Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-De lokale sportbegroting-Item

De forse bouwclaim van sportieve en gezonde ambities 13 juli 2010

door: Anja Andres en Rens van Kleij

Op de plekken waar sport in toenemende mate als middel wordt ingezet voor de realisatie van doelstellingen op een breder maatschappelijk terrein, moet ook aan de voorwaarden worden voldaan om sport als middel in te kunnen zetten. Er moet letterlijk ruimte zijn om te kunnen sporten en bewegen! Zonder fiets- en wandelpaden geen actieve senioren, zonder sport- en speelpleinen geen sociale cohesie in wijken en buurten en zonder goede sportvoorzieningen geen sporten en bewegen om bewegingsarmoede en het overgewicht onder kinderen aan te pakken!

Zoals uitgesproken in de context van het Olympisch Plan 2028 heeft Nederland de ambitie om de sport- en beweegparticipatie op te schroeven naar 75% op de schaal van de NNGB, een lovenswaardige en gezonde ambitie. Deze ambitie brengt echter wel een behoorlijke accommodatieopgave met zich mee. In een tijd waarin in financieel opzicht de bomen niet meer tot aan de hemel groeien, zien veel gemeenten zich met oude of zelfs verouderde accommodaties geconfronteerd. Daarmee is de accommodatie vaak de beperkende in plaats van de stimulerende factor voor sporten en bewegen. Daarom zijn brede en misschien wel andere samenwerkingsverbanden en realisatievormen nodig om aan deze opgave te kunnen voldoen. Of om in termen van de kabinetsformatie te spreken, samenwerking waarin niemand op voorhand wordt uitgesloten en er geen breekpunten bestaan.

Ken je bouwmaat
De realisatie van sport- en speelvoorzieningen vormde tot op heden primair een verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Als een aangeboren reflex werd en wordt in veel gevallen nog steeds voor elk nieuw was- en kleedlokaal of voetbalveld in de richting van de gemeente gekeken. Met de toenemende verscheidenheid aan functionele sport- en speelvoorzieningen zoals playgrounds, multicourts, beweegruimten, sportpleinen en instructielokalen, vormt de gemeente echter niet langer de enige partij die aan zet is. Zorg- en onderwijsinstellingen, woningbouwcorporaties, welzijnsinstellingen, projectontwikkelaars en verschillende marktpartijen (recreatie, sport of leisure) staan eveneens in het speelveld opgesteld. Wie de positie van ‘spits’ inneemt is geheel afhankelijk van het soort voorziening en de aanwezigheid van een gemeenschappelijk doel of belang zoals dat ook werd benadrukt in ons eerdere artikel over samenwerking.

Onder de noemer van intensieve recreatie kan een recreatieondernemer een substantiële bijdrage leveren aan de realisatie van een fietsroutenetwerk, wandelpaden, mountainbikeroutes, trimparcoursen, watersportvoorzieningen, golfbaan, zwembad en mogelijk zelfs een kunstijsbaan. Een negen meter hoge sporthal met een functioneel vloeroppervlak van 28 bij 44 meter, ligt echter weer minder in de lijn der verwachting bij een recreatieondernemer (maar sluit niets uit!). Hiervoor lijkt een (grote) onderwijsinstelling een meer natuurlijke partner. Vanuit het oogpunt van een goede benutting van voorzieningen (en dus exploitatie) en functionaliteit kunnen er verschillende ‘natuurlijke’ dwarsverbanden worden gelegd: 

  • een woningbouwcorporatie die met sport- en speelvoorzieningen een impuls geeft aan de leefbaarheid binnen een wijk waarin zij veel woningbezit heeft; 
  • een welzijninstelling die voldoende ruimte heeft om koersbal, en ‘bewegen op muziek’ te accommoderen voor senioren uit de buurt;
  • een zorginstelling die haar therapiebad ook openstelt voor baby- en peuter- en wellicht zelfs instructiezwemmen;
  • een kazerne die haar binnensportaccommodatie beschikbaar stelt voor de regionale zaalvoetbalcompetitie.

In de wetenschap dat de toename in sport- en beweegparticipatie van de laatste jaren voornamelijk voor rekening kwam van niet traditionele sporten, bieden de voorgaande ‘natuurlijke’ dwarsverbanden perspectief voor het bereiken van de sport- en beweegparticipatie op Olympisch niveau.

Innovatieve vorm volgt functie
Door anders om te gaan met de traditionele verantwoordelijkheid van de lokale overheid, ontstaat er een verruimd conceptueel kader waarin ook andere verantwoordelijkheidsverdelingen kunnen ontstaan. Zo kan een sporthal voor het accommoderen van de lokale korfbalvereniging tevens een centrale wijkfunctie vervullen in het kader van ontmoeten en cultuur. Of kan een instructie- of doelgroepenbad onderdeel vormen van een grotere recreatieve zwemvoorziening met een regionaal verzorgingsgebied. Of vormt een 350 meter lange kunstijsbaan voor schaatsverenigingen in de regio onderdeel van een recreatieboulevard waarin verschillende andere recreatieve en sportieve functies worden samengebracht. Uiteindelijk blijft de functie vooropstaan, waarbij een goede match wordt gevonden tussen de gemeenschappelijke en eigen belangen.

Met het verruimde conceptuele kader ontstaan er tevens andere verantwoordelijkheids-verdelingen. Waar meer functies samenkomen dragen ook meer organisaties de verantwoordelijkheid. Zo zal een lokale overheid niet de primair verantwoordelijke zijn voor de ‘inpassing’ van een kunstijsbaan in een recreatieboulevard. Naast de gemeente zullen er andere partijen zijn die risicodragend investeren in sportvoorzieningen die doorgaans onderdeel vormen van een breed en geïntegreerd productaanbod. Hierbij kan sprake zijn van publiek-private samenwerking of samenwerking tussen verschillende publieke partijen.

Denken over sportvoorzieningen in een breder conceptueel verband leidt er toe dat steeds verder afstand wordt genomen van traditionele verantwoordelijkheidsverdelingen.

Een tweede leven in verschillende verschijningsvormen
Uiteindelijk blijven er nog altijd accommodatieknelpunten waarbij er geen markt- of andere maatschappelijke partners voorhanden zijn, om in gezamenlijkheid en vanuit een breder conceptueel kader toe te werken naar een oplossing. Denk bijvoorbeeld aan een 35 jaar oude sporthal die van grote waarde is voor de verenigingssport, maar geen potentieel biedt om in een ruimer of ander verband te worden geïntegreerd. Ook dan zijn er mogelijkheden om forse gemeentelijke investeringen voor vervangende nieuwbouw te voorkomen.

Een oude sporthal is namelijk niet hetzelfde als een afgeschreven sporthal. Een kort en gericht onderzoek naar de bouwkundige, functionele- en installatietechnische staat van de accommodatie kan veel helderheid verschaffen. Is een sporthal daadwerkelijk in alle opzichten afgeschreven of zijn er mogelijkheden voor een tweede leven? Als de bouwkundige staat het toelaat kan de oude sporthal met een technische, functionele of esthetische renovatie weer een flinke tijd mee. Mogelijkerwijs zelfs met meer functionele mogelijkheden dan voorheen. Een dergelijke impuls gaat misschien verder dan de reguliere renovatie op basis van de beschikbare financiële middelen uit het meerjarenonderhoudsplan (MOP), het zijn in ieder geval minder kosten dan voor vervangende nieuwbouw en een goede tweede leven voor ‘die goede oude sporthal’.

Forse bouwclaim zonder forse kosten?
Goede sportvoorzieningen vormen een voorwaarde om te komen tot een sport- en beweegparticipatie op Olympisch niveau. De hieruit te verwachten forse accommodatieclaim hoeft echter niet één op één te leiden tot forse kosten voor de lokale overheid. In samenspraak met andere maatschappelijke en ook private partijen kan vanuit een verruimd conceptueel kader waarin de sportvoorziening wordt geïntegreerd, worden toegewerkt naar een oplossing. Hierbij kunnen minder traditionele verantwoordelijkheidsverdelingen ontstaan en kan er tevens sprake zijn van andere realisatie- en exploitatievormen. Zo kan bijvoorbeeld een marktpartij een langere exploitatietermijn noodzakelijk achten om te komen tot een goed exploitatieresultaat die tevens de relatief hoge initiële investering bij aanvang rechtvaardigt. Wanneer en in welke situatie kies je voor welke partner? Dat vergt altijd maatwerk en derhalve een situationele keuze.

Anja Andres is eigenaar van Andres c.s. waarvoor zij tevens actief is als senior adviseur. Rens van Kleij is senior adviseur bij Andres c.s. Voor meer informatie contact@andrescs.nl
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst