door: Paul Kok
Op 2 december behandelt de vaste commissie voor Volksgezondheid en Sport in de Tweede Kamer het onderdeel ‘Sport en Bewegen’ van de begroting van VWS 2020 en aanverwante zaken. De 14 fracties hebben bij elkaar 144 minuten spreektijd om deze begroting te bespreken en te amenderen. Dat sport en bewegen apart besproken wordt, is opmerkelijk omdat op het totaal van de uitgaven van het ministerie in deze begrotingsstaat de paragraaf Sport en Bewegen (artikel 6, want de begroting wordt een wet), sport en bewegen slechts 0,002% deel uit maakt. En er dan toch uitgebreid over praten.
De departementale begrotingsstaat Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2020 en daarbinnen het deel Sport en Bewegen van de Rijksoverheid is misschien wel een graadmeter voor de ernst van dit onderwerp voor de overheid en voor de politiek. Welke rol ziet de overheid voor zichzelf als het om sport en bewegen gaat? Hoe gaat de overheid met de sport om? Hoe belangrijk is de sport eigenlijk als het om de overheid en de politiek gaat? En is de wisselwerking tussen sport en overheid goed te noemen?
"Sport maakt 2,3% deel uit van de totale begrotingsstaat"
Het is natuurlijk fraai dat de naam Sport in de naam ven een ministerie voorkomt, maar wat heeft dat te betekenen? De departementale begrotingsstaat Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2020 besteedt 9 pagina’s van de 385 pagina’s aan Sport in artikel 6 van de begroting (pagina 121 tot en met 130). De geraamde uitgaven voor sport en bewegen komen op 436,2 mln. en de inkomsten op 700.000 euro. De totale begrotingsstaat voor volksgezondheid, welzijn en sport komt op ruim 19 mrd. euro uit. Dus sport maakt 2,3% deel uit van de totale begrotingsstaat. Overigens staat in het overzicht van verdeling van de posten op de Rijksbegroting 82,2 mrd. vermeld als kosten ‘Zorg’. Sport wordt daarin niet apart vermeld.
Scoren met sport
Er is sprake van een discrepantie. Weinig geld te verdelen en toch betrekkelijk veel landelijke politieke aandacht. Er wringt hier iets.
De politieke belangstelling heeft te maken met het succes van de sport. De grote aantallen sporters en bewegers, de enorme aantallen vrijwilligers die hun tijd daarin steken. De 25.000 sportverenigingen. Het markante internationale succes gezien de kleine omvang van ons land. En de positie van de sport in de Nederlandse samenleving, met miljoenen deelnemers. Dat succes noopt de politiek tot serieuze aandacht. En die gaat verder dan de op zich te prijzen motie van het kamerlid Diertens (D66) om in 2027 het WK Vrouwenvoetbal naar Nederland te halen.
Orde op zaken stellen bij de Rijksoverheid
Er moet meer visie komen en de daad bij het woord. Dat zou moeten beginnen met orde op zaken stellen bij de Rijksoverheid zelf als het om de sport gaat. De begroting die nu voorligt doet te weinig.
Eerder al heb ik een manifest op Sport Knowhow XL gepubliceerd, waarin wordt aangegeven wat de politiek en de sport te doen staat om het succes te borgen. Ik herhaal de voorgestelde actiepunten en bepleit aandacht hiervoor in de landelijke politiek:
1. Stel vast dat Nederland het sportland bij uitstek, een sportieve samenleving is en maak dit onderdeel van het brede nationale en internationale rijksoverheidsbeleid.
2. Erken dat vooral de factor 'spel' van groot belang is voor een gezonde samenleving en dat de sportvereniging daarvoor een van de belangrijkste platforms is.
"Maak een overkoepelende sportwet waarin de sport haar maatschappelijke taak uitoefent als Dienst van Algemeen Economisch Belang via een Kaderwet Sport"
3. Draag actief bij aan de structurele inbedding van de unieke bonds- en verenigingsstructuur van de Nederlandse sport. En verschaf structureel de middelen om de sportinfrastructuur in stand te houden, zoals onderwijs en zorg dat ook kennen.
4. Maak daartoe een overkoepelende sportwet waarin de sport haar maatschappelijke taak uitoefent als Dienst van Algemeen Economisch Belang via een Kaderwet Sport.
5. Stel vast dat Overheidsdoelstellingen behaald worden met sportbonden en sportverenigingen. Controleer op beleid, prestaties en geld.
Paul Kok (1956) is associate director bij Hill+Knowlton Strategies en directeur van Communications Strategies. Motief voor de sportsector is verbetering van de woordvoering, die over het algemeen heel slecht is. Motto: Je moet schieten, anders kan je niet scoren. Voor meer informatie: paul.kok@hkstrategies.com of communicationsstrategies@kpnmail.nl.