Het is mogelijk voor organisatoren van sportevenementen om prijzengeld uit te
keren aan sporters die geen winst uit onderneming genieten. Maar dit kan wel
consequenties hebben voor de inhoudingsplicht van loonheffingen. De organisator
van een sportevenement in Nederland kan namelijk hoofdelijk aansprakelijk worden
gesteld voor de verschuldigde loonheffingen. Indien het evenement in Nederland
is georganiseerd, kan het prijzengeld van een niet-zelfstandige topsporter
onderworpen zijn aan de heffing van Nederlandse loon- en/of inkomstenbelasting.
Dit geldt voor zowel de in Nederland als de in het buitenland wonende sporter.
De organisator dient na te gaan of de arbeidsverhouding met de sporters is aan
te merken als zogenoemde (fictieve) dienstbetrekking. Mocht blijken dat er
sprake is van een (fictieve)dienstbetrekking dan is de organisator
inhoudingsplichtig voor de loonheffingen, moet zij een loonadministratie voeren
en op de prijzengelden aan de sporters loonheffingen inhouden en afdragen aan de
Belastingdienst.
Hierna zullen wij uiteenzetten op welke wijze een organisator moet toetsen of
er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking. Een dergelijke toetsing is erg
feitelijk van aard.
(Fictieve) Diensbetrekking
Een ‘echte’ dienstbetrekking wordt
aanwezig geacht wanneer alle hiervoor vereiste elementen aanwezig zijn, te
weten:
- er is sprake van een gezagsverhouding tussen de sporters en de
organisator van het evenement;
- de organisator betaalt de sporters loon
(=gage); en
- de sporters verrichten de werkzaamheden persoonlijk.
Wanneer geen sprake is van een ‘echte’ dienstbetrekking omdat één van de
hiervoor vereiste elementen ontbreekt, dan kan er mogelijk sprake zijn van een
‘fictieve’ dienstbetrekking tussen de organisator en de sporters. Hierna zullen
wij de in de praktijk veel voorkomende variant van de fictieve dienstbetrekking,
‘de gelijkgesteldenregeling’, nader uitwerken. Er is sprake van een
gelijkgestelde wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- de
arbeidsverhouding/overeenkomst wordt aangegaan voor ten minste één maand;
én
- de sporters werken doorgaans op ten minste twee dagen per week, ongeacht
het aantal uren per dag; én
- de vergoeding bedraagt ten minste 40% van het
wettelijk brutominimumloon; én
-de sporters verrichten de werkzaamheden
persoonlijk.
Wanneer sporters in dienstbetrekking werkzaam zijn voor een organisator,
heeft dit tot gevolg dat de organisator inhoudingsplichtig is.
Wanneer een organisator tot de conclusie komt dat de sporters op grond van
het vorenstaande in (fictieve) dienstbetrekking werkzaam is, heeft dit tot
gevolg dat de organisator inhoudingsplichtig is. De organisator zal zich in dit
geval moeten melden bij de Belastingdienst en maandelijks loonheffingen moeten
inhouden en afdragen. Hiertoe moet de organisator een loonadministratie
aanleggen en in beginsel maandelijks elektronisch aangifte doen bij de
Belastingdienst. Daarnaast rusten op de organisator verplichtingen als:
- een
loonstaat aanleggen;
- een eerstedagsmelding voor de sporters doen;
-
gegevens van de sporters opvragen welke van belang kunnen zijn voor de heffing
van loonheffingen;
- identiteit van de sporters vaststellen en een kopie
identiteitsbewijs (geen rijbewijs!) bewaren;
- jaaropgaaf aan de sporters
verstrekken.
Als door de organisator is vastgesteld dat er sprake is van een (fictieve)
dienstbetrekking, betekent dit in beginsel dat het gehele honorarium loon vormt.
Een uitzondering hierop vormen de kosten welke binnen de fiscaal hieraan
gestelde regels onbelast vergoed mogen worden. De plicht tot het voeren van een
loonadministratie vloeit rechtstreeks voort uit de Wet. De plicht tot het voeren
van een loonadministratie kan dan ook niet voorkomen worden door het opnemen van
een passage in het contract met de sporters waarin wordt overeengekomen dat zij
de inkomsten dienen te verantwoorden in hun aangifte inkomstenbelasting. Wanneer
de inhoudingsplicht ontbreekt, is er geen plicht tot het voeren van een
loonadministratie.
Verklaring Arbeidsrelatie (VAR)
De hiervoor beschreven
inhoudingsplicht geldt niet wanneer de organisator beschikt over een afschrift
van een juiste en geldige verklaring arbeidsrelatie (VAR). Op het moment dat een
sporter een verklaring Winst uit Onderneming of een verklaring DGA overlegt, kan
inhouding van loonheffingen en het voeren van een loonadministratie achterwege
blijven. Een dergelijke verklaring wordt door de Belastingdienst over het
algemeen alleen afgegeven aan sporters die beroepsmatig voor meerdere
opdrachtgevers actief zijn. Voorwaarde is dat de organisatie een kopie van het
paspoort en een kopie van de VAR in de administratie bewaart en de werkzaamheden
op de VAR overeenstemmen met de werkzaamheden die worden verricht. Verder dient
de verklaring geldig te zijn ten tijde van het verrichten van de
werkzaamheden.
Indien de sporters geen verklaring Winst uit Onderneming of DGA kunnen
overleggen en hun werkzaamheden voor de organisatie niet verrichten uit hoofde
van een dienstbetrekking, zal het volgende in acht moeten worden genomen. Zoals
hierboven beschreven, moet dan worden beoordeeld of de organisatie loonheffingen
moet inhouden en afdragen over de beloning en daarmee verplicht is tot het
voeren van een loonadministratie.
Omzetbelasting
Het land waar het sportevenement wordt
georganiseerd is bepalend voor de vaststelling van de plaats van dienst voor
BTW-doeleinden. Alleen indien het evenement in Nederland plaatsvindt, kan indien
bijvoorbeeld prijzengeld wordt uitgekeerd, de plaats van dienst Nederland zijn,
waardoor sprake kan zijn van heffing van Nederlandse BTW. Indien het evenement
in het buitenland wordt georganiseerd, is de plaats van dienst niet in Nederland
gelegen, waardoor geen Nederlandse BTW is verschuldigd.
Indien de organisator prijzengeld uitkeert verricht zij geen prestatie in het
economische verkeer, waardoor zij zelf geen Nederlandse BTW is verschuldigd over
de prijzengelden. Indien een sporter echter prijzengelden ontvangt van de
organisator, verricht de sporter echter een prestatie aan de organisator. De
sporter moet hiervoor een factuur uitreiken aan de organisatie. Of de sporter
hierover daadwerkelijk BTW verschuldigd is, zal afhankelijk zijn van de status
van de sporter. Indien de sporter kwalificeert als ondernemer voor
BTW-doeleinden, zal hij verplicht zijn om BTW te berekenen over het prijzengeld.
De organisator kan op zijn beurt, voorzover recht op aftrek van voorbelasting
bestaat, de BTW die drukt op de factuur, als voorbelasting in aftrek brengen.
Volgens de wet is een ondernemer in de zin van de Omzetbelasting ‘een ieder
die een bedrijf zelfstandig uitoefent’. Indien een sporter niet kwalificeert als
ondernemer voor BTW-doeleinden en het prijzengeld echt incidenteel van aard is
hoeft de sporter geen factuur, vermeerderd met BTW uit te reiken.
Ondernemer
De sporter kwalificeert als ondernemer voor
BTW-doeleinden wanneer de volgende vereiste elementen aanwezig zijn, te
weten:
- de topsporter beschikt over een bedrijf. Het begrip ‘bedrijf’ dient
ruim te worden opgevat;
- een winstoogmerk is niet vereist;
- vereist is
dat prestaties worden geleverd waar een vergoeding tegenover staat;
- de
prestaties moeten meer dan incidenteel worden verricht.
Indien de sporter als ondernemer kan worden aangemerkt, zal over de
prijzengelden BTW moeten worden berekend. Het tarief dat van toepassing is op de
prijzengelden bedraagt 19% Nederlandse BTW, voorzover de plaats van dienst
Nederland is. De BTW is verschuldigd door de sporter op het moment dat de
prestatie wordt verricht, maar uiterlijk op het moment waarop de factuur wordt
uitgereikt. De factuur moet uiterlijk worden uitgereikt voor de vijftiende van
de maand volgend op de maand, waarin de prestatie is verricht.
Resumé
Wanneer een organisator aan sporters prijzengeld betaalt,
moet zij op grond van de hiervoor opgenomen regels toetsen of er sprake is van
een (fictieve)dienstbetrekking. Mocht dit het geval zijn, dan moet de
organisator op de prijzengelden loonheffingen inhouden en afdragen aan de
Belastingdienst. Daarnaast moet aan verschillende andere voorwaarden voldaan
worden, waaronder het voeren van een loonadministratie. Zodra er sprake is van
inhoudingsplicht is de organisatie verplicht een loonadministratie te voeren.
Deze werkzaamheden kunnen eventueel uitbesteed worden aan een
salarisservicebureau.
Alleen als het sportevenement wordt georganiseerd in Nederland, kan sprake
zijn van heffing van Nederlandse BTW. De organisator is zelf niet Nederlandse
BTW verschuldigd over de prijzengelden. De sporter zal een factuur moeten
uitreiken aan de organisatie, waarin hij BTW zal moeten berekenen over het
prijzengeld indien de sporter kwalificeert als ondernemer voor BTW-doeleinden.
Het tarief dat van toepassing is op de prijzengelden bedraagt 19% Nederlandse
BTW. De factuur moet uiterlijk worden uitgereikt voor de vijftiende van de maand
volgend op de maand, waarin de prestatie is verricht.
Heeft u zelf een vraag?
Mailt u uw vraag dan aan goedbezig@nl.ey.com. NB: uitsluitend
kennisvragen worden door Ernst & Young gratis behandeld. Voor complexe
adviesvraagstukken geldt dat doorgaans niet.
Voor meer informatie: Matthijs Heeres, Matthijs.heeres@nl.ey.com
of 06-3006 1946.
Postadres: Sportdesk Ernst & Young, Postbus 488, 3000 AL
Rotterdam