door: Jurryt van de Vooren / Sportgeschiedenis.nl
In zijn woonplaats Aalst is vorige week Adri Moons overleden. In 1950 was
hij Nederlands kampioen marathon. “Ik had een andere sport moeten kiezen”, zei
hij in 2005.
Moons werd in 1917 geboren in een boerenfamilie in
het Utrechtse Harmelen, waar niemand van sport hield. Hij deed daarom onder een
andere naam mee als veldloper om thuis een pak slaag te voorkomen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleef hij in Duitsland, in Mönchengladbach.
“De lange afstand leerde ik daar kennen. Met een anti-nazi (!) liep ik de 25
kilometer. Daarna was ik wel heel erg stijf. ’s Avonds had ik een afspraakje met
een meisje, waarna ik de laatste tram miste. Moest ik met mijn stijve spieren
nog naar huis lopen ook.” Op wat stijve spieren na kwam Moons goed door de
oorlog, waarna hij verhuisde naar Eindhoven.
Hier werd hij lid van PSV om zich te specialiseren in de marathon. In 1950
won hij in Rotterdam de nationale titel, waarbij hij op het laatst zo’n grote
voorsprong had dat hij onderweg nog even wat kon drinken.
Het Dagblad voor Amersfoort schreef hierover: ‘Fris als een hoentje kwam
Moons de sintelbaan op en het klaterende applaus van de naar schatting
vijfduizend toeschouwers droeg hem als het ware naar de eindstreep.’
Eerlijkheidshalve moet hierbij gezegd worden dat de kampioen van 1949, Joop
Overdijk, op medisch advies niet startte. Er zijn overigens filmbeelden van die
wedstrijd, maar die zijn helaas nog niet gescand.
Koukleum
Behalve een gouden medaille kreeg Moons voor
zijn marathontitel een dubbele Winkler Prins Atlas. In 2005 zei hij bij Langs de
Lijn: “Die heb ik nog steeds staan. Ik kijk er wel nooit meer in, maar dat
was natuurlijk een vorstelijke prijs.”
Pas na het winnen van dit kampioenschap kwam Moons erachter dat de marathon
niets voor hem was, omdat die te veel lichamelijke problemen opleverde. Rond
1960 stapte hij daarom over naar het schaatsen en wielrennen. Hier liep hij
tegen een nieuw probleem op: hij was een koukleum. Door deze kouvrees was Moons
wel van ver te herkennen: hij schaatste, liep of fietste altijd met lange
mouwen. Maar ja, een schaatser die niet tegen kou kan, zal het niet ver
schoppen.
Toch bleef hij tot op hoge leeftijd bijzonder actief met fietsen, wandelen en
schaatsen. Zijn kinderen verboden hem uiteindelijk om meer dan honderd kilometer
per dag te fietsen. Drie jaar geleden moest hij toch ophouden nadat hij van de
fiets was gevallen. Moons is 91 jaar geworden.
Kijk voor meer historische atletiekberichten op
Sportgeschiedenis.nl:
- Het verzetsverleden van atleet Henri Hugo
Geul
- Oude filmbeelden van Chris Berger
- Oud-atlete Jo Dalmolen overleden