door: Wieteke van de Kamp en Saskia de Jongh
De overheid heeft tot 11 december 2009 een vergunning verleend aan De
Lotto voor het organiseren van sportprijsvragen. Maar recentelijk is de Europese
Commissie tegen tien lidstaten inbreukprocedures gestart om na te gaan of de
nationale wetgeving op dit gebied verenigbaar is met gemeenschapswetgeving.
Nederland is één van die lidstaten...
Wedden op sportwedstrijden is van alle tijden en culturen. Echter
tegenwoordig komen steeds meer verhalen in het nieuws dat niet alleen
toeschouwers en andere belangstellenden illegaal op sportwedstrijden wedden,
maar ook sporters zelf op hun wedstrijden gokken. Het Internationaal Olympisch
Comité heeft tijdens de Olympische Spelen in China dan ook voor het eerst
verplicht gesteld dat deelnemers, coaches, scheidsrechters en journalisten die
deelnamen aan de Olympische Spelen een document hebben moeten ondertekenen
waarin zij zich akkoord verklaarden om af te zien van gokken op de Olympische
wedstrijden. Een logische beslissing van het IOC gezien het ‘fair play’
beginsel, één van de pijlers van de Olympische Spelen.
Het tegengaan van ‘oneerlijk spel’ is een van de redenen dat de Nederlandse
wetgever het wedden op sportwedstrijden strafbaar heeft gesteld zonder
vergunning. Een andere reden is van Europese hand opgelegd. Vanuit de
‘verzorgingsstaatgedachte’ dienen lidstaten hun onderdanen te beschermen tegen
verslaving en fraude. Voor sportweddenschappen bestaat echter geen Europese
geharmoniseerde regeling. Het staat de lidstaten dan ook vrij hier nadere
invulling aan te geven en zo hun burgers te beschermen tegen de risico's van het
gokken.
Het gokken op wedstrijden is in Nederland geregeld in de Wet op de Kansspelen
(hierna: de ‘WOK’). In Titel III ‘Sportprijsvragen’ van de WOK worden de regels
uiteengezet. Onder sportprijsvragen worden prijsvragen verstaan, welke erop
gericht zijn deelnemers uitslagen van tevoren aangekondigde sportwedstrijden -
met uitzondering van harddraverijen en paardenrennen - te doen raden of
voorspellen. De sportwedstrijden dienen dus van tevoren te zijn aangekondigd.
Indien een aangekondigde wedstrijd geen doorgang vindt, kan voor de niet
gespeelde wedstrijd een vervangende uitslag gelden. Deelnemers aan
sportprijsvragen dienen achttien jaar of ouder te zijn. Titel III bepaalt verder
dat het organiseren van sportprijsvragen uitsluitend kan worden gedaan op basis
van een speciaal daarvoor verleende vergunning. In Nederland mag dus alleen met
een speciale vergunning gokken op wedstrijden in commercieel verband worden
aangeboden. Een voetbalpool in de privé sfeer zonder commercieel verband, zoals
binnen je familie of vriendenkring ofwel binnen een en hetzelfde bedrijf, is
zonder vergunning wel toegestaan.
Op grond van artikel 16 van de WOK kunnen de Ministers van Justitie en van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de ‘Ministers’) aan één
rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid een vergunning verlenen tot het
organiseren van sportprijsvragen. De duur van deze vergunning wordt ook door de
Ministers bepaald. Momenteel is dit vijf jaar. Minimaal 47,5% van de opbrengst
per kalenderjaar moet aan prijzengeld worden uitgekeerd. Artikel 16 verplicht
verder nog dat – na aftrek van het prijzengeld en gemaakte kosten – de overige
opbrengst van de prijsvraag ten goede moet komen aan belangen die de
rechtspersoon beoogt te dienen met het aanleggen en houden van sportprijsvragen.
Op dit moment komt 26,5 % van de afdracht ten goede aan de Stichting Algemene
Loterij Nederland en 73,5% aan de Vereniging NOC*NSF. Verder kunnen er nog extra
voorwaarden aan de vergunning worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het aantal te
houden prijsvragen.
Tot 11 december 2009 is deze vergunning verleend aan Stichting de Nationale
Sporttotalisator, ook wel De Lotto genaamd. In de betreffende beschikking is
onder meer bepaald dat De Lotto per kalenderjaar 370 sportprijsvragen mag
aanbieden. De inleg per speelkans bij een sportprijsvraag is gesteld op € 22,69.
Tevens mag een deelnemer aan een sportprijsvraag via direct elektronische weg
per saldo niet meer verliezen dan € 22,69.
Dat deze vergunning begeerd is, blijkt wel uit de jurisprudentie die de
afgelopen jaren ontstaan is. Verschillende malen heeft De Lotto met succes
andere (buitenlandse) kansspelaanbieders van de kansspelmarkt geweerd, waaronder
de Engelse bookmakers bedrijven Ladbrokers en Betfair. De Hoge Raad oordeelde
dat de Nederlandse kansspelwet werd geschonden door het Engelse bedrijf
Ladbrokers door haar goksite specifiek op Nederland te richten. De vraag blijft
wel of De Lotto ook op Europees niveau gelijk zal krijgen. De Hoge Raad heeft
namelijk prejudiciële vragen aan het Europese Hof gesteld of de Nederlandse
kansspelwetgeving wel in overeenstemming is met onder andere het vrije verkeer
van goederen en diensten, gezien de monopoliepositie van De Lotto.
Tevens heeft op 10 maart 2009 het Europees Parlement een resolutie
uitgevaardigd waarin zij onder andere vermeldt dat de Europese Commissie tegen
tien lidstaten inbreukprocedures is gestart om na te gaan of de nationale
wetgeving op dit gebied verenigbaar is met gemeenschapswetgeving, waaronder art
49 EG-Verdrag (vrij verkeer van diensten) en het subsidiariteitsbeginsel.
Nederland is één van deze tien lidstaten. De status hiervan is onduidelijk.
In december van dit jaar zal de vergunning van De Lotto aflopen en zullen zij
een nieuwe vergunning moeten aanvragen. De grote vraag is nu hoe de wetgever
hiermee om zal gaan. Grijpt zij deze kans aan om de Nederlandse gokwetgeving op
de schop te nemen of zal zij 'in strijd' met de Europese regelgeving blijven
handelen? Wij wachten af.
Wieteke van de Kamp is sinds augustus 2004 werkzaam bij Clifford
Chance waar zij eerst tweeëneenhalf jaar op de sectie intellectueel
eigendomsrecht heeft gewerkt. Vanaf maart 2007 is zij werkzaam op de sectie
ondernemingsrecht. Tevens maakt zij deel uit van de internationale Sports Law
Group van Clifford Chance. Zij houdt zich hierbinnen bezig met de juridische
advisering van de Euro Hockey League en verschillende projecten van Stichting
Sport & Zaken. Voordat zij geveld werd door een kruisbandblessure was
Wieteke zo'n tien jaar op hoofdklasse niveau actief met hockey met als
hoogtepunt goud bij het EK-onder 18 in Keulen. Voor meer informatie: Wieteke.vandeKamp@CliffordChance.com
Saskia de Jongh, voorheen werkzaam bij de KNVB op de juridische
afdeling - waar zij zich vooral bezighield met contracten en algemene juridische
vraagstukken - is sinds april 2007 werkzaam bij Clifford Chance waar zij eerst
op de sectie intellectueel eigendomsrecht heeft gezeten en sinds september 2008
op de sectie banking & finance. Ook zij maakt deel uit van de internationale
Sports Law Group en adviseert in verschillende sportrechtzaken voor onder andere
Stichting Sport & Zaken. Voor meer informatie: Saskia.deJongh@CliffordChance.com