door: Jurryt van de Vooren / Sportgeschiedenis.nl
Frank van Kolfschooten heeft een biografie geschreven over
sportbestuurder Karel Lotsy. Voetballer Dirk Lotsy was zijn achterneef, maar kon
Karel wel schieten.
Dirk Lotsy werd geboren op 3 juli 1882 en
voetbalde bij DFC uit Dordrecht. Hij kwam tien keer uit voor het Nederlands
Elftal, waaronder in de eerste officiële interland. Lotsy is dus één van de elf
Nederlandse oerinternationals.
In 1912 mocht hij met Oranje naar Stockholm naar de Olympische Spelen. Na een
nederlaag tegen Denemarken was zijn ploeg uitgeschakeld voor de finale. ‘Wij
verloren van Denemarken,’ treurde Lotsy, ‘onze ploeg was tegen het forsche
Deensche spel te licht, toch hadden wij in dien tijd ook wel een elftal met
sterkere kerels in het veld kunnen brengen en zou het resultaat, als de
elftalcommissie daarmede rekening had gehouden, zeker anders geweest
zijn.’
De bronzen plak werd met de grootst mogelijke overtuiging gewonnen in een
interland tegen Finland. Sterker: er werden die dag twee records gebroken. Ten
eerste werd met 9-0 gewonnen, wat tot vandaag een recordzege van het Nederlands
Elftal is. Verder scoorde Jan Vos vijf keer in die pot, en ook dat is nog nooit
verbeterd door een Nederlands international.
En zo bezat de familie Lotsy sinds die wedstrijd drie Olympische medailles,
want broers Geert en Paul hadden op de Spelen van 1900 in Parijs al zilver
gewonnen bij het roeien. En dan was er dus nog een sportieve achterneef, maar
daarvan wilde Dirk niets weten.
De klagende schrijver
Lotsy wilde trouwens van meer
dingen niets weten, leren we uit zijn vele voetbalcolumns. In 1930 verscheen een
verzameling van deze artikelen in het boek Oude voetbalgedachten. Hij
klaagde hierin onder meer over de jeugd van begin jaren twintig, die zou zijn
verloederd door de Eerste Wereldoorlog. De jongeren dachten te zelfstandig en
waren laks en energieloos. Bovenal waren ze zedeloos: ‘Tegenwoordig wordt de
clubavond of clubbijeenkomst louter als feest bedoeld, waarbij het aantal dames
even groot is als dat der jongens en heeren, dansen is den hoofdzaak.’
In zijn jonge jaren, dus rond de eeuwwisseling, ging dat allemaal toch veel
beter in de sportkantines: ‘De speltheorie werd besproken, er werd gedamd en
gepingpongd, piano gespeeld en soms voorgedragen. Dames hadden geen
toegang.’
En dan zat ook Karel hem verschrikkelijk dwars. Hierover schreef hij in 1959
een persoonlijke brief aan zijn achterneef van maar liefst negen kantjes lang.
Van Kolfschooten heeft deze klaagzang teruggevonden.
Zo lezen we dat Dirk boos was, omdat Karel een oorkonde had gekregen van de
KNVB vanwege zijn voorzitterschap van deze bond. Volkomen belachelijk, aldus
Dirk: ‘Bij de uitreiking van het metaal heb je met stokkende stem gezegd dat
je niet begreep waaraan je dit verdiend had, dit was de waarheid, het zij je tot
troost dat niemand der aanwezigen dit begrepen heeft. Onthoud goed, geen van de
lintjes van jou hebben waarde.’
Helaas voor Dirk werd Karel meteen erna benoemd tot voorzitter van de
Nederlandse Sport Federatie: ‘Ik had zo gehoopt nu je toch eenmaal bij de
bond weg was dat er wat rust zou komen over de naam Lotsy.’
Zes jaar later zou Dirk eindelijk rust vinden, want op 27 maart 1965 stierf
deze oerinternational.
Kijk voor meer historische voetbalberichten op
Sportgeschiedenis.nl:
- De val van volksheld Karel Lotsy
- Vergeten sporthelden: Dirk Lotsy
- De Nederlandse haka