Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Nieuwsberichten-Item

Wetenschap ontwikkelt softwarepakket voor voetbalanalyses 27 juni 2013

door: Leo Aquina | 27 juni 2013

Voetbalclubs die de grootte van het veld wekelijks aanpassen afhankelijk van de tegenstander. Het klinkt raar, maar misschien is het over tien jaar de gewoonste zaak van de wereld. De Groningse hoogleraar Koen Lemmink ontwikkelde in samenwerking met onder meer InnoSportNL, Inmotio en AZ een softwarepakket om voetbal tactisch te analyseren. “Er wordt al langer gekeken naar cijfers, maar in het verleden ging het vooral over fysieke zaken. Onze software is juist bedoeld om tactische analyses te maken”, aldus Lemmink. “Op basis van zogenaamde ‘positiedata’ van alle spelers in het veld kunnen coaches analyseren welke parameters invloed hebben op spelgedrag.”

Lemmink is aan de Rijksuniversiteit van Groningen (Bewegingswetenschappen) al sinds 2006 bezig met wedstrijdanalyses in teamsporten. “Wat individuele spelers met een bal doen, wordt al heel lang geanalyseerd. Dat is het ouderwetse turven. Mede dankzij de ontwikkeling van de technologie kunnen we de laatste jaren ook de positie van alle spelers in het veld in beeld brengen en dan bekijk je het hele proces in tijd en ruimte.”

De beschikbaarheid van dit type informatie leidde tot het idee om software te ontwikkelen voor tactische analyses. InnoSportNL was geïnteresseerd en bracht een aantal partijen bij elkaar. Het consortium bestond naast InnoSportNL en de Rijksuniversiteit Groningen uit AZ, Inmotio Object Tracking BV, Triple-IT en Invictus Sport Performance Management.

Parameters
“We hebben coaches gevraagd wat zij nu eigenlijk willen weten als ze wedstrijden analyseren en daaruit hebben we een lijst met tien parameters gedestilleerd”, aldus Lemmink. “Een voorbeeld is ‘druk zetten’. Het is nog best lastig om dat goed te definiëren. Wat versta je eronder? Spelers moeten dichter op hun tegenstanders staan, maar hoeveel dichter? En welke spelers moeten dat doen en welke niet? Op al dat soort vragen moesten we goed antwoorden formuleren. Dat moeten we kunnen uitdrukken in de x- en y-coördinaten van de spelers in de tijdslijn en de positie van de bal. Andere parameters zijn bijvoorbeeld afspeelmogelijkheden en tactische begrippen als ‘knijpen’ en ‘kantelen’.” Met de software kunnen coaches inzicht krijgen in de manier waarop hun ploeg in een wedstrijd opdrachten heeft uitgevoerd en wat de effecten van tactische ingrepen waren.

Video’s en sensoren
Voor het verzamelen van positiedata zijn twee methoden. De data kan worden verzameld aan de hand van videobeelden of alle spelers kunnen worden voorzien van sensoren waarmee hun positie in tijd en ruimte in kaart wordt gebracht. Beide systemen hebben voor- en nadelen. Lemmink: “Voordeel van video is dat je het tijdens de echte wedstrijd kunt doen bij beide teams en de spelers hebben er geen last van. Nadeel is dat je een geavanceerd camerasysteem nodig hebt waarover de clubs in de Eredivisie niet beschikken. In Engeland beschikken de meeste clubs wel over een dergelijk systeem. Het dragen van sensoren door de spelers heeft als voordeel dat het heel nauwkeurige data oplevert, maar het mag niet tijdens wedstrijden en je wilt de spelers er ook niet mee lastigvallen. Maar de techniek gaat heel snel en waarschijnlijk is het al snel mogelijk om dergelijke technieken bijvoorbeeld in schoenen, scheenbeschermers of shirts te integreren waardoor de spelers er geen last van hebben.”

In Amerika wordt in verschillende sporten ook veel gewerkt aan de analyse van spelsystemen. Hebben Lemmink en zijn mensen daar nog iets van opgestoken? “We kijken zeker ook naar andere sporten. Maar de meeste van die Amerikaanse sporten kenmerken zich door vaste patronen die relatief eenvoudiger zijn te analyseren. Zelf hebben we bijvoorbeeld ook naar handbal gekeken. Dat is ten opzichte van voetbal ook een sport die zich meer kenmerkt door vaste patronen. Er zijn verschillende aanvalssystemen die je goed in kaart kunt brengen. Voetbal is in dat opzicht lastiger. Het is een complexer spel met 22 spelers en oneindig veel tactische variaties.”

Oranje
Wanneer wordt de ontwikkelde software daadwerkelijk in praktijk gebracht? “Er is veel belangstelling voor van clubs uit de Eredivisie”, vertelt Lemmink. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van technologische ontwikkelingen in het voetbal. Lemminks voormalige collega Wouter Frencken - wiens promotieonderzoek deels binnen het gezamenlijke traject met InnoSportNL viel - werkt tegenwoordig voor FC Groningen, waar hij de opgedane kennis in de praktijk brengt. Er is een grote kans dat ook Louis van Gaal zijn voordeel gaat doen met de software. Lemmink: “Bij het onderzoek waren ook inspanningsfysioloog Jos van Dijk en video-expert Max Reckers uit de huidige staf van het Nederlands Elftal betrokken.”

Nieuwe kennis
“De ontwikkelde software kan coaches helpen bij hun werk, maar ook de wetenschap heeft er voordeel bij. “Het is nadrukkelijk de bedoeling van InnoSportNL om ervoor te zorgen dat meerdere partijen profiteren van een dergelijk project. In dit geval profiteert de sport, maar een bedrijf als Inmotio kan het tot een commercieel succes maken en voor wetenschappers komen er zinvolle publicaties uit voort. Ik heb bijvoorbeeld collega’s die zich bezighouden met netwerktheorieën en die beschouwen de spelsystemen vanuit die invalshoek. Dat levert nieuwe kennis op.”

Lemmink werkt op dit moment alweer aan een vervolgtraject met clubs en de KNVB: “Trainers willen tactische patronen kunnen trainen in kleine partijvormen, daarom werken we nu aan analysemethoden voor 4x4-spelvormen. We zien daarbij bijvoorbeeld dat de dynamiek van het spel wordt beïnvloed door bijvoorbeeld de grootte van het veld. Opmerkelijk is dat als je de lengte van het veld aanpast, de spelers ook in de breedte anders bewegen ten opzichte van elkaar. Misschien zijn er wel vaste verhoudingen waarin spelers in de lengte en de breedte ten opzichte van elkaar bewegen. Naar dat soort inzichten zijn we voortdurend op zoek.”
« terug

Reacties: 2

-
27-06-2013
Vanuit de wetenschap gedacht is dit natuurlijk zeer interessante materie. De transfer naar de praktijk moet vervolgens gemaakt worden.Nieuwe trainingsvormen kunnen op basis hiervan betere resultaten laten zien. De vraag die aan de orde is; welke invloed gaan deze nieuwe inzichten hebben op het gedrag van spelers. Een kritische succesfactor in de topsport. Martin van Straaten CODE sportcoachdevelopment
Maikel stokkel
22-12-2014

Uitstekend

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst