door: Babette Dessing | 11 februari
In Nederland heeft 43 procent tussen de 18 en 64 jaar ooit last gehad van een psychische aandoening. Schokkend? Dat zeker, maar er is ook goed nieuws. Uit onderzoek van NEMESIS blijkt dat sporters minder vaak kans hebben om een psychische stoornis te ontwikkelen dan niet-sporters. De uitkomsten ondersteunen het overheidsbeleid om sporten te stimuleren.
Iedereen weet dat bewegen goed is voor de lichamelijke gezondheid, maar heeft sporten ook een positief effect op het psychische gestel van mensen? Uit het onderzoek van het Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study (NEMESIS) naar de stand van de geestelijke gezondheid in Nederland bij volwassen tussen 18 en 64 jaar, blijkt dat mensen die sporten liefst vijftig procent minder kans hebben op psychische stoornissen, zoals depressies en fobieën. Het onderzoek toont dus aan dat sporten een grote invloed heeft op de psychische gezondheid.
Sporten draagt ook bij aan sneller herstel
Niet alleen hebben sporters minder kans op een psychische stoornis, maar ook de kans om ooit een angst- en stemmingsstoornis te krijgen is kleiner. Bovendien draagt regelmatig sporten bij aan een sneller herstel. Zo zijn sporters die al een psychische stoornis hebben na drie jaar anderhalf keer vaker hersteld van hun ziekte dan mensen met een psychische stoornis die niet sporten. “Overigens is méér sporten niet per se beter voor de psychische gezondheid. Het is al voldoende om bovenstaande effecten te bereiken met één tot drie uur per week actief sporten. We hebben hierbij niet gemeten of ook de intensiviteit van het sporten invloed heeft” , aldus Margreet ten Have, projectleider van NEMESIS.
Het NEMESIS-onderzoek is in opdracht van het ministerie van VWS uitgevoerd door het Trimbos-instituut. Voor dit onderzoek werden vijfduizend volwassenen tussen 1996 en 1999 drie jaar lang gevolgd. Ten Have vertelt dat het jarenlang duurt om de resultaten uit te werken, maar dat de uitkomsten van het onderzoek absoluut niet gedateerd zijn. “De relatie tussen sport en de psychische gezondheid verandert niet snel. Maar als je bijvoorbeeld onderzoek zou doen naar hoeveel uur per week volwassenen sporten dan kan dat wel over de tijd verschillen. Met het onderzoeken van verbanden is dit echter doorgaans niet het geval. De resultaten zijn daarom zeker niet achterhaald.”
Onderzoek uniek door meerdere meetmomenten
Ten Have legt uit dat er bij de studie met opzet gekozen is voor mondelinge interviews. “Met schriftelijke enquêtes zou de respons een stuk minder zijn geweest. Bovendien zouden mensen mogelijk onvolledige vragenlijsten invullen of minder uitgebreid antwoorden. Tijdens een persoonlijk gesprek is de vragenlijst een stuk aangenamer te beantwoorden en is de respons veel hoger.”
Volgens de wetenschapper is het onderzoek uniek, omdat mensen voor een lange periode werden gevolgd en er zodoende meerdere meetmomenten zijn geweest. “Zo kunnen we het beloop van psychische stoornissen volgen en met grotere zekerheid stellen dat sporten invloed heeft op de psychische gezondheid. In het verleden is er wel onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen sport en gezondheid, maar doordat er daar vaak maar één meetmoment was, zijn er geen langdurige verbanden te trekken en dat kan nu dus wel”, aldus Ten Have.
Uitkomsten ondersteunen overheidsbeleid
De NEMESIS-studie ‘Sporten en psychische gezondheid’ is eind januari aangeboden aan minister Klink van VWS. Hij was volgens Ten Have erg geïnteresseerd in de studie. “Onze uitkomsten ondersteunen het overheidsbeleid om sporten te stimuleren. Maar het is aan het ministerie zelf om er invulling aan te geven. Mogelijk kunnen de resultaten bijdragen aan een eerste preventieactie. Zo zouden huisartsen en de GGZ mensen met psychische klachten kunnen aanzetten om de stap naar meer bewegen te nemen. Een klein beetje sporten is immers al voldoende.”
Volgens haar is meer onderzoek naar de relatie tussen sporten en de psychische gezondheid van belang om nog meer verbanden te kunnen trekken. Daarom is op dit moment de eerste meeting voor NEMESIS-2 afgerond. Ten Have: “In deze studie doen we weer drie metingen, maar deze zijn verspreid over een periode van negen jaar. Aan de eerste meeting (november 2007 tot juli 2009) hebben 6.646 personen deelgenomen en de eerste resultaten uit dit rapport worden eind deze maand bekend gemaakt. De tweede meeting gaat dit najaar van start en zal duren tot 2012.”
Voor meer informatie: www.nemesis.gfk.nl