Dank voor de repliek. Tijd voor dupliek.
Sinds 1985 is het schoolzwemmen geen vanzelfsprekendheid meer. Vandaag de dag leert het overgrote deel van de kinderen zwemmen via het particuliere zwemlesaanbod verzorgd door gemeenten, zwembaden, zwemscholen en -verenigingen. Ondertussen is het aantal kinderen met een A-diploma gestegen en het aantal verdrinkingen gedaald. Dat zijn de feiten waar niemand omheen kan.
Het is dan ook bedenkelijk dat er een relatie wordt gelegd tussen het aantal verdrinkingen in de afgelopen zomer en de geleidelijke afschaffing van het schoolzwemmen in de afgelopen jaren. Dat is de strekking van mijn bijdrage.
Dat Bram van Wijck daar een provocatie in meent te kunnen lezen, vind ik opmerkelijk. Als je berichten in de media niet voor zoete koek aanneemt en er vraagtekens bij plaatst, ben je kennelijk een provocateur. Mogelijk zit de liefde voor de zwemsport zo diep zit bij Van Wijck dat hij er door verblind is (zie mijn eerdere bijdrage, http://www.sportknowhowxl.nl/OpenPodium/8244). Hij draagt verschillende argumenten vóór het schoolzwemmen aan, maar gaat er aan voorbij dat de noodzaak voor schoolzwemmen nagenoeg verdwenen is omdat de meeste ouders hun verantwoordelijkheid nemen en hun kinderen zwemlessen laten volgen, dat er voor de gemeenschap hoge kosten mee gemoeid zijn en dat het schoolzwemmen veel organisatorische en logistieke problemen met zich meebrengt.
Het ECZ en Koen Breedveld verwijzen allebei naar de rol van de media. Ik heb dat natuurlijk zelf ook gedaan door te refereren aan het begrip medialogica. Toch is het te makkelijk om alleen de media verantwoordelijk te houden voor deze hype ronde verdrinkingen en schoolzwemmen. Door het interpretatiekader van de media over te nemen is deze mede gevoed door de uitspraken van belanghebbenden, deskundigen en onderzoekers.
In reactie op Koen Breedveld merk ik op dat hij m.i. te gemakkelijk voorbijgaat aan de rolverdeling tussen het rijk, de gemeenten, de scholen en de ouders. In het onderwijs is nu eenmaal veel gedecentraliseerd. De vaststelling dat de rijksoverheid zich niet voor deze materie interesseert gaat te kort door de bocht.
Overigens deel ik de opvatting dat het brancherapport een belangwekkende uitgave is. Het is goed dat er systematisch onderzoek wordt gedaan. Zo weten we nu o.a. dat er sinds kort minder zwemABC’s worden uitgereikt. Dat geeft te denken en is ook zorgelijk. Jammer genoeg wordt daarvoor in het brancherapport nog geen verklaring aangedragen. Mogelijk heeft het met de wachtlijsten van zwemlesaanbieders te maken (zijn die gegroeid?), is er minder gedaan aan voorlichting, of heeft het met de crisis te maken. Volgens de CBS-prijsindexcijfers zijn zwemlessen sinds 2000 ongeveer twee keer zo duur geworden (een prijsstijging die veel sterker is dan de gemiddelde ontwikkeling van consumentenprijzen). Wellicht zijn de zwemlessen zo duur geworden, dat ouders o.i.v. de koopkrachtdaling daarop zijn gaan bezuinigen.
Mogelijk dit, wellicht dat, gelukkig blijft er nog genoeg te onderzoeken…
Jan Janssens