Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Enquete voorzitter NOC*NSF-Item

Wie is de gedroomde opvolger van Erica Terpstra?! 24 november 2009

door: Peter Hopstaken | 24 november 2009

Er is massaal gehoor gegeven aan de oproep van Sport Knowhow XL om mee te doen aan een enquête met het doel na te gaan wie de zakelijke sportwereld de meest geschikte opvolger van Erica Terpstra vindt als voorzitter van NOC*NSF. Binnen een week na verspreiding van de oproep namen liefst 768 personen de moeite om de online enquête in te vullen.

Het enthousiasme en de betrokkenheid van de zakelijke sportwereld bij het thema ‘opvolging Erica Terpstra’ bleek niet alleen uit de hoge respons, maar ook uit de grote hoeveelheid opmerkingen die de respondenten hebben gemaakt bij de vragen uit de enquête die daarvoor de ruimte boden. Alleen al die opmerkingen zijn de moeite van nadere studie en analyse waard. Ze zeggen namelijk veel over de perceptie van de zakelijke sportwereld op de manier waarop de sport in Nederland bestuurlijk geleid zou moeten worden en de rol van sportkoepel NOC*NSF daarbij in het bijzonder. Ook interessant was de grote hoeveelheid potentiële voorzitters die genoemd werden buiten de twintig personen waaruit gekozen kon worden.

Onderzoeksverslag in twee delen
Sport Knowhow XL presenteert de uitkomsten van de enquête naar de opvolging van Erica Terpstra in twee delen. In deze eerste aflevering volgen onder andere meningen van respondenten over de gewenste beschikbaarheid van de nieuwe voorzitter alsmede over de vraag of hij/zij wel of niet betaald zou moeten worden. Ook komt aan de orde wat de belangrijkste opdracht wordt voor de nieuwe voorzitter alsmede wat zijn/haar belangrijkste kwaliteit zou moeten zijn, althans in de ogen van de respondenten. En wie zou nu die nieuwe NOC*NSF-voorzitter moeten worden?! Aan de hand van de voorkeuren van de deelnemers is een top twintig samengesteld. Deze week maken we de nummers zes tot en met vijftien bekend. Er blijven dus tien namen over voor de top vijf en de plaatsen zestien tot en met twintig.

Beschrijving samenstelling respondenten
Bijna de helft (47%) van de deelnemers aan de enquête is bestuurslid of medewerker van een sportorganisatie. Dat maakt de uitslag van de enquête extra interessant. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar vertegenwoordigers van NOC*NSF (zeven respondenten, ofwel 1%), sportbonden (114 respondenten, 15%), sportverenigingen (14%) en overige sportorganisaties (16%). Verder werkt 13% van de respondenten (98 personen) bij de overheid en 24% (185 respondenten) in het bedrijfsleven of heeft een eigen zaak. Tot slot bestond de populatie voor 7% uit studenten, is 3% niet (meer) werkzaam en koos 7% voor de optie ‘overig’ (bijvoorbeeld onderwijs en andere non-profitorganisaties). De man-vrouwverhouding van de deelnemers aan de enquête is 74-26. Die verhouding is weliswaar niet in lijn met de samenstelling van de bevolking, maar wellicht wel met de verhouding zoals we die in de zakelijke sportwereld tegenkomen. Als we kijken naar de leeftijd dan blijkt de grootste groep (40%, 305 respondenten) tussen de 45 en 64 jaar. Verder is 32% tussen de 30 en 44 jaar, 24% tussen de 18 en 29 jaar en tot slot 5% 65 jaar en ouder. De respondenten zijn qua woonplaats over het algemeen goed verspreid over het land. In relatie tot de spreiding van de gehele Nederlandse bevolking over de provincies zijn de respondenten uit Friesland, Limburg en Zeeland echter ondervertegenwoordigd. Daarentegen zijn de provincies Noord-Holland en Utrecht oververtegenwoordigd. Als we echter bedenken dat bijvoorbeeld het Huis voor de Sport in de provincie Utrecht staat, is een oververtegenwoordiging van respondenten die daar wonen niet verrassend.

De resultaten
Beschikbaarheid, bezoldiging en eventueel gewenste topsportstatus?
De eerste vraag van de enquête had betrekking op de mate van beschikbaarheid van de nieuwe voorzitter. NOC*NSF zoekt een voorzitter die minimaal twintig uur beschikbaar is. Deze grens vinden de meeste respondenten verkeerd getrokken. Liefst 65% is van mening dat de voorzittersfunctie niet in twintig uur vervuld kan worden, 28% vond dat wel en 7% had er geen mening over. Ook het antwoord op de tweede vraag (of NOC*NSF zou moeten overstappen naar een betaalde voorzitter) was behoorlijk eensgezind: 62% is voorstander van een bezoldigde voorzitter, 31% is voorstander van de huidige situatie (onbezoldigd) en 7% heeft hier geen mening over.

Uit de derde vraag was te achterhalen hoe belangrijk respondenten het vinden dat de nieuwe voorzitter een voormalig topsporter is. Zo’n tweederde deel van de deelnemers vindt dat ‘belangrijk, maar niet alles bepalend’. Daarentegen vindt ruim een kwart het ‘onbelangrijk’. Een kleine minderheid van 6% vindt het ‘heel belangrijk’; slechts één respondent van de 750 had hier ‘geen mening’ over.

De belangrijkste opdracht?
Wat wordt de belangrijkste opdracht voor de nieuwe voorzitter van NOC*NSF? 43% Koos voor de optie ‘een goed functionerende organisatie neerzetten’. Kennelijk vinden velen dat er op dat punt nog veel te wensen is. Bijna een kwart wil dat de voorzitter prioriteit geeft aan het ‘helpen uitvoeren van het Olympisch Plan 2028’. En 20% vindt dat de voorzitter vooral moet ‘zorgen voor sterke bonden’. Liefst 87 respondenten (ofwel 11%) hebben bij deze vraag de gelegenheid genomen om bij de vierde (open) antwoordcategorie genaamd ‘Anders, namelijk…’  de nodige opmerkingen te maken. Velen gaven daarbij aan dat een combinatie van de drie bovengenoemde opties wenselijk is; zij wilden dus niet kiezen. Andere deelnemers kozen feitelijk voor de meest aangekruiste optie ‘een goed functionerende organisatie neerzetten’, maar wilden dat graag nader beargumenteren. Opvallende hartenkreten waren daarbij:

• ‘Zorg ervoor dat de topsport in Nederland wordt gefaciliteerd op de beste wijze. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs via de bonden te lopen’.
• ‘Zorg voor een goed directiestatuut zodat voorzitter en directeur geen kop van jut zijn’.
• ‘NOC*NSF moet ontbureaucratiseren, er is geen behoefte aan een tweede ministerie van VWS’.
• ‘Bonden hebben last van NOC*NSF met zijn dure regels’.
• ‘Breng een splitsing tussen NOC en NSF aan’.
• ‘Versterk de samenwerking tussen NOC*NSF, provinciale sportraden, VSG en NISB’.

Voor wie alle 87 opmerkingen bij deze vraag wil lezen, klik hier!

De belangrijkste kwaliteit?
We vroegen ook naar de gewenste belangrijkste kwaliteit van de nieuwe voorzitter. Ruim 61% van de respondenten koos voor de optie ‘de Nederlandse sport te verbinden en te representeren’. Bijna 29% vond het belangrijker dat de nieuwe voorzitter ‘invloed uitoefent op het hoogste politieke niveau’. Nog geen 5% vond het van belang dat de nieuwe voorzitter Nederland in het buitenland zou gaan promoten. Ook bij deze vraag bestond de mogelijkheid om te kiezen voor de categorie ‘Anders namelijk…’. Hier hebben 38 respondenten gebruik van gemaakt. Veel van hen benadrukten dat een combinatie van de drie bovengenoemde opties een belangrijke kwaliteit zouden moeten vormen van de nieuwe voorzitter. Opvallende kanttekeningen waren:

• ‘Graag meer playgrounds in Oost-Groningen en niet alleen in de grootstedelijke gebieden’.
• ‘De nieuwe voorzitter moet – als hij of zij er zin in heeft – net als Erica alle feestjes en partijen aflopen’.
• ‘De nieuwe voorzitter moet goede maatjes worden met IOC-leden en bestuurders van internationale sportfederaties’.

Voor wie alle 38 opmerkingen bij deze vraag wil lezen, klik hier!

De gedroomde kandidaat
In de enquête konden respondenten kiezen uit twintig mogelijke voorzitters. Ze mochten maximaal drie voorkeuren aangeven. Daar waren de meeste respondenten blij mee, gemiddeld kruisten zij 2,4 personen aan. De deelnemers aan de enquête konden daarbij ook zelf kandidaten noemen. Van die mogelijkheid hebben ruim tachtig respondenten gebruik gemaakt. Zij droegen zeker vijftig personen – waaronder sommigen relatief vaak – voor buiten de twintig ‘voorgekauwde’ opties. Onder die vijftig nieuwe namen bevinden zich een paar verrassende en ook enkele onbekende kandidaten. Volgende week – als deel twee van dit onderzoeksverslag wordt gepubliceerd – zal de volledige lijst bekend worden gemaakt.

De hoogste tijd om een tipje van de sluier op te lichten. Zoals eerder beschreven, maakt Sport Knowhow XL in deze eerste aflevering alleen de nummers zes tot en met vijftien bekend. Er blijven dus tien namen over voor de top vijf en de plaatsen zestien tot en met twintig.

nr. Naam Aantal keren gekozen
6. Clémence Ross 108
Johan Wakkie 108
8. Margo Vliegenthart 82
9. Els van Breda-Vriesman 72
Leo van Wijk  72
11. Jan Loorbach 66
12. Joop Atsma 65
13. Jeroen van der Veer 57
14. Karin van Bijsterveld 56
15. Gerlach Cerfontaine 47

Van de nummers zes tot en met vijftien bekleedt momenteel zestig procent een bezoldigde fulltime functie terwijl NOC*NSF een onbezoldigde parttime voorzittersfunctie in de ‘aanbieding’ heeft. De keuze van de respondenten voor juist deze ‘kandidaten’ hangt dan ook samen met de overwegende voorkeur van de respondenten voor een betaalde voorzitter én met hun mening dat het voorzitterschap van NOC*NSF absoluut meer dan twintig uur per week in beslag neemt.

Ook opvallend is dat naast Johan Wakkie de ‘best of the rest’ wordt aangevoerd door drie vrouwen: Clémence Ross (met evenveel stemmen als Wakkie), Margo Vliegenthart en Els van Breda-Vriesman (gelijk met Leo van Wijk). Ook de vierde en laatste vrouw – Karin van Bijsterveld – waaruit de respondenten konden kiezen, bevindt zich in deze categorie. Dat betekent dat de top vijf en de nummers zestien tot en met twintig uit louter mannen bestaan. In alfabetische volgorde zijn dit: André Bolhuis, Theo Fledderus, Ewald Kist, Richard Krajicek, Ivo Opstelten, Jan Rijpstra, Hein Verbruggen, Ruud Vreeman, Kees Storms en Pieter Winsemius.

In de volgende aflevering van dit verslag – zie daarvoor volgende week – worden onder meer de volgende vragen beantwoord:
- Wie is volgens de 768 respondenten dé ideale opvolger van Erica Terpstra als voorzitter van NOC*NSF?
- Wie is volgens de 114 responderende bestuursleden en medewerkers van sportbonden de meest wenselijke kandidaat?
- Wie heeft de voorkeur van jongeren en wie van vrouwen?
- Wie zijn de vijftig genoemde ‘outsiders’ en wie van hen is zo vaak genoemd dat hij/zij eigenlijk een directe plek in de vragenlijst verdiende?
- Staat bestuurskandidaat André Bolhuis in de top of in de staart van de ranglijst?!

Peter Hopstaken is in september 2007 gestart met Sport Knowhow XL, digitaal informatieplatform voor de zakelijke sportmarkt. Eerder was hij hoofdredacteur van het vakblad SPORT Bestuur & Management, senior consultant bij KPMG en senioronderzoeker bij de Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam. Naast zijn werk was hij initiator van de 'werkgroep Voetbal & Statistiek' en later van 'SPITS sportstatistics'. Beide werkgroepen bestonden uit wetenschappers die voetbalstatistieken analyseerden wat uitmondde in tientallen – vaak geruchtmakende – artikelen in verschillende dag- en vakbladen.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst