Skip Navigation LinksHome-Nieuws-Nieuwsberichten-Nieuwsbericht

'Sportimpuls versterkt vooral reeds sterke sportverenigingen'

door: Leo Aquina | 18 september 2014

Sport- en beweegaanbieders die dit jaar een aanvraag hebben gedaan voor de Sportimpuls kregen begin september te horen of hun subsidieaanvraag is gehonoreerd. De subsidieregeling is bedoeld om mensen die nog niet of onvoldoende bewegen aan het bewegen te krijgen op lokaal niveau. Sportimpuls bestaat inmiddels drie jaar, tijd voor een terugblik. Sport Knowhow XL besprak de subsidieregeling met Ben Moonen, die subsidie- en beleidsadvies verzorgt voor gemeenten, sportorganisaties, bedrijven en andere partijen: “In de basis is het een prima regeling, maar als ik het voor het zeggen had, zou ik toch wat zaken anders inrichten.”

Sportimpuls maakt deel uit van het VWS-programma Sport en Bewegen in de Buurt. Het ministerie van VWS stelt tot en met 2016 subsidie beschikbaar voor interventies. In 2014 gaat het voor de reguliere Sportimpuls om een bedrag van negen miljoen euro. VWS werkt bij het subsidietraject nauw samen met NOC*NSF, dat de inhoudelijke kaders bepaalt, en ZonMw dat de subsidie daadwerkelijk verstrekt. Kennisinstituut NISB ondersteunt beide organisaties in de uitvoering. Hoe werkt de regeling in de praktijk?

“Lokale sportaanbieders kunnen subsidie aanvragen”, vertelt Moonen. Die lokale sportaanbieders kunnen verenigingen zijn, maar ook commerciële sportaanbieders of welzijnsinstellingen. Voorwaarde is dat de betreffende organisatie al minstens twee jaar een sportaanbod heeft. “Als aanbieders een aanvraag willen doen, moeten ze aangeven hoe de lokale situatie in elkaar steekt. Bij welke groepen is er beweegachterstand en bij welke groepen bestaat er een beweegbehoefte? Als ze dat in kaart hebben gebracht, kunnen ze kiezen uit een menukaart met interventies.”

Bewezen effectief
Op de Menukaart Sportimpuls staan interventies, die ‘bewezen effectief’ zijn. Wat houdt dat in? “De interventies worden getoetst op basis van een systematiek die door NISB en Movisie vaker wordt toegepast. De minimumeis is dat ze goed beschreven zijn en de volgende stap is ook toetsing op basis van monitoring in de praktijk. Echt wetenschappelijk onderzoek naar de praktijksituatie is nog geen eis. Ik ben benieuwd of ze bij een volgende ronde van subsidieaanvragen de lat weer iets hoger leggen”, zegt Moonen.

Wat zijn de voor- en nadelen van zo’n menukaart? “Het is een groot voordeel dat je het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. Je maakt gebruik van de expertise die er al is.”, aldus Moonen. “Nadeel is dat er weinig ruimte is voor eigen initiatief bij de subsidieaanvrager. Het stimuleert dus geen innovatie. Daarnaast wordt de positie van de interventie-eigenaar in het hele traject steeds groter. Je ziet dat er steeds meer subsidiegelden naar die interventie-eigenaren gaan. De interventie-eigenaren moeten ook mee-tekenen bij de subsidieaanvraag en dat maakt het makkelijker om eisen te stellen bij de uitvoering.”

Moonen vindt het niet per se erg dat de rol van de interventie-eigenaren groter wordt, maar waarschuwt wel: “Het is een manier om de kwaliteit van de interventie te borgen, maar ik vind wel dat we een beetje doorschieten. Ik ben ook wel voorstander van een beetje vrijheid op lokaal niveau. De lokale aanbieder kent de situatie ter plekke toch het best.”

Sterke clubs versterken
ZonMw schrijft op haar website: ‘In de derde jaargang van de regeling is duidelijk te merken dat de Nederlandse sportwereld inmiddels goed de weg weet te vinden binnen Sportimpuls’. Is dat ook het beeld van Moonen?

“De grotere partijen weten inmiddels goed hoe de regeling in elkaar steekt en hoe je een aanvraag opschrijft om ook daadwerkelijk gehonoreerd te worden, maar voor een vrijwilliger van een kleine vereniging is het eigenlijk niet te doen. Ik weet niet wat de visie hierachter is. Als de visie is om sterke clubs te versterken, is het een prima regeling.”

Welke dingen zou Moonen willen veranderen aan de Sportimpuls-regeling? “Ik denk dat de procedure minder complex kan en de bedragen zijn eigenlijk heel erg groot, zeker voor de wat kleinere verenigingen. Ik spreek wel eens verenigingen die een ton aan subsidie krijgen toegewezen en niet weten wat ze daarmee moeten. Als je het subsidiebedrag in kleinere stukjes zou hakken, zou je meer verenigingen blij kunnen maken.”

Voor meer informatie: klik hier

« terug

Reacties: 2

-
19-09-2014
Niet weten wat ze met een ton subsidie aan moeten? Wij hebben als rechtsvorm voor een sportschool gekozen, dus geen bestuurlijke gekibbel. Wij krijgen als judocluppie (in Friesland) nooit subsidie en zitten met een kwalitatief steeds minder wordende judomat.
-
19-09-2014
In dit artikel wordt o.a. verwezen naar de erkenningssystematiek die gehanteerd is voor de Menukaart Sportimpuls. Er wordt gesproken over ‘Bewezen effectieve’ interventies. Het gaat echter om erkende interventies die op de Menukaart Sportimpuls staan vermeld. Zoals vermeld in het artikel is daarbij de minimumeis dat ze ‘Goed beschreven’ zijn. De erkenning ‘Bewezen effectief’ is de hoogste stap in het erkenningstraject. Wij nodigen dhr. Moonen en andere belangstellenden langs deze weg graag uit om deel te nemen aan het Kenniscafé NISB Live! op 30 september a.s in Ede. Waar we op zoek zijn naar meningen en input vanuit het werkveld over de kwaliteitsverbetering binnen de sport- en beweegsector en het landelijke erkenningssysteem dat gehanteerd wordt. Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen Team Effectief Actief Link: http://www.nisb.nl/academie/kenniscafe_nisb_live/de-be_weegschaal_in-ede-30-sept-2014_.html

Reactie toevoegen

Naam*
E-mailadres*
Reactie*
Stuur mij een e-mail als er een nieuwe reactie wordt geplaatst