Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Sportdesk Ernst & Young-Item

Kunnen verenigingen die een kantine of sportcomplex willen (ver)bouwen een aanzienlijke BTW-besparing realiseren? 16 september 2008

Als uw vereniging van plan is om een sportcomplex te gaan (ver)bouwen, zal er BTW moeten worden betaald over de bouwkosten. Deze BTW is voor de vereniging doorgaans niet aftrekbaar. De BTW verhoogt dus de totale kosten van de (ver)bouw(ing). Aan de hand van twee verschillende scenario’s wordt echter laten zien hoe deze BTW mogelijk toch teruggevraagd kan worden.

- Scenario 1: de kantine
In het eerste scenario gaan wij uit van een sportvereniging die een kantine wenst te (ver)bouwen. Jaarlijks wordt door de vereniging een kantineomzet gerealiseerd van € 50.000. Over de verkopen in de kantine wordt geen BTW afgedragen (toepassing van de zogeheten kantineregeling). De (ver)bouwkosten van de kantine bedragen € 100.000 (ex BTW).

De hoofdprestaties van de sportvereniging (haar leden in de gelegenheid stellen sport te beoefenen) zijn vrijgesteld van BTW. Dat houdt in dat zij geen BTW behoeft af te dragen over de contributie-inkomsten. Hier staat tegenover dat zij de voorbelasting niet in aftrek kan brengen. Bedragen de gerealiseerde kantineontvangsten per jaar niet meer dan € 68.067, dan is goedgekeurd dat de vereniging geen BTW afdraagt. Dit brengt echter met zich mee dat de BTW op de inkopen en kosten niet aftrekbaar is. Bedragen de kantineontvangsten meer dan € 68.067, dan zijn deze belast.

Indien een vereniging een kantine (ver)bouwt, wordt haar over de bouwkosten 19% BTW in rekening gebracht. In het bovenstaande voorbeeld zou dit € 19.000 zijn. Omdat de vereniging geen BTW-belaste prestaties verricht, mag zij deze BTW niet in aftrek brengen. Dit betekent een last van € 19.000 BTW voor de vereniging. Door niet (langer) gebruik te maken van de kantineregeling, zijn de verkopen in de kantine belast met BTW. Hier staat tegenover dat de vereniging recht heeft op aftrek van BTW op kosten en investeringen. Ook de € 19.000 BTW op de bouwkosten is terugvorderbaar.

Wij merken op dat als een vereniging er eenmaal voor heeft gekozen de kantineregeling niet meer toe te passen, zij naderhand geen beroep meer kan doen op deze regeling. Goedgekeurd is dat indien de kantine in de BTW-heffing wordt betrokken, BTW over de totale kantineomzet wordt voldaan naar een forfaitair vastgesteld percentage van (thans) 11%. (de omzet aan eten en drinken, met inbegrip van tabaksartikelen en de exploitatie van speelautomaten, etc.)

- Scenario 2: sportcomplex
In het tweede scenario gaan wij uit van een sportvereniging die een sportcomplex wil bouwen. De bouwkosten van dit sportcomplex bedragen € 1.000.000 (ex BTW). De BTW op deze bouwkosten bedraagt € 190.000. De BTW op de bouwkosten van het sportcomplex ad € 190.000 kan door de vereniging niet in aftrek worden gebracht.

Als de vereniging een nevenstichting (die geheel los staat van de vereniging) opricht die de bouw en ook de exploitatie van het sportcomplex gaat realiseren, kan deze BTW-druk mogelijk worden beperkt. Op basis van een speciale regeling is het gelegenheid bieden tot sportbeoefening in een accommodatie belast met 6% BTW. De aan de exploitant in rekening gebrachte BTW, dus ook de BTW over de bouwkosten van het sportcomplex, kan in aftrek worden gebracht. De stichting moet - om te kunnen spreken van gelegenheid geven tot sportbeoefening - naast de terbeschikkingstelling van het sportcomplex aan de sportvereniging, aanvullende dienstverlening verrichten gericht op de sportbeoefening. Hierbij kan worden gedacht aan het houden van toezicht op de sportbeoefening, het beschikbaar stellen van sanitaire voorzieningen (kleedkamers, douches en toiletten), onderhoud van de accommodatie en het verhuren/ter beschikking stellen van roerende (sport)materialen. De exploitatie van het sportcomplex door de stichting dient dus een reëel karakter te hebben.

Indien de nieuw opgerichte nevenstichting gelegenheid geeft tot sportbeoefening aan de sportvereniging, dient zij over de gebruiksvergoeding 6% BTW in rekening te brengen. (Deze BTW is voor de vereniging uiteraard niet verrekenbaar.) Hier staat tegenover dat alle BTW op de kosten en investeringen - dus ook de € 190.000 BTW op de bouwkosten - in aftrek kan worden gebracht. Per saldo kan de stichting hierdoor een (forse) BTW-teruggave realiseren.

Tot slot
Wij hebben aan de hand van het bovenstaande duidelijk proberen te maken dat verenigingen die plannen hebben een kantine of een sportcomplex te (ver)bouwen, vooraf goed na moeten denken over gevolgen voor de BTW. Indien een en ander goed wordt gestructureerd, zou een aanzienlijke BTW-besparing kunnen worden gerealiseerd. Wellicht dat deze besparing zelfs het verschil kan betekenen tussen het wel en niet doorgaan van een (ver)bouw(ing)!

Wij willen er echter op wijzen dat een dergelijke opzet zeer kritisch wordt getoetst door de Belastingdienst. Wij raden dan ook met klem aan een en ander eerst met een specialist door te nemen en op voorhand af te stemmen met de Belastingdienst. Op deze wijze komt uw vereniging c.q. de stichting achteraf niet voor verassingen te staan.

Heeft u zelf een vraag?
Mailt u uw vraag dan aan goedbezig@nl.ey.com. NB: uitsluitend kennisvragen worden door Ernst & Young gratis behandeld. Voor complexe adviesvraagstukken geldt dat doorgaans niet.

Voor meer informatie: Matthijs Heeres, Matthijs.heeres@nl.ey.com of 06-3006 1946.
Postadres: Sportdesk Ernst & Young, Postbus 488, 3000 AL Rotterdam

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst