Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-De Sport Recordings-Item

Pensioen is meer dan een briefje op de koelkast 5 mei 2015

De-Sport-Recordings175De Sport Recordings
In De Sport Recordings gaan werknemers en werkgevers in een serie bijeenkomsten over diverse thema’s in gesprek met elkaar en deskundigen, om input te vergaren ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden in de sportsector.

De Sport Recordings worden georganiseerd in opdracht van ‘Samen Presteren’, het in 2013 opgerichte arbeidsmarktfonds in de sport, een samenwerking van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de sport: de WOS, FNV Sport, De Unie en CNV Dienstenbond.


 


door: Leo Aquina | 5 mei 2015

“Bij veel mensen is pensioen een briefje op de koelkast: daar moet ik morgen eens naar kijken. En dat briefje kan er heel lang hangen”, zegt Peter Borgdorff. In de vierde bijeenkomst van De Sport Recordings ging de directeur van Pensioenfonds Zorg en Welzijn in gesprek met werkgevers en werknemers uit de sportsector. Locatie was het thuishonk van de Nederlandse Rugby Bond. Terwijl de rugby sevens dames buiten een training afwerkten, bleek binnen uit een rondvraag onder de deelnemers dat niet iedereen even goed op de hoogte is van zijn of haar pensioenregeling. Borgdorff luistert en geeft uitleg: “Mijn advies aan iedereen is: kijk op de belangrijke momenten in je leven altijd even wat het voor je pensioen betekent. Maar ook: wees niet alleen met morgen bezig. Leven moet ook een beetje leuk zijn.” Aan de orde komen ook algemene pensioenvraagstukken zoals flexibiliteit en solidariteit, maar ook problemen die specifiek zijn voor de sportbranche, zoals de pensioenverplichting voor kleine contracten. Borgdorff zegt toe daar nog eens goed naar te gaan kijken.

XL16SportRecordingsPensioen_1Ongeveer negentig procent van de bij de WOS (Werkgevers in de Sport) aangesloten organisaties heeft het pensioen ondergebracht bij Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFWZ), het pensioenfonds voor de werknemers in de zorg. “De sportsector past daar goed bij”, betoogt Borgdorff. “Wij hebben als pensioenfonds andere waarden dan andere partijen, zoals bijvoorbeeld het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds). Wij mogen zorgen voor mensen die zorgen voor mensen. Jullie zijn met sport bezig. Dat is meer dan alleen het organiseren van het spelletje. Het gaat ook over zorgen voor mensen.”

In totaal verzorgt het fonds de pensioenen voor zo’n 2,5 miljoen medewerkers. Slechts vierduizend van die deelnemers zijn werkzaam in de sport. Bestaat daarmee niet het risico dat die kleine groep deelnemers ook erg weinig aandacht krijgt? Hoewel de sport niet in de pensioenraad is vertegenwoordigd, stelt Borgdorff de aanwezigen gerust.

“Kleinere groepen krijgen vaak relatief meer aandacht. En de sport organiseert het heel erg goed. Ik zit hier nu met jullie in een kring. Zoiets heb ik bijvoorbeeld nog nooit met ziekenhuisdirecteuren gedaan.”

Solidariteit en flexibiliteit
Solidariteit en flexibiliteit zijn belangrijke onderwerpen als het gaat om pensioen, dat is niet alleen in de sportsector het geval. Borgdorff wil die vraagstukken niet alleen met een technische bril bekijken. “Je moet uitgaan van wat je maatschappelijk belangrijk vindt. Daarom hebben wij als PFWZ onze eigen waarden als uitgangspunt.” De eerste van de zeven basiswaarden is ‘bescherming tegen het onvoldoende zelf regelen van een risico dat je anders niet kunt dragen.’ Dat brengt een verplichting met zich mee. “Wij kennen een doorsnee premie en een doorsnee opbouw”, zegt Borgdorff. “Iedereen legt 23,5 procent van het inkomen apart voor zijn pensioen.” Als het gaat om de pensioeninleg is er dus geen keuzevrijheid voor de deelnemers.

“Als werknemer vind ik het prettig dat we in een collectief stelsel zitten"

Hoewel Borgdorff de roep om flexibiliteit en keuzevrijheid voor mensen om zelf invulling te geven aan hun pensioenregeling begrijpt, gaat hij er maar ten dele in mee. “Als een supermarkt maar één soort jam verkoopt, klaagt iedereen over gebrek aan keuzevrijheid. Als diezelfde supermarkt daarentegen dertig verschillende soorten jam verkoopt, zal niemand meer jam kopen want de mensen zien door de bomen het bos niet meer.” André Preijde, directeur van het Huis van de Sport in Nieuwegein kan zich daar goed in vinden. “Als werknemer vind ik het prettig dat we in een collectief stelsel zitten, anders val je mensen lastig met allerlei dingen waar ze geen verstand hebben.” Hoewel keuzevrijheid niet altijd wordt benut, willen de meeste deelnemers wel iets te kiezen hebben.

Solidariteit is een andere reden waarom mensen niet in alle opzichten keuzevrijheid hebben. “Het wezenpensioen is er bijvoorbeeld voor iedereen, om dezelfde reden waarom je in je ziektekostenverzekering zwangerschap niet uit kunt sluiten”, legt Borgdorff uit. Toch hebben deelnemers ook keuzevrijheid, maar dan betreft het vooral de pensioenuitkering.

“Nabestaandenpensioen is bijvoorbeeld een vrije keuze. Deelnemers kunnen ervoor kiezen dat over te zetten naar ouderdomspensioen. Een andere mogelijkheid is een hoog-laag-constructie, waarbij mensen in de eerste jaren van hun pensioen een hogere uitkering krijgen dan daarna omdat zij er vanuit gaan dat zij op dat moment nog meer mogelijkheden hebben om iets met het geld te doen. Er zijn ook mogelijkheden om eerder met pensioen te gaan. Hoewel die mogelijkheid er is, maken mensen er gek genoeg nauwelijks gebruik van. Vervroegd met pensioen gaan kost natuurlijk wel geld.”

XL16SportRecordingsPensioen_2

Kleine contracten
Naast de algemene pensioenvraagstukken kent de sportsector een specifiek probleem met de kleine contracten. Veel mensen in de sport hebben diverse kleine dienstverbanden, in plaats van één groot arbeidscontract. Daarbij zijn er veel van die kleine contracten voortgekomen uit vrijwilligersfuncties, dan gaat het bijvoorbeeld om scheidsrechters of juryleden. Zowel de werkgever als de werknemer vinden het in die gevallen niet prettig om over die contracten de verplichte pensioenpremie af te dragen. Voor de werkgever stijgen de kosten vanwege de pensioenpremie en de werknemer heeft meestal elders een hoofdbetrekking waar hij of zij al een pensioenregeling heeft lopen. Maar voor de werknemers die hun inkomsten bij elkaar verdienen op basis van vele losse contracten, zoals bijvoorbeeld trainers die bij verschillende clubs werken of combinatiefunctionarissen met meerdere kleine dienstbetrekkingen, is het wel noodzakelijk om op die manier pensioen op te bouwen.

“Het leven wordt altijd ingewikkelder en duurder van uitzonderingen”

“Sport is de enige sector waar dit echt een probleem is”, aldus Borgdorff. Karin van Willigen van de KNHB, tevens voorzitter van de werkgroep pensioen, vraagt zich af of er geen uitzonderingen gemaakt kunnen worden. Kan er bijvoorbeeld niet een grens worden getrokken bij contracten onder de vijfduizend euro? “Dat is een arbitraire grens, maar dat is iedere grens”, antwoordt Borgdorff. De wet bepaalt dat iemand pensioen moet opbouwen, maar de wet bepaalt niet bij welk pensioenfonds dat moet. Voor werknemers met een klein contract in de sport en een reguliere baan met een pensioenregeling elders, kan het prettiger zijn om de pensioenpremie voor dat tijdelijke contract onder te brengen bij hetzelfde fonds waar zij ook hun reguliere pensioen al hebben lopen. “Daar kunnen we naar kijken”, aldus Borgdorff. Maar hij voegde daaraan toe: “Het leven wordt altijd ingewikkelder en duurder van uitzonderingen.”

Dekkingsgraad
Bij veel medewerkers in de sport heerst, net als bij werknemers in andere sectoren, onzekerheid over hun pensioen. De vraag: ‘is er straks nog wel iets voor ons over’ komt uitgebreid aan de orde. Pensioenfondsen hebben het moeilijk vanwege de wettelijke dekkingsgraad van 105 procent. De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en alle financiële verplichtingen in de toekomst. Vanwege de lage rente moeten pensioenfondsen daardoor enorm veel geld in kas hebben. Borgdorff:

“Als ik over twintig jaar één euro nodig heb, heb ik nu gezien de rente die ik over die periode krijg, misschien maar veertig cent nodig. Hoe lager de rente, hoe meer ik nu apart moet zetten. Door de lage rente en de wettelijke dekkingsgraad bouwen we op dit moment buffers op tot het oneindige, maar het is de vraag wat de deelnemers daar uiteindelijk aan hebben.” Op dit moment heeft PFZW 180 miljard euro in kas. Daarmee zit het fonds nog niet op de wettelijke dekkingsgraad.

Borgdorff gaat graag de discussie aan over het risico dat PFWZ mag lopen in beleggingen. Hij vraagt: “Wie van jullie is tevreden als hij in ieder geval zijn inleg terugkrijgt, zodat wij met de rest van het geld risico’s mogen nemen? Beleggen brengt immers altijd risico’s met zich mee.” Een direct antwoord hebben de aanwezigen niet direct paraat, maar de meesten hechten aan zekerheid en degelijkheid. Op dit moment keert PFWZ ongeveer drie keer de inleg uit. Mensen hoeven niet te vrezen dat zij kunnen fluiten naar hun geld. “Het geld dat u inlegt, is van u en van niemand anders. Het is alleen de kwestie hoeveel meer wij ervan kunnen maken. Ik wil graag alle zorgen bij mensen wegnemen: er zijn op dit moment enkele uitdagingen, maar jullie kunnen er van op aan dat wij alle mogelijke alternatieven en oplossingen onderzoeken die er zijn.”

Veel mensen hebben behoefte aan duidelijke informatie over hun pensioen

Bij de rondvraag blijkt dat veel deelnemers behoefte hebben aan duidelijke informatie over hun pensioen. Sommige (oudere) deelnemers beamen echter dat het PFWZ een zeer heldere website heeft, inclusief toelichting op de keuzemogelijkheden, en dat ook op je persoonlijke inlogpagina jouw situatie goed wordt uiteengezet. Met het persoonlijk consult dat je kan aanvragen, om jouw specifieke situatie door te spreken, zouden veel mensen een heel eind moeten komen. Borgdorff snapt zelf ook dat pensioen voor veel mensen van ‘low interest’ is, maar benadrukt dat hij allang blij zou zijn als iedereen eens in de tien jaar eens inlogt op zijn persoonlijk account en een bewuste keuze maakt voor de mogelijkheden die binnen de keuzevrijheid liggen. “Dat briefje moet toch een keer van de koelkast”.

Voor meer informatie over het pensioenfonds PFWZ: klik hier. Peter Borgdorff schrijft wekelijks een blog waarop hij zijn visie op pensioenontwikkelingen duidelijk toelicht. Deze blok, waarop ook gereageerd kan worden, is hier te vinden.

« terug

Reacties: 1

Andre Preijde
06-05-2015

Even nog een kleine nuancering op mijn quote: “Als werknemer vind ik het prettig dat we in een collectief stelsel zitten, anders val je mensen lastig met allerlei dingen waar ze geen verstand hebben.”

Ik heb dit aangegeven in de context dat met een collectieve pensioenvoorziening er veel meer rendement uit de ingelegde premies te behalen valt dan in een situatie waarin men zelf een voorziening treft. Dit vanwege de kennis die nodig is om verantwoord te beleggen én vanwege het volume van de beleggingen.

Met vriendelijke groet,

Andre Preijde

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst