Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

Voorzitter zijn van een sportbond is zéér gewilde bijbaan

door: Thomas van Zijl | 30 oktober 2014

Bestuurlijke topfuncties in de sport zijn schaars, in tegenstelling tot de kandidaten die ze willen bekleden. Veel bonden komen in hun zoektocht naar een nieuwe voorzitter, directeur of manager uit bij gespecialiseerde headhunters. Gasseling Search is er daar een van. Op dit moment mag het bureau de KNVB ('voorzitter en leden Raad van Toezicht amateurvoetbal' en 'directeur amateurvoetbal') Judo Bond Nederland ('algemeen directeur') en de nieuwe landelijke wandelbond ('voorzitter') tot zijn opdrachtgevers rekenen.

De meeste sportorganisaties waar Gasseling Search voor werkt, zijn op zoek naar een boegbeeld. In het ideale plaatje is dat iemand met veel bestuurlijke ervaring, een uitgebreid netwerk en uiteraard een passie voor sporters. De belangstelling voor bondsvoorzitterschappen is aanzienlijk. Oprichter Marcel Gasseling kijkt daar niet van op.

“De sport biedt toegang tot interessante bestuurlijke circuits en in het geval van grote bonden liggen er aansprekende evenementen in het verschiet.” Gasseling wil geen afbreuk doen aan de aantrekkelijkheid van de functie, maar wijst kandidaten ook direct op de andere kant van de medaille.

“Sportbestuurders worden door de vereniging met het hoofd benoemd en met het hart beoordeeld. Ze moeten zich nederig durven op te stellen, veel energie steken in het voorzitten van de ledenraad en het leuk vinden om te werken met vrijwilligers. Het kweken van goodwill is erg belangrijk.”

Flexibele agenda
Bijna net zo essentieel is het beschikken over een flexibele agenda. Voor verreweg de meeste mensen is het bondsvoorzitterschap een bijbaan, maar wel een die behoorlijk veel tijd op slokt. “De praktijk is dat ze meteen enorm de vereniging in getrokken worden, kris kras door het land. Het is tamelijk intensief. Bijna niemand laat zich daar door afschrikken, maar ze verkijken zich er wel op.”

Aan Gasseling de taak iemand te vinden die zichzelf in dienst kan en wil stellen van de bond, en er bovendien de tijd voor heeft. Overigens zorgt dat niet of nauwelijks voor problemen: “Er zijn altijd meer kandidaten dan functies, dus ook met deze voorwaarden is er altijd een match te maken.” Gasseling werkt met zijn bureau al jaren voor beroepsorganisaties en belangenbehartigers op het snijvlak van publiek/privaat. “Er zijn veel raakvlakken met sportbonden. Ook daar is sprake van een grote betrokkenheid, van echt hart voor de zaak.”

Tip uit netwerk
Het zoeken naar de juiste kandidaat voor de functie is en blijft een zorgvuldig proces, maar onderweg zijn er voor Gasseling meestal wel aanwijzingen te vinden. “Als iemand iets met sport gedaan heeft, zet hij het altijd op het cv, hoe klein het ook mag lijken. Lid van het militair handbalteam, penningmeester van de tennisvereniging, het verraadt affiniteit met sport. Daarnaast word ik vanuit mijn netwerk vaak getipt als ze weten dat ik met een bepaalde opdracht bezig ben.”

Voor die opdrachten krijgt Gasseling in de meeste gevallen uiteraard betaald, tenzij het gaat om het invullen van een functie die onbezoldigd is. “Bij voorzitterschappen van bonden is dat nogal eens het geval. Toch doe ik dat - vanuit Sport en Zaken - omdat ik sport belangrijk vind. Zoeken bonden een directeur of een lid van het managementteam, dan gaat het om een betaalde baan en kijk ik er vanuit mijn eigen bureau ook bedrijfsmatig tegenaan.”

Publiek belang
Gasseling vindt het lastig om het werk als directeur voor een sportbond te vergelijken met een baan in het bedrijfsleven. “Ik zie eerder parallellen met gemeentesecretarissen. Het gaat toch vaak om een publiek belang, eerder dan om een commercieel gewin.” Wie daar het meest geschikt voor is - als voorzitter of directeur - hangt deels af van de opdracht die hij of zij meekrijgt.

“De bond stelt een profielschets op, wij vertalen dat naar competenties waar een nieuwe bestuurder aan hoort te voldoen. Ieder taakstelling kan anders zijn. Denk aan het uitrollen van judo op basisscholen, het herstructureren van de bond of een extra accent op ledenbinding.” Voorzitters moeten, eenmaal aangesteld, een moeilijk evenwicht bewaren. Enerzijds sturen zij aan op verandering, anderzijds zijn ze niet in de positie om zich overal mee te bemoeien. “Een goede voorzitter weet zich als buitenstaander snel binnen de inner circle te bewegen, heeft oog voor het belang van de leden en houdt afstand als het moet.”  

Voor meer informatie: www.gasselingsearch.nl
« terug

Reacties: 0

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst