvoetbal
In de loop der jaren heeft de auteur als contractonderzoeker heel wat empirisch materiaal verzameld over zogeheten sportplus-activiteiten op voetbalgebied. Op basis van die bevindingen worden in deze dissertatie drie typen organisaties ontworpen. Organisatiemodellen waarmee op onderscheidende manieren meervoudige waardecreatie beoogd wordt.

"Bij de Zakelijke Club is voor publieke waardecreatie alleen ruimte als het bijdraagt aan het verhogen van de inkomsten"

Allereerst worden de 'ideale' kenmerken van de Zakelijke Club gepresenteerd. Binnen dit type organisatie ziet men voetbal als een 'product' dat in de markt gezet moet worden. Daartoe dient de club geleid te worden door professioneel management. Financieel-economische waarde maatstaven zijn leidend. Men streeft naar een zo hoog mogelijk 'return on investment'. Sportieve doeleinden zijn nevengeschikt aan de zakelijke belangen. Voor publieke waardecreatie is alleen ruimte als het bijdraagt aan het verhogen van de inkomsten.

Het tweede ideaalmodel wordt gevormd door de Open Club. De clubleiding bestaat nu uit al dan niet bezoldigde believers in de maatschappelijke kracht van de voetbalsport. Ze laten zich inspireren door maatschappelijke vraagstukken en zien voetbal als een 'instrument' waarmee publieke waarden gecreëerd kunnen worden. Zowel het sportaanbod, de accommodaties als het personeel worden met het oog hierop ingezet. Naast voetbal worden voor niet-leden (buurtbewoners, schoolgaande jeugd, vrijwilligers) eveneens andersoortige activiteiten gefaciliteerd en georganiseerd. Het opbouwen van sociaal-cultureel kapitaal is van even grote waarde als de plaats op de ranglijst in de voetbalcompetitie. 

Derde model: de Waardenvolle Club
In een pure vorm komen deze club-modellen niet voor. Het zijn abstracte gedachtenconstructies. Aan beide 'ideaaltypen' kleven bij nadere analyse de nodige bezwaren. Respectievelijk de zakelijke en de maatschappelijke waarden worden te veel verabsoluteerd. De waardecreatie staat los van de historisch gegroeide identiteit en kernwaarden van de Eigen Weltlichkeit die voetbalsportclubs kenmerken. In het laatste hoofdstuk wordt daarom een verbeterd derde model gepresenteerd dat recht doet aan de visie op voetbal als 'waardencreator'. Als bouwstenen voor deze (vos-achtige?) Waardenvolle Club gelden:

  • De voetbalclub is een zinvol samenwerkingsverband van mensen met als gemeenschappelijk doel een bijdrage leveren aan een betere (lokale) samenleving.
  • Uitgangspunt daarbij zijn de historisch gegroeide identiteit (wie zijn wij?) en de kernwaarden (waarvoor staan we?) van de betreffende waarden gemeenschap. In termen van het communitarisme gaat het hier om een doelgerichte 'praktijk' rondom georganiseerde voetbalactiviteiten.
  • Voetbalgerelateerde activiteiten (trainingen, clinics, wedstrijden, stadionbezoek, coaching en dergelijke) zijn leidend voor de invulling van meervoudige waardencreatie. Alle vier waarden (sportief, zakelijk, cultureel en publiek) zijn daarbij van belang. Per situatie kan verschillen welke vorm van waardecreatie extra aandacht krijgt of niet.
  • De clubleiding zorgt voor de verbinding tussen de kernwaarden, de direct bij de 'praktijk' betrokkenen en het netwerk van maatschappelijke partners. Zij brengen bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken met name de specifieke clubgebonden voetbalkennis en aantrekkingskracht in. Samen met betrokken belanghebbenden worden regelmatig valuecases opgesteld naar de opbrengsten op de vier onderscheiden waarden oriëntaties.

In zijn nabeschouwing over het daadwerkelijk in de praktijk brengen van zijn Waardenvolle Club concept verzucht Van Eekeren: 'lang niet alle bestuurders en managers beschikken over de vaardigheden die nodig zijn om op de gewenste manier te handelen'. Om zijn boodschap in de voetbalwereld alsnog goed door te laten dringen gaat hij de komende jaren al schrijvend, al bloggend, al discussiërend en congresserend de boer op. In al die contacten en momenten van de waarheid wordt pas het definitieve oordeel geveld over de (meer)waarde van dit proefschrift, denkt hij. Ik wens hem vanaf deze plaats succes.

"Coachen en persoonlijk gecoacht worden is de nieuwe feedbacksystematiek. Hard op de resultaten en hart voor de menselijke maat"

Handreikingen voor de toekomstige clubmanager 
De wereld van de (top)sport zal steeds harder, technologisch sneller en meedogenlozer worden. Resultaten tellen. Meten is weten. Coachen en persoonlijk gecoacht worden is de nieuwe feedbacksystematiek. Hard op de resultaten en hart voor de menselijke maat. Het op de juiste wijze coachen en leiden van mensen is zowel in de topsport als in de samenleving van morgen één van de grootste uitdagingen, aldus Toon Gerbrands.

'De kracht van een boek is het effect wat de inhoud met de lezer doet'. Met deze Loesje-achtige doordenker opent de succesvolle topsportmanager zijn nieuwe publicatie 'Mijn Stijl'. Het boek staat vol met dit soort stellingen en/of tegeltjeswijsheden. Aan het eind worden ze alle negentig in top-10 lijstjes op een rij gezet. Je moet ervan houden. In dit alweer zesde boekwerk zet hij zich onnodig fel af tegen populaire managementgoeroe's en (verander)managementboeken. Aan wetenschappelijke onderbouwing en adequate bronvermelding zegt de belezen practicus eveneens geen boodschap te hebben. Van de geboren Fries zijn we zo'n negatieve insteek niet gewend.

Gek genoeg strooit hij zelf in zijn veertien hoofdstukken tekst - naar eigen zeggen wel zeven! meer dan de bestseller van goeroe Stephen Covey - om de haverklap met bekende namen uit de sport- en de managementliteratuur. Een aantal thema's is in boekwerken van zijn hand al eerder bij de kop genomen. Kwesties aangaande presteren onder druk, coachen van talent, leiding geven in een topsportomgeving en samenwerken als team bijvoorbeeld komen in 'Mijn Stijl' in wat andere vorm terug. Wat dit betreft worden niet veel nieuwe inzichten toegevoegd aan het bestaande kennisarsenaal op het gebied van management en leiderschap in sportorganisaties. 

"Het is in de profsport de kunst om de juiste balans te vinden tussen het managen als een bedrijf en tegelijk besturen als een club"

Zoeken naar juiste balans
De invulling van bekende managementconcepten en principes krijgen door de persoonlijke verhalen van de huidige PSV-directeur wel een meer sportspecifieke 'gebruikswaarde'. Het is in de profsport de kunst om de juiste balans te vinden tussen het managen als een bedrijf (de zakelijke kant) en tegelijk besturen als een club (de emotie en betrokkenheid van iedereen). Dat is maar voor weinigen weggelegd, meent de auteur. Vragen als: op welke wijze kan de leiding het verschil maken in een clubcontext die qua media-aandacht te vergelijken is met 'een multinational in noodweer'? passeren helaas slechts anekdotisch de revue. 

Zijn handreikingen zijn dit keer het meest informatief als het over toekomstige ontwikkelingen gaat. Hoe ga je om met een nieuwe generatie spelers die op hun achttiende al op topniveau presteert en in de schijnwerpers staat? Gerbrands heeft zich de laatste tijd kunnen verdiepen in de kwaliteiten van hedendaagse Y- en Z-generatie . De jeugd van tegenwoordig lijkt mondiger, vroeger zelfstandig en zelfredzamer dan ooit. De behoefte aan structuur, veiligheid en authentiek leiderschap is echter in zijn ogen nog volop aanwezig. 

Op sportief gebied zijn de komende spelersgroepen volgens hem gegarandeerd sterker, sneller en vooral ook langer. Ze hebben een hoger niveau van vaardigheden en besteden opvallend veel aandacht aan hun uiterlijk. Gekleurde schoenen, speciale kapsels, gepimpte auto's, tattoo's en wat al niet meer hoort bij het uiterlijk vertoon. Achter menig tattoo gaat echter vaak een indrukwekkend verhaal schuil. Oordeel daarom niet te snel. 

"De kleedkamer van de toekomst is een moderne technologisch hoogstaande presentatiezaal"

Fast forward: de profclub van morgen
Met het toekomstige clubvoetbal zit het volgens Toon wel snor. De kernactiviteiten van de betaald voetbalorganisaties in ons land spelen zich straks nog voornamelijk af rondom het opleiden van getalenteerde spelers. Het speelveld en het trainingscomplex functioneren dan als een soort sportlab's. De kleedkamer van de toekomst is een moderne technologisch hoogstaande presentatiezaal. Naast gespecialiseerde toptrainers/-coaches ontwikkelen zich binnen het clubvoetbal nieuwe functies als community manager, lifestyle begeleider en performance manager. Professionele jeugdsporters maken onderdeel uit van een integraal opleidingsprogramma. 

Regulier onderwijs, continue monitoring van fysieke en medische gegevens, mentale training, financiële planning, media coaching en 'healthy ageing' behoren tot het voor hen op maat gesneden loopbaanontwikkelingstraject. De roep om spektakel en een hoger gehalte aan entertainment zal in het profvoetbal alleen maar toenemen. In de toekomst transformeren de multifunctionele sportarena's tot voor publiek toegankelijke tv-studio's. 

Naar het voorbeeld van de professionele basketbalorganisatie in de USA verandert het huidige competitieformat in een gesloten systeem. Promotie, degradatie en gelijkspel worden afgeschaft. De Nederlandse voetbalclub van de toekomst zal met haar opleidingsprogramma's, expertise, professionaliteit en organisatiegraad grensoverschrijdend een toonaangevende rol spelen. Internationale (top)successen zullen bij de mannenteams slechts incidenteel voorkomen. 

XL16BoekenBroeke-2Het vrouwenvoetbal daarentegen zal een grote opmars meemaken. Ik vermoed mede omdat aan het winnende kick ass-spel en de aanstaande EK-prestaties van onze Oranje Leeuwinnen onbewust het succesvolle Egel-principe van 'Good to Great ' management goeroe Jim Collins ten grondslag ligt.

Leestips:

  • Eekeren, F. van (2016). De Waarde(n)volle Club. Nieuwegein: Arko Sports Media
  • Gerbrands, T. (2017). Mijn Stijl. Voetbal Inside/RTL Nederland: Overamstel uitgevers bv.
  • Collins, J. (2006). Good to Great. Amsterdam: Business Contact Uitgeverij

Adri Broeke (1946) verdiende de kost als bollenpeller, bakkersknecht, gymleraar, beroepsopleider, consultant, lector en als onderzoeker. Op 25 maart 2010 is hij gepromoveerd. De titel van zijn proefschrift: ‘Professioneel Sportmanagement Vernieuwen’. Zijn favoriete boek is: ‘De A.F.C.’ers’ van J.B. Schuil.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst