Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-De Sport Recordings-Item

"Samen Presteren speelt grote rol bij moderniseren sportarbeidsmarkt" 11 november 2014

De Sport Recordings
De-Sport-Recordings175Er is niets mooiers dan in de sport te werken. Een fantastische dynamiek, bij kunnen dragen aan meer sport en gezondheid in Nederland en dichtbij topsport staan. Maar de sportsector zal wel aantrekkelijk moeten blijven voor iedereen die daar werkt of wil gaan werken. Nu én in de toekomst. Samen Presteren, Arbeidsmarktfonds in de Sport, is het fonds dat zich daar mee bezig houdt. Een samenwerking van de werkgevers- en werknemersorganisaties in de sport: de WOS, FNV Sport, CNV Dienstenbond en De Unie.

Tour langs de velden
Vanaf het najaar 2014 organiseert Samen Presteren een tour langs de velden: De Sport Recordings. Om in gesprek te gaan met werkgevers en werknemers in de sport. Om van gedachten te wisselen met elkaar, met experts en prominenten, over alle onderwerpen die gaan over het werken in de sport. Zodat het fonds Samen Presteren met relevante en actuele input haar activiteiten kan optimaliseren. Deze rubriek geeft verslag van deze bijeenkomsten van De Sport Recordings.

door: Leo Aquina | 11 november 2014

“Het is mooi om mensen zo enthousiast over hun werk te horen praten”, zei André Bolhuis na afloop van de eerste sessie van De Sport Recordings. In een serie van tien bijeenkomsten gaan werknemers en werkgevers in de sport over diverse thema’s in gesprek met deskundigen, om zo input te vergaren ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden in de sportsector. 2Basics organiseert de Sport Recordings in opdracht van ‘Samen Presteren’, het in 2013 opgerichte arbeidsmarktfonds in de sport. De voorzitter van NOC*NSF leidde de eerste sessie in met een algemene beschouwing op werken in de sport, die de aanwezigen genoeg stof tot discussie bood. Hoe tevreden zijn professionals in de sport eigenlijk over hun werk? En hoe zou Samen Presteren dit kunnen verhogen? Gemiddeld gaven de aanwezigen hun werk een cijfer van ruim boven de acht. Het laagste cijfer was een zeven. “Dat is opmerkelijk, zeker ook gezien het geld dat er tegenover staat”, aldus Bolhuis.

XL38SportRecordings_1De voorzitter van NOC*NSF ging tijdens zijn betoog in het Huis van de Sport onder meer in op de relatie tussen vrijwilligers en professionals in de sport. “Ik heb zelf nooit in de sport gewerkt”, aldus Bolhuis, die in de jaren zeventig aanvoerder was van het Nederlands hockeyelftal. “Ik ben tandarts geworden en ik ben altijd als vrijwilliger in de sport actief gebleven. Ik denk ook niet dat ik in de sport zou kunnen werken. Het is nogal wat om je afhankelijk te maken van zoiets onzekers. Mensen hebben altijd een tandarts nodig. Dat geeft bestaanszekerheid. Ik heb enorme bewondering voor mensen die in de sport werken.”

Klappen in afgelopen jaren
Dat werken in de sport onzeker is, blijkt uit de cijfers. Toen Bolhuis vijf jaar geleden aantrad als voorzitter van NOC*NSF, werkte die organisatie met een budget van 59 miljoen euro. Komende jaar heeft de sportkoepel slechts 39 miljoen te besteden. “Dat vullen we uit onze reserves aan tot 45 miljoen, maar dat kan niet eindeloos. Eind 2015 is onze reserve teruggelopen tot 28 miljoen”, legt Bolhuis uit. “Er zijn de afgelopen jaren al enorme klappen gevallen in de sport. Er gingen banen verloren bij bonden en ook bij NOC*NSF.” Bolhuis denkt dat het ergste leed nu wel geleden is. “Het ging natuurlijk over de hele linie slecht in Nederland en wij zijn onderdeel van die maatschappij. Dat gaat nu weer de goede kant op. Met de fusie van de Lotto en de Staatsloterij hopen we de financiële positie ook te verbeteren.”

De onzekerheid van het werken in de sport is een zorg voor Samen Presteren. Daarom heeft het fonds onder leiding van voorzitter Jan Kossen een mobiliteitscentrum voor medewerkers in de sport ingericht. Ontslagen medewerkers van organisaties die onder de 'CAO Sport' vallen, kunnen bij het centrum ondersteuning krijgen bij zoeken naar ander werk. “Dat centrum is op dit moment nog erg gericht op boventalligheid, maar we willen verder”, vertelt Kossen, die ook directeur is van de zwembond KNZB. “We willen al die 3500 medewerkers die onder de CAO Sport vallen ondersteunen. Bonden moeten meer samenwerken. Bij de zwembond hebben we bijvoorbeeld al vier medewerkers van andere bonden laten instromen in de organisatie. Maar ook tijdelijke inzet van een medewerker bij een andere sportbond kan in het kader van eigen ontwikkeling en deskundigheidsbevordering interessant zijn en kan hiermee makkelijker worden gemaakt.”

Romantisch beeld
De onzekerheid van een baan in de sport is voor de aanwezige sportprofessionals in ieder geval geen argument om de sport vaarwel te zeggen. Er zijn nog altijd meer mensen die in de sport willen werken dan er banen zijn. “Ik word twee à drie keer per maand gebeld door mensen die graag in de sport willen werken en mij vragen of ik niet iets voor ze kan doen”, aldus Bolhuis. Er bestaat een romantisch beeld over werken in de sport. Hoewel de sportprofessionals hun werk hoog waarderen, relativeren ze dat beeld ook. “Ik kom vaak vrijwilligers tegen die ontzettend graag mijn baan zouden hebben, al zouden ze de helft verdienen”, zegt Mirjam Tuithof van de Koninklijke Nederlandse Wielrenunie. “Dan denk ik wel eens: ‘het is wel leuk, maar zó leuk?’”

XL38SportRecordings_2Wat zijn nadelen aan het werken in de sport? “Ik doe zelf ook aan triatlon”, zegt Christie Brouwer van de triatlonbond. “Door de week ben ik er op mijn werk mee bezig en in het weekend ben ik vaak bij een evenement, om zelf mee te doen maar ook namens de bond. Dan is het nog wel eens lastig om werk en privé te scheiden.” De grote passie die veel medewerkers van sportbonden voor hun sport hebben, leidt tot enorme betrokkenheid en dat brengt een afbreukrisico met zich mee.

“In veel branches wordt extra betaald voor 24-uursdiensten, maar in de sport wordt gezegd: ‘zo is dat nu eenmaal in de sport.’ Op die manier worden al die avonduren die je maakt toch weer een soort vrijwilligersuren”, zegt Erik van Peppel van Badminton Nederland. Ineke van Nes van Samen Presteren reageert: “De jaarurensystematiek kan helpen om de balans te vinden. Maar het is een signaal waar we als Samen Presteren mee aan de slag kunnen, zodat duurzame inzetbaarheid gewaarborgd blijft.”

Die passie is overigens volgens André Bolhuis van onschatbare waarde. “Toen ik voorzitter was van de hockeybond stonden 33 van de 34 medewerkers in het weekend zelf op het hockeyveld. Zij wisten precies wat er overal speelde.” Bij de judobond blijkt echter bijna geen van de vaste medewerkers de sport nog zelf te beoefenen. “Dat is ook niet strikt noodzakelijk”, zegt Bolhuis, “Maar de bondsmedewerkers moeten wel ambassadeur zijn van de sport in het algemeen. Ze moeten uitdragen dat ze sport en bewegen belangrijk vinden.”

Vergrootglas
Ook het belang dat de maatschappij aan (top)sport hecht, maakt werken in de sport soms moeilijk. “Er is geen enkel ander onderwerp waarmee dagelijks zoveel krantenpagina’s worden gevuld”, aldus Bolhuis. “Iedereen mag er zijn mening over geven. Columnisten schrijven voor 250 euro een stukje in de krant, waarin ze allerlei kritiek spuien, maar ze dragen geen enkele verantwoordelijkheid. Daar moet je als medewerker in de sport wel tegen kunnen.”

Onder het vergrootglas van de media staat de verhouding tussen de (betaalde) directeur en de (vrijwillige) voorzitter van een bond nogal eens onder druk. Bolhuis: “Wat opvalt is dat directeuren van sportbonden het meestal niet langer dan vier of vijf jaar volhouden. Een directeur heeft vaak te maken met wisselende bestuursleden, die overigens wel de eindbevoegdheid hebben. Dat geeft vaak onrust.”

Polonaise
Een andere valkuil is volgens Bolhuis het meelopen in de polonaise. Zowel professionals als vrijwilligers kunnen daar last van hebben. “Je moet je nooit door het feestgedruis laten meeslepen. Juist als alles goed gaat, moet je alert blijven. In de sport wordt succes meestal niet uitbetaald in dikke bonussen. Voor veel mensen is succes dus een beetje populariteit, een plekje in de spotlights. Een enkeling laat zich daar nog wel eens door meeslepen en dan verlies je de realiteit uit het oog.”

Als oud-topsporter heeft Bolhuis geleerd hoe hij succes moet relativeren. “Als je met een elftal een toernooi hebt gewonnen, moet je niet alleen tevreden terugkijken. Morgen is anders dan gisteren. Ook als je succes hebt, is lang niet alles goed gegaan. Je moet op zoek blijven naar verbetering.”

Samen
Vanuit diezelfde topsportachtergrond is Bolhuis gecharmeerd van de naam Samen Presteren. “In een elftal moet je ook alles samendoen. Ik kom natuurlijk uit een teamsport. De sport drijft op 1,2 miljoen vrijwilligers. De professionals moeten die mensen goed aansturen. Het functioneren van een vrijwillig bestuur is in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van de professionals. Je ziet dat op alle niveaus. Een hockeyclub heeft niet de financiële draagkracht om voor alle teams een professionele trainer in te zetten. Maar als je één professional de lijnen uit laat zetten, kunnen vijftien vrijwillige trainers opeens prima uit de voeten. Het is altijd een mix.”

Samen Presteren slaat op veel meer dan op de samenwerking tussen professionals en vrijwilligers. Het gaat ook over samenwerking tussen de bonden, waarvan het Huis van de Sport een sprekend voorbeeld is. Er kan op dat gebied nog veel meer. “De sport is een enorm grote sector, ook financieel”, aldus Bolhuis. “Nederlandse huishoudens geven op jaarbasis ongeveer 8 miljard euro uit aan sport. 150.000 mensen verdienen op de een of ander manier hun geld in de sportsector. De sport-cao geldt voor 3500 mensen. Als NOC*NSF betekenen we heel veel voor de georganiseerde sport, maar niets voor de ongeorganiseerde sport. We staan aan de vooravond van een grote transitie. Samen Presteren speelt een grote rol bij het moderniseren van de sportarbeidsmarkt, met name de arbeidsvoorwaarden, waarbij samenwerking tussen sportorganisaties onderling maar ook samenwerking met andere sectoren van levensbelang is.”

Volgende bijeenkomst van De Sport Recordings
XL38SportRecordings_3Op dinsdag 25 november vindt in/rond Amersfoort de volgende sessie van De Sport Recordings plaats. Het centrale thema zal dan 'vitaliteit' zijn. Onder meer de volgende vragen zullen aan de orde komen: wat betekent vitaliteit voor jou? Zouden werknemers in de sportwereld meer dan gemiddeld ’sport moeten uitstralen’? Wat is eigen verantwoordelijkheid van werknemers en waar mogen ze ondersteuning van hun werkgevers in verwachten? In hoeverre is aandacht voor zaken als beweging, gezonde voeding, werkstress nodig? Met als gastspreker Hans van Breukelen, ex-topsporter en mede-eigenaar van De Gezonde Werknemer.

Voor meer informatie en/of vrijblijvende aanmelding: sportrecordings@samenpresteren.nu, www.samenpresteren.nu, 070-376 5765.
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst