Skip Navigation LinksHome-Achtergronden-Archief-Case Closed!-Item

Arbeidsongeschikte vuilnisman mag niet – zonder toestemming van zijn werkgever – meedoen aan een hardloopwedstrijd 17 maart 2009

door: Marije Roeloffzen en Saar van Waegeningh

Een werknemer heeft in beginsel gedurende twee jaar recht op doorbetaling van loon als hij door ziekte niet in staat is te werken. Tegelijkertijd is de zieke werknemer verplicht om mee te werken aan zijn re-integratie. Komt hij die verplichting niet of onvoldoende na, dan verliest de werknemer het recht op doorbetaling van loon. In een enkel geval kan hij zelfs worden ontslagen.

Dit laatste overkwam een hardlopende vuilnisman die arbeidsongeschikt was wegens knieklachten. In de periode dat hij als gevolg van zijn arbeidsongeschiktheid niet werkte, deed hij mee aan de Dam tot Damloop, waar hij een tijd neerzette van 1:32:22. De werknemer had de werkgever niet verteld dat hij zou meedoen, laat staan dat hij hiervoor toestemming had gevraagd. De werkgever kwam erachter omdat de werknemer op de avond van de Dam tot Damloop op de regionale televisie werd geïnterviewd over zijn deelname aan de duurloop. De werkgever startte onmiddellijk een ontslagprocedure via de rechter en voerde aan dat is gebleken dat de werknemer de werkgever heeft misleid, omdat de werknemer pretendeerde niet in staat te zijn om te werken vanwege zijn knieklachten, terwijl hij wel in staat was een zware lichamelijke prestatie te leveren, namelijk mee te lopen aan de Dam tot Damloop. Daarnaast voerde de werkgever aan dat de werknemer zijn wens of voornemen hieraan deel te nemen heeft verzwegen voor de werkgever en de bedrijfsarts. Het verweer van de werknemer was dat hij zeer sportief was en dat hij daardoor makkelijk kon deelnemen aan de Dam tot Damloop. Beweging was juist gunstig voor het herstel van zijn knie, wat hij onderbouwde met een verklaring van zijn fysiotherapeut.

De rechter ontbond de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden, zonder toekenning van een vergoeding. De rechter nam de werknemer ernstig kwalijk dat hij de op hem rustende re-integratieverplichtingen niet was nagekomen. Daarbij was van belang dat de werknemer de werkgever volgens het Verzuimreglement toestemming had moeten vragen voor activiteiten die zijn genezing zouden kunnen belemmeren. De rechter oordeelde dat de werknemer had kunnen en moeten begrijpen dat deelname aan de Dam tot Damloop zo’n activiteit was, juist omdat zijn arbeidsongeschiktheid verband hield met knieklachten, waarvoor hij recentelijk voor de tweede keer was geopereerd. Hij had niet zelf mogen beslissen of deelname aan de Dam tot Damloop verantwoord was. De werknemer had dit in ieder geval met de bedrijfsarts moeten overleggen.

Deze zaak bevestigt in de eerste plaats dat niet alleen de werkgever zich moet inspannen om zijn zieke werknemer te re-integreren, maar ook dat de werknemer verplicht is mee te werken aan zijn re-integratie. Die verplichting reikt ver. Kort gezegd wordt van een werknemer verwacht dat hij alles doet wat zijn re-integratie bevordert en alles nalaat wat zijn re-integratie kan belemmeren.

Verder laat deze zaak zien dat een werknemer niet zelf mag bepalen wat wel of niet goed is voor zijn re-integratie. Die vraag is voorbehouden aan de bedrijfsarts en (eventueel) aan een arbeidsdeskundige en -  in tweede instantie -  aan de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV. Zij zijn namelijk bij uitstek aangewezen als deskundige ten aanzien van de vraag hoe de ziekte zich verhoudt tot de (on)mogelijkheid van de werknemer om te werken. Dat kan en mag de werknemer niet zelf bepalen. Ook andere medici of daaraan verwante beroepsbeoefenaren (huisartsen, fysiotherapeuten, haptonomen, psychologen etc.) gaan daar niet over. Vanzelfsprekend kunnen zij wel klachten diagnosticeren en advies geven over wat in hun ogen bevorderlijk is voor herstel, maar zij kunnen geen beslissing nemen over de gewenste re-integratiemaatregelen. In beginsel is  alleen het oordeel van de bedrijfsarts (en als second opinion dat van de verzekeringsarts bij het UWV) hierover juridisch bindend.

Het niet nakomen van de re-integratieverplichtingen heeft in bovengenoemde zaak zelfs geleid tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een dringende reden, wat gelijk staat aan een ontslag op staande voet. De werknemer had hier namelijk niet alleen zijn genezing belemmerd (dan had moeten worden volstaan met de staking van loondoorbetaling), maar had ook gezwegen over zijn deelname aan de duurloop tegenover zowel zijn werkgever als de bedrijfsarts, terwijl hij in de gegeven omstandigheden hierover vanzelfsprekend had moeten spreken. En het feit dat de werknemer ook nog eens een tijd had neergezet van 1:32:22 (bij 16,1 km) riep de vraag op hoe ernstig de knieklachten van de werknemer waren. Had de werknemer echt niet kunnen werken of was hier sprake van een selectief klachtenpatroon? 

Marije Roeloffzen studeerde privaatrecht en staats- en bestuursrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en aan de Universiteit van Amsterdam. Marije is sinds 2007 advocaat en werkt sinds juni 2008 bij Leidsegracht Advocaten. Marije is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en het ambtenarenrecht. Zij procedeert, onderhandelt en adviseert over uiteenlopende zaken, zoals ontslaggeschillen, beoordeling van arbeidsovereenkomsten en reorganisaties. Daarnaast staat zij met regelmaat werknemers van uiteenlopend niveau bij. Meer informatie: roeloffzen@leidsegracht.com, 020-427 7703 en www.leidsegracht.com.

Saar van Waegeningh studeerde rechten aan de Universiteit Leiden. Zij is sinds 1997 advocaat en voert sinds 2006 praktijk aan de Leidsegracht. Saar is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en het ambtenarenrecht. Zij staat grote en kleine(re) ondernemingen bij in arbeidsrechtelijke kwesties, variërend van individuele ontslagzaken tot grote reorganisaties en medezeggenschapstrajecten. Meer informatie: vanwaegeningh@leidsegracht.com, 020-620 2212 en www.leidsegracht.com.

« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst