Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Wensen & Voornemens 2017-Item

David Endt 12 januari 2017

DavidEndt300De Prix Dhorasoo
Champions Leaguevoetbal. De stadions dragen de kleuren van de organisator. Rondom wapperen de vlaggen van diezelfde kleur. Sterrengeflonker. Een bombastische hymne begeleidt de voetballers die schrijdend als gladiatoren het veld betreden. Keer op keer fascinerend. Op de reclamering staat tussen de namen en logo’s van de sponsors op strategische plekken RESPECT. De aanvoerders zijn verplicht door UEFA aangereikte banden te dragen met daarop het woord RESPECT. Op de linkermouwen staat in UEFAblauw het woord RESPECT. Het dragen daarvan is geen verzoek maar een verplichting. 

Welbeschouwd is het een mondiale schande dat racisme en het ontbreken van respect nog bestaat. Het adverteren met ‘RESPECT’ is politiek correct, of het uitdragen van de boodschap via het dragen van een aanvoerdersband effect heeft, is de vraag. En de vraag stellen is hem Im Frage stellen. Want het gaat om praktiserend respect, verantwoordelijkheid nemen, je persoonlijkheid en karakter laten spreken. Vooral op momenten waarop de keuze onder spanning komt te staan. Op het veld en daarbuiten. 

"Echte sportiviteit, uitvloeisel van de diepere betekenis van respect, is een uitzondering"

De onkreukbare UEFA verplicht haar onderdanen het dragen van de aanvoerdersband, plaatst tussen de commerciële mededelingen af en toe het woord 'RESPECT' en veinst daarmee verantwoordelijkheid. Ondertussen escaleert het respectloze. Op het veld en daarbuiten. Een speler elleboogt een collega knock-out en komt, na de aanvankelijke ontkenningsreflex, er mee weg wanneer hij verklaart dat hij nu eenmaal gezegend is met een onvoorwaardelijke wil om te winnen. Publiek gaat zich op alle mogelijke manieren te buiten aan respectloos gedrag. Vernedering en kwetsen is binnen en buiten de lijnen een vast element. Voor de verre van onkreukbare UEFA is het voeren van de kreet RESPECT niet meer dan een alibi. Echte sportiviteit, uitvloeisel van de diepere betekenis van respect, is een uitzondering.

Het geroep staat ver verwijderd van de daad. 

In mijn vele jaren dicht bij het (mondiale) topvoetbal, maakte ik slechts een enkele keer mee dat in het heetst van de strijd een waarlijke daad van respect werd verricht. Helaas werd die daad niet door één van ons, Ajax, verricht, dat zou mij met trots hebben vervuld. Het gebeurde wel in een wedstrijd waar Ajax bij betrokken was. 

September 2002, Champions League, Ajax – Olympique Lyonnais. Drie minuten extra tijd bij de stand 2-1. Wij spelen met tien, Olympique met elf en we staan al een poos onder grote druk. 2-2 is dichtbij. Een Ajacied raakt geblesseerd terwijl Olympique een doelpuntrijpe aanval opzet. Vikash Dhorasoo heeft links voorin de bal. De rood-witte noodklok luidt. Maar in plaats van de aanval verder gestalte te geven, bedenkt Dhorasoo zich, hij speelt de bal over de zijlijn. Uit sportiviteit, respect, zodat de geblesseerde Ajacied geholpen kan worden. Zo’n daad, waarin het eigenbelang het verliest van het zuivere geweten, is even uniek als werkelijk heldhaftig. Het maakte grote indruk op mij. Op een cruciaal moment maakte Dhorasoo de kreet, die te vaak een holle frase is, waar: respect. 

"Ik pleit binnen het enorme aanbod voetbalafhankelijk nieuws voor een Prix Dhorasoo"

Vrijwel niemand had het na de wedstrijd over deze nobele en ook moedige geste. Het is veelzeggend dat die nergens werd opgevoerd als een daad van waarlijk respect, echte sportiviteit. Terwijl het een perfect voorbeeld was van praktiserend respect, van hoe het, ook op topniveau vol opgefokte belangen, wél kan.

Dus pleit ik binnen het enorme aanbod voetbalafhankelijk nieuws voor een Prix Dhorasoo. Een programma waarin wekelijks het element respect en sportiviteit wordt besproken, voorbeelden van respect op het en rond het veld worden getoond. Het belang van daadwerkelijk respect wordt onderbouwd en onderstreept. Respect, hoe vanzelfsprekend het ook hoort te zijn, wordt beloond en als voorbeeld aan de jeugd wordt gepresenteerd. Met wat mij betreft een wekelijkse prijs voor de meest respectvolle daad van de voetbalweek. 

Dan komt de term los van de holle frase die het nu, als tekst op de boarding, als woord op de mouw van het shirt, als verplicht gedragen kreet op een aanvoerdersband, is.

David Endt is columnist van Het Parool en auteur van boeken zoals ’Wenen van geluk’, ‘De godenzonen van Ajax’, ‘Route 32’, ‘Twintig brieven aan Frank Rijkaard en één brief terug’, ‘Ajax-Zielen’, ‘De schaduwen van San Siro’, en ‘Mijn Inter’. Endt is groot liefhebber van Italiaans voetbal en was een leven lang verbonden aan Ajax. Hij kwam er op zijn zeventiende als jeugdspeler binnen, haalde de selectie, maar stond vanwege een blessure nooit in het eerste elftal. In 1979 keerde hij bij de club terug als redacteur van het programma- en clubblad. Vanuit die rol groeide hij door van perschef in 1993, tot teammanager in 1997. Na de door Johan Cruijff geïnitieerde 'fluwelen revolutie' kwam er in 2013 een abrupt eind aan het dienstverband bij Ajax. 

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst